Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juli 2024
Op 30 april jl. heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd dat één van de kandidaat-werven,
namelijk de Duitse werf thyssenkrupp Marine Systems (tkMS), een kort geding aanhangig
heeft gemaakt naar aanleiding van de uitkomst van het offertetraject van het programma
Vervanging onderzeeboot-capaciteit (Kamerstuk 34 225, nr. 54). Vandaag deed de rechtbank Den Haag uitspraak in deze zaak. De rechter heeft de
vorderingen van tkMS afgewezen.
Nu tkMS in het ongelijk is gesteld, beoogt Defensie kort na de zomer het contract
met Naval Group te tekenen. De voorbereidingen richting dit moment zijn in volle gang.
Zoals uiteengezet in de D-brief van 15 maart jl. (Kamerstuk 34 225, nr. 52) sluiten de Nederlandse en Franse overheden voorafgaand aan de contracttekening een
onderlinge overeenkomst. Dit zogenoemde Memorandum of Understanding bevat afspraken over onder andere gebruiksrechten, samenwerking tussen de werf en
de Nederlandse industrie en kennisinstituten, export-gerelateerde zaken, het delen
en/of in gebruik geven van kennis en resources, internationale samenwerking met focus
op de inzet van de onderzeeboten, kwaliteitsbewaking en kwaliteit van controles en
audit.
Daarnaast sluiten het Ministerie van Economische Zaken en Naval Group een juridisch
bindende industriële samenwerkingsovereenkomst (Industrial Cooperation Agreement – ICA). Ook deze overeenkomst wordt gesloten voorafgaand aan de contracttekening
door Defensie en Naval Group. In deze overeenkomst wordt de betrokkenheid van de Nederlandse
industrie geborgd.
Naval Group levert de eerste twee nieuwe onderzeeboten, de toekomstige Zr.Ms. Orka
en Zr.Ms. Zwaardvis, binnen 10 jaar vanaf het moment van contracttekening. De andere
onderzeeboten, de toekomstige Zr.Ms. Barracuda en de Zr.Ms. Tijgerhaai, volgen daarna.
De Orkaklasse geeft de Onderzeedienst van de Koninklijke Marine een voorsprong in
het onderwatergevecht van de toekomst.
De Staatssecretaris van Defensie,
G.P. Tuinman