34 210 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2015

In deze brief reageer ik, mede namens de Minister van Economische Zaken, op het amendement van de leden Omtzigt en Schouten over de verlaging van de gasbaten (Kamerstuk 34 210 XIII, nr. 5).

Het amendement regelt de verlaging van de ontvangsten op artikel 14 een doelmatig en duurzame energievoorziening in de 1e suppletoire EZ-begroting 2015. De indieners beogen met dit amendement de raming van de gasbaten uit het Groningenveld in het begrotingsjaar 2015 met € 1,6 mld te verlagen tot een winningsniveau van maximaal 30 mld Nm3 inclusief gebruik van voorraden.

Zoals ik in het debat over de Voorjaarsnota heb aangegeven, heeft het mijn voorkeur om de financiële gevolgen van het «Besluit gaswinning Groningen 2015» (Kamerstuk 33 529, nr. 174) via de reguliere begrotingscyclus te verwerken, oftewel in de 2e suppletoire begroting 2015. Dit creëert rust en geeft het kabinet de mogelijkheid de meest actuele cijfers uit de MEV van het CPB in de aardgasbaten te verwerken.

Met de brief «Besluit gaswinning Groningen 2015» heeft het kabinet de Kamer op 23 juni jl. geïnformeerd over het besluit om in 2015 de gaswinning uit het Groningenveld te beperken tot 30 mld Nm3. Tezamen met de eenmalige inzet van 3 mld Nm3 uit de gasopslag Norg, zal in 2015 maximaal 33 mld Nm3 worden verkocht. Dit betekent dat gasbaten in 2015 op kasbasis, exclusief vennootschapsbelasting, € 1,1 mld lager uitvallen in plaats van de € 1,6 mld uit het amendement. Het amendement betekent een extra derving van € 0,5 mld.

Het amendement vraagt een wijziging aan de ontvangstenkant van de 1e suppletoire EZ-begroting om de gasbaten uit het Groningenveld in 2015 terug te brengen tot een «winningsniveau van maximaal 30 mld Nm3 inclusief gebruik van voorraden». Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten die in genoemde brief met betrekking tot de volumes van gaswinning zijn aangegeven. De omvang van de gasbaten wordt bepaald door de verkoop, niet door het winningsniveau. De verkoop in 2015 wordt als gevolg van het Besluit gaswinning Groningen 2015 derhalve gemaximeerd op 33 mld Nm3.

De raming van de gasbaten in de (suppletoire) begrotingswetten van EZ wordt altijd gebaseerd op het verkoopniveau en – in het verlengde daarvan – op kasbasis berekend, exclusief vennootschapsbelasting. Deze budgettaire uitgangspunten betekenen dat de in het amendement gevraagde verlaging van de gasbaten in 2015 in de 1e suppletoire EZ-begroting 2015 € 1,1 mld bedraagt.

Ik ontraad daarom dit amendement.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven