De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft verslag uitgebracht over het
wetsvoorstel tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met
de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot het
brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Trb. 2000, 32 en Trb. 2001, 91 en 107) en wijziging van de Wet luchtvervoer BES (34 239).
De leden van de VVD-fractie hebben vragen gesteld, die ik graag mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Milieu beantwoord.
De leden van de VVD-fractie vragen of het wetsvoorstel ertoe leidt dat alle passagiers
van en naar Caribisch Nederland een beroep kunnen doen op een schadevergoeding van
600 euro bij vertraging zoals die volgt uit EU-verordening 261/2004 en indien dat
het geval is, of de recente uitspraak van het Hof van Justitie van de EU (C-257/14)
ook nog gevolgen heeft in geval van geld terug bij vertraging als gevolg van technische
mankementen.
Nee, het wetsvoorstel breidt de werking van de EU-verordening 261/2004 niet uit. Dit
neemt niet weg dat de EU-verordening ook van toepassing is op vluchten van en naar
Caribisch Nederland, namelijk als:
-
1. de vertrekplaats in de EU is gelegen; alsmede
-
2. de vertrekplaats in een derde land is gelegen, de plaats van aankomst in een EU-lidstaat
is, en de vlucht wordt uitgevoerd door een luchtvaartmaatschappij die in de EU is
gevestigd.
Dit vloeit rechtstreeks voort uit de EU-verordening zelf. Het wetsvoorstel staat daar
los van.
De vraag of een passagier bij vertraging aanspraak kan maken op compensatie en zo
ja, op welk bedrag, is afhankelijk van de voorwaarden die daarvoor in de verordening
zijn vastgesteld.
De uitspraak van het Hof van Justitie van de EU van 17 september 2015 (C-257/14) geeft
overigens een nadere invulling van het begrip buitengewone omstandigheden in geval
van technische mankementen. De uitspraak kan daarmee houvast bieden voor andere zaken
waarin sprake is van technische mankementen, als bedoeld in de EU-verordening 261/2004.
Tenslotte vragen de leden van de VVD-fractie of dit wetsvoorstel effect heeft op de
wijze waarop drugsvluchten uit Caribisch Nederland momenteel worden gecontroleerd
en of de bestaande controle wordt gehandhaafd.
Het wetsvoorstel brengt geen wijziging in de controles die worden uitgevoerd op de
vluchten die plaatshebben vanaf Caribisch Nederland.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur