34 236 Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU 2012, L 315)

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2015

Hierbij bied ik u, op uw verzoek d.d. 22 september jl., de impactanalyse «EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers» aan1. Deze impactanalyse wordt genoemd in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel ter implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU 2012, L 315) (Kamerstuk 34 236). Daarnaast wordt in de memorie van toelichting (Kamerstuk 34 236, nr. 3) melding gemaakt van een diepgaandere impactanalyse bij de politie die voor de zomer gereed zou zijn.

De rapportage is opgesteld door Significant en dateert van 28 juli 2014. Doel van de impactanalyse was om de structurele gevolgen van het wetsvoorstel voor de organisaties in de strafrechtketen op hoofdlijnen in kaart te brengen. Aangezien de impactanalyse is uitgevoerd op een moment dat het wetsvoorstel nog niet gereed was, bevat de analyse een eerste globale inschatting van mogelijke gevolgen voor de ketenorganisaties. Verder moesten binnen het wettelijke kader nog verscheidene keuzes worden gemaakt voor de werkwijze in de politiepraktijk. Uit de impactanalyse is gebleken dat invoering van het instrument voor een individuele beoordeling voor slachtoffers de grootste impact heeft op het werk van de politie.

Deze uitkomst van de impactanalyse was voor mij aanleiding om de vormgeving van het instrument van de individuele beoordeling te herzien. Met behulp van een pilot wordt getoetst op welke wijze de individuele beoordeling zo effectief en efficiënt mogelijk kan worden ingezet. Met de pilot kan ook nauwkeuriger in kaart worden gebracht wat de verwachte gevolgen zijn van invoering van dit instrument voor het werk van de ketenpartners. Dit betekent dan ook dat de voorliggende impactanalyse een voorlopig karakter heeft en met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moet worden, omdat diverse uitgangspunten voor de wijze van implementatie van de richtlijn inmiddels zijn aangepast.

Een nadere impactanalyse van de politie naar de gevolgen van invoering van de richtlijn heb ik (nog) niet ontvangen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven