34 199 Voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie, het transport, de handel en de levering van elektriciteit en gas (Elektriciteits- en gaswet)

I BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2016

Hierbij stuur ik uw Kamer een afschrift van mijn brief aan de Tweede Kamer over de eerste ervaringen met experimenten in het kader van het Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteit opwekking. Hiermee geef ik invulling aan mijn toezegging bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel STROOM van 22 december 2015.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2016

Bij de behandeling van het wetsvoorstel STROOM (Handelingen Tweede Kamer 2015–2016, 34 199, nr. 8 item 9) heb ik toegezegd om aan het eind van het eerste kwartaal van 2016 de eerste informatie over de ingediende experimenten in het kader van het Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteit opwekking (het Besluit) te verstrekken. Hierbij geef ik invulling aan deze toezegging. Zoals toegezegd tijdens de behandeling van het wetsvoorstel STROOM in de Eerste Kamer van 22 december 2015 wordt een afschrift van deze brief aan de Eerste Kamer worden gezonden.

In de loop van 2015 is door medewerkers van het Ministerie van Economische Zaken een aantal goed bezochte voorlichtingsbijeenkomsten voor geïnteresseerde partijen georganiseerd. Van 1 mei tot 11 september 2015 konden partijen vervolgens een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2 van het Besluit indienen. In het laatste kwartaal van 2015 heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) de in totaal zes ingediende aanvragen beoordeeld. Dit heeft geresulteerd in vier ontheffingen. Twee partijen voldeden (nog) niet aan de gestelde eisen van het Besluit.

De toegekende ontheffingen betreffen drie zogenoemde projectnetten (Veghel, Reeuwijk en in Amsterdam) en een groot net (Heeten). Hieronder volgt een korte beschrijving van deze projecten:

  • In Veghel worden ca. 115 appartementen gerealiseerd in een voormalig schoolcomplex van het Zwijsen College, waarvan de gebouwen dateren van 1954 tot 1977. Bij de nieuwe appartementen staan energiebesparing en eigen duurzame opwekking van elektriciteit centraal. Voor de duurzame opwekking van elektriciteit worden alle dakoppervlakken die op het zuidoosten en zuidwesten zijn georiënteerd, voorzien van zonnepanelen. Het totaal geïnstalleerde piekvermogen zal ca. 200 kW bedragen. Hiermee voorzien de zonnepanelen in minimaal 50% van de elektriciteitsbehoefte. Het complex wordt verder voorzien van een energiemanagementsysteem. Bewoners geven daarmee aan of zij elektriciteit gebruikende apparaten automatisch laten aanzetten op basis van aanwezige zonnestroom. Tariefdifferentiatie voor elektriciteit wordt toegepast zodat gebruikers hier hun gedrag op af kunnen stemmen. Om de piekbelasting van het complex te beperken, wordt een warmtekoppeling van 20 kW elektrisch en 80 kW thermisch vermogen ingezet. De warmtekrachtkoppeling produceert stroom voor zover er warmteverbruik is.

  • Green Reeuwijkse Hout bv is gestart met de realisatie van een recreatiepark. Een belangrijk aspect daarbij zijn investeringen in duurzaamheid. Onderdeel daarvan zijn investeringen in de energievoorziening en het energienetwerk. Er worden tal van duurzaamheidsmaatregelen genomen. Een aantal daarvan heeft betrekking op de nutsvoorzieningen en de woninginstallaties. Het project heeft een energienetwerk met 292 aansluitingen, warmteopwekking met lucht-, water- en warmtepompen en elektriciteitsopwekking met een collectief te beheren areaal van zon-PV panelen.

  • In Amsterdam (Buiksloterham) zal in een nieuwbouwcomplex worden geëxperimenteerd met meer «real-time» prijzen. Bij het ontwerp en de realisatie van het project, genaamd Blackjack, is er gezocht naar duurzame technieken. Zo is er onder andere gekeken naar mogelijkheden om zoveel mogelijk energie zelf op te wekken. De installatie voor warmtekoudeopslag slaat warmte en koude op in de grond naar gelang de vraag en het aanbod in het complex. Verder wordt de opgewekte zonne-energie in het pand gebruikt en worden mensen gestimuleerd met behulp van tariefdifferentiatie energie te gebruiken als er voldoende aanbod is. Dit draagt bij aan een lagere belasting van het elektriciteitsnet.

  • Energiecoöperatie Endona in Heeten heeft als doel om in 2025 50% van de dan benodigde energie duurzaam lokaal op te wekken. Het plan bestaat uit de bouw van een zonnepark van ca. 7.200 zonnepanelen. Tevens wordt eigen opwek van zonne-energie op daken van inwoners en bedrijven gestimuleerd. De lokaal opgewekte duurzame energie wordt zoveel mogelijk aan de lokale leden geleverd. Daarmee heeft Endona ook een leveringsfunctie. Inkopen van andere lokaal geproduceerde duurzame energie, bijvoorbeeld van de biovergister in het dorp, is ook in de plannen voorzien. De generatoren van de biovergister kunnen ten dele op- en afgeschaald worden. Hiermee is er een kans om vraag en aanbod te balanceren. Op momenten van veel zon kan de vergister op een lager pitje gezet worden. Leden worden gestimuleerd om het gedrag aan te gaan passen op het aanbod.

De vier projecten hebben dit jaar de mogelijkheid om hun project daadwerkelijk van start te laten gaan. Waar nodig worden zij daarbij begeleid door RVO.nl. Op dit moment zijn de projecten in Veghel en Reeuwijk het verst gevorderd met de voorbereidingen.

Eind januari van dit jaar heeft RVO.nl marktpartijen uitgenodigd om terug te kijken op het verloop van de eerste openstelling. De belangrijkste zaken die daarbij aan de orde kwamen betreffen het rondkrijgen van business cases en de voorfinanciering, het feit dat individuele leden van een vereniging een andere leverancier kunnen kiezen dan de vereniging (derden toegang), de energiebelasting, balanceren van vraag en aanbod en contacten van verenigingen en coöperaties met de netbeheerder. RVO.nl zal deze punten verder uitwerken en verduidelijken en dit delen met geïnteresseerde partijen, zodat in volgende aanvraagrondes partijen kunnen leren van eerdere ervaringen. 14 april jl. is een voorlichtingsbijeenkomst gehouden ten behoeve van de openstellingsregeling 2016. Deze loopt van mei tot september 2016.

De experimenteerruimte in de wet is op dit moment nog beperkt tot lokale en duurzame initiatieven. In het wetsvoorstel voortgang energietransitie, dat ik naar verwachting in september bij de Tweede Kamer zal kunnen indienen, wordt de experimenteerruimte conform het eerdere wetsvoorstel STROOM alsnog verbreed. Daarbij zal de insteek zijn dat experimenten mogelijk zijn die zien op hernieuwbare energie, energiebesparing, efficiënt gebruik van een systeem of die bijdragen aan het opdoen van praktijkkennis over andere marktmodellen of tariefreguleringssystematieken.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven