34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten

A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

29 september 2015

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een aantal instrumenten in de Participatiewet te harmoniseren ten behoeve van de ondersteuning van werkgevers die banen beschikbaar stellen voor mensen met een arbeidsbeperking;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8a, tweede lid, vervalt onderdeel b onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel b.

B

Aan artikel 10d wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Het college verstrekt geen loonkostensubsidie met betrekking tot perioden waarin recht bestaat op ziekengeld op grond van artikel 29b van de Ziektewet.

ARTIKEL II

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 8a, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. voor welke vergoedingen naar hoogte en duur een werkgever in aanmerking komt bij ziekte van de werknemer die een structurele functionele of andere beperking heeft of ten behoeve van wie die werkgever een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d ontvangt, voor zover artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is.

B

Artikel 10d, tiende lid, vervalt.

ARTIKEL III

Artikel 29b van de Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt onderdeel b onder verlettering van de onderdelen c, d en e tot de onderdelen b, c en d, en wordt in onderdeel d (nieuw) «het derde lid» vervangen door: het tweede lid.

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde tot het tweede lid.

3. In het tweede lid (nieuw) vervalt «of» aan het slot van onderdeel b en worden na onderdeel c twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • d. die onmiddellijk voorafgaande aan zijn dienstbetrekking met een werkgever, niet zijnde een werkgever als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening, een dienstbetrekking had als bedoeld in artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening of een dienstbetrekking had, die is aangewezen op grond van artikel 38f, vijfde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen of een nog geldende indicatiebeschikking had op grond van artikel 11 van de Wet sociale werkvoorziening, zoals dat artikel luidde op 31 december 2014, of

  • e. die, voorafgaand aan zijn dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3, 4 of 5 die is aangevangen op of na 1 januari 2015, een persoon was die met ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet naar een dienstbetrekking is of werd toegeleid, en van wie door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is vastgesteld dat hij niet in staat is tot het verdienen van het minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet,.

4. Aan het tweede lid (nieuw) wordt een zin toegevoegd, luidende: Het recht op ziekengeld van de werknemer, bedoeld in onderdeel e, eindigt met ingang van 1 januari 2021.

5. Na het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het tweede lid, onderdeel e, is slechts van toepassing op werknemers, van wie de dienstbetrekking is aangevangen in de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2021. Op de werknemer, bedoeld in het tweede lid, onderdelen d en e, zijn het eerste lid, onderdelen c en d, niet van toepassing.

6. In het vijfde lid vervalt «, derde».

7. In het zevende lid wordt «in het derde lid» vervangen door «in het tweede lid».

8. Het negende lid vervalt, onder vernummering van het tiende en elfde tot het negende en tiende lid.

9. Het negende lid (nieuw) komt te luiden:

  • 9. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ten aanzien van het tweede lid.

10. In het tiende lid (nieuw) wordt «onderdeel d of e» vervangen door: onderdeel c of d.

11. Na het tiende lid (nieuw) wordt een elfde lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Het bepaalde in het tweede en derde lid inzake het tweede lid, onderdeel e, is van overeenkomstige toepassing op een arbeidsbeperkte als bedoeld in:

    • a. artikel 38b, eerste lid, onderdeel d, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

    • b. artikel 38b, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen nadat de quotumheffing op grond van artikel 122n, eerste lid, van die wet voor de betreffende werkgever is geactiveerd.

ARTIKEL IV

Artikel 29b van de Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt onder verlettering van de onderdelen b, c en d tot de onderdelen c, d en e een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. die onmiddellijk voorafgaande aan zijn dienstbetrekking met een werkgever, niet zijnde een werkgever als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening, een dienstbetrekking had als bedoeld in artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening of een nog geldende indicatiebeschikking had op grond van artikel 11 van die wet, zoals dat artikel luidde op 31 januari 2014;

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel b wordt na de komma toegevoegd: of.

b. De onderdelen d en e vervallen.

c. De laatste zin vervalt.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De werknemer die, onmiddellijk voorafgaand aan een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3, 4 of 5, naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een structurele functionele beperking had en voor wiens ondersteuning bij arbeidsinschakeling het college van burgemeester en wethouders, onmiddellijk voorafgaand aan de dienstbetrekking op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet, zorg droeg, heeft in perioden van ongeschiktheid tot werken die zijn aangevangen in de vijf jaren volgend op twee aaneengesloten jaren waarin hij in een dienstbetrekking ten minste het minimumloon verdiende, waarbij de werkgever geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet ontving, recht op ziekengeld vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken. Op de werknemer, bedoeld in de eerste zin, zijn het eerste lid, onderdelen d en e, en het tweede lid, onderdelen a en c, niet van toepassing.

4. In het vijfde lid wordt «eerste, tweede en vierde lid» vervangen door: eerste, tweede, derde en vierde lid.

5. In het negende lid wordt «het tweede lid» vervangen door: het tweede en derde lid.

6. In het tiende lid wordt «onderdeel c of d» vervangen door: onderdeel d of e.

7. Het elfde lid vervalt.

ARTIKEL V

Artikel 82, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen komt te luiden:

  • 5. Het eerste lid is niet van toepassing indien de uitkering wordt toegekend aan een werknemer die naar de dienstbetrekking waaruit de uitkering is ontstaan, is toegeleid door het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet en waarbij bij ziekte van die werknemer de mogelijkheid tot vergoeding als bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onderdeel b, van die wet, zoals die luidde op 31 december 2015, van toepassing was.

ARTIKEL VI

Artikel 82, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen komt te luiden:

  • 5. Het eerste lid is niet van toepassing indien de uitkering wordt toegekend aan de verzekerde die naar de dienstbetrekking waaruit de WGA-uitkering is ontstaan is toegeleid door het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet en voor wiens werkgever bij ziekte de mogelijkheid tot vergoeding, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onderdeel c, van de Participatiewet van toepassing is.

ARTIKEL VII

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het derde en vierde lid.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het vierde lid» vervangen door «bedoeld in het derde lid» en vervalt «of een beschikking van het college van burgemeester en wethouders tot verlening van loonkostensubsidie als bedoeld in het derde lid».

B

Artikel 48a, zevende lid, vervalt.

C

Artikel 49, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef vervalt na «premies»: , tenzij de werkgever in verband met de dienstbetrekking met die werknemer een loonkostensubsidie ontvangt als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet,.

2. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. geen werknemer is als bedoeld in de onderdelen b, c, f of g, de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten;.

3. In onderdeel e wordt «geen werknemer is als bedoeld in onderdeel b» vervangen door «geen werknemer is als bedoeld in de onderdelen b, c, f of g» en wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.

4. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. een persoon is die met ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet naar een dienstbetrekking is of wordt toegeleid, en van wie door het UWV is vastgesteld dat hij niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet, tenzij de dienstbetrekking is aangegaan voor 1 januari 2016; of

  • g. voldeed aan een indicatie als bedoeld in artikel 38b, eerste lid, onderdeel d, of werkzaam was in een dienstbetrekking, aangewezen op grond van artikel 38f, vijfde lid, dan wel nadat de quotumheffing op grond van artikel 122n, eerste lid, voor de betreffende werkgever is geactiveerd, een arbeidsbeperkte was als bedoeld in artikel 38b, tweede lid.

D

Artikel 50 komt te luiden:

Artikel 50. Omvang bonus arbeidsgehandicapte werknemer

  • 1. De korting, bedoeld in artikel 49, bedraagt € 7.000 per jaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de korting, bedoeld in artikel 49, € 2.000 per jaar indien het een werknemer betreft als bedoeld in artikel 49, eerste lid, onderdelen b, c, f of g.

E

Aan artikel 50b, eerste lid, wordt na «Wet sociale werkvoorziening» toegevoegd: of in de zin van artikel 10b, derde lid, van de Participatiewet.

F

(vervallen)

G

Artikel 117b, derde lid, onderdeel j, komt te luiden:

  • j. het een WGA-uitkering betreft, toegekend aan een werknemer, die naar de dienstbetrekking waaruit de WGA uitkering is ontstaan, is toegeleid door het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet en waarbij bij ziekte van die werknemer de mogelijkheid tot vergoeding als bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onderdeel b, van die wet, zoals dat luidde op 31 december 2015, van toepassing was of het ziekengeld betreft als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel a, b en c, dat aan die werknemer is toegekend direct aansluitend op een hiervoor bedoelde dienstbetrekking;

ARTIKEL VIII

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing, indien de werkgever in verband met de dienstbetrekking met die werknemer een loonkostensubsidie ontvangt als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet.

2. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 5. De werkgever bewaart de verklaring, bedoeld in het vierde lid, of een beschikking van het college van burgemeester en wethouders tot verlening van loonkostensubsidie als bedoeld in het derde lid, bij de loonadministratie.

B

Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na «premies» toegevoegd: , tenzij de werkgever in verband met de dienstbetrekking met die werknemer een loonkostensubsidie ontvangt als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet,.

b. De onderdelen b, c, f en g vervallen.

c. De onderdelen d en e worden verletterd tot de onderdelen b en c.

d. In de onderdelen b en c (nieuw) wordt «geen werknemer is als bedoeld in de onderdelen b, c, f of g,» vervangen door: geen arbeidsbeperkte is als bedoeld in artikel 38b, eerste of tweede lid.

e. De puntkomma aan het slot van onderdeel c (nieuw) wordt vervangen door een punt.

2. In het vierde lid wordt «het eerste lid, onderdeel d of e» vervangen door: het eerste lid, onderdeel b of c.

C

Artikel 50, tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid, vervalt.

D

(vervallen)

E

Artikel 117b, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

Onderdeel j, komt te luiden:

  • j. het een WGA-uitkering betreft, toegekend aan een werknemer, die naar de dienstbetrekking waaruit de WGA uitkering is ontstaan, is toegeleid door het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet en waarbij bij ziekte van die werknemer de mogelijkheid tot vergoeding als bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onderdeel b, van die wet van toepassing is of het ziekengeld betreft als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel a, b, en c, dat aan die werknemer is toegekend direct aansluitend op die dienstbetrekking;.

ARTIKEL IX

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12 van de Wet raadgevend referendum.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven