34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 september 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel III, elfde onderdeel, komt het voorgestelde elfde lid te luiden:

11. Het bepaalde in het tweede en derde lid inzake het tweede lid, onderdeel e, is van overeenkomstige toepassing op een arbeidsbeperkte als bedoeld in:

a. artikel 38b, eerste lid, onderdeel d, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

b. artikel 38b, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen nadat de quotumheffing op grond van artikel 122n, eerste lid, van die wet voor de betreffende werkgever is geactiveerd.

2

Artikel VII, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

a. Het tweede en derde onderdeel komen te luiden:

2. Onderdeel d komt te luiden:

d. geen werknemer is als bedoeld in de onderdelen b, c, f of g, de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten;

3. In onderdeel e wordt «geen werknemer is als bedoeld in onderdeel b» vervangen door «geen werknemer is als bedoeld in de onderdelen b, c, f of g» en wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.

b. In het vierde onderdeel komt het toe te voegen onderdeel g te luiden:

g. voldeed aan een indicatie als bedoeld in artikel 38b, eerste lid, onderdeel d, of werkzaam was in een dienstbetrekking, aangewezen op grond van artikel 38f, vijfde lid, dan wel nadat de quotumheffing op grond van artikel 122n, eerste lid, voor de betreffende werkgever is geactiveerd, een arbeidsbeperkte was als bedoeld in artikel 38b, tweede lid.

3

In artikel VII, onderdeel D, wordt in het nieuwe artikel 50, tweede lid, «€ 1.800 per jaar» vervangen door: € 2.000 per jaar.

4

In artikel VIII, onderdeel B, onder 1, wordt onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel e, een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. In de onderdelen b en c (nieuw) wordt «geen werknemer is als bedoeld in de onderdelen b, c, f of g,» vervangen door: geen arbeidsbeperkte is als bedoeld in artikel 38b, eerste of tweede lid.

Toelichting

Onderdeel 1 en onderdeel 2, onder b

Met deze toevoeging aan het nieuwe artikel 29b, elfde lid, van de Ziektewet en aan artikel 49, eerste lid, onderdeel g, Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) wordt ook de groep, bedoeld in artikel 38b, tweede lid, van de Wfsv onder de werking van dit wetsvoorstel gebracht vanaf het moment dat de quotumheffing wordt geactiveerd. Hiermee wordt aangesloten bij het amendement-Van Weyenberg (Kamerstukken II, 33 981, nr. 22) dat bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten werd aanvaard. Het gaat daarbij om personen die naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) wegens ziekte of gebrek, ontstaan voordat de leeftijd van 18 jaar werd bereikt of in de tijd dat de betrokkene studerende was, een belemmering ondervinden in het verrichten van arbeid in dienstbetrekking en op grond van artikel 10 van de Participatiewet of artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen een voorziening ontvangt en zonder die voorziening niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon. Vanaf het moment dat de quotumheffing wordt geactiveerd valt deze groep onder de doelgroep banenafspraak en komt deze groep in aanmerking voor de no-riskpolis en de premiekorting arbeidsgehandicapten. De restricties dat het recht op ziekengeld voor deze groepen eindigt met ingang van 1 januari 2021 en dat het recht op ziekengeld slechts van toepassing op werknemers van wie de dienstbetrekking is aangevangen in de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2021, die ook gelden voor de gemeentelijke doelgroep Participatiewet, zijn daarbij van overeenkomstige toepassing verklaard.

Onderdeel 2, onder a, en onderdeel 4

Als gevolg van deze wijzigingen komt de groep scholingsbelemmerden vanaf 1 januari 2016 te vallen onder het lage bedrag (€ 2.000) van de premiekorting arbeidsgehandicapten (mobiliteitsbonus) voor de doelgroep banenafspraak, voor zover deze scholingsbelemmerden ook tot een van de groepen van de doelgroep banenafspraak behoren. Doel van het wetsvoorstel is immers de instrumenten voor de gehele doelgroep banenafspraak te harmoniseren. Daarmee strookt niet dat werkgevers voor het in dienst nemen van scholingsbelemmerden die tevens onder de doelgroep banenafspraak vallen, aanspraak kunnen maken op het hogere bedrag van de premiekorting op grond van artikel 49 van de Wfsv. Om die reden worden scholingsbelemmerden die tevens behoren tot de groepen, genoemd in artikel 49, eerste lid, onderdelen b, c, f of g, van de Wfsv (de groepen van de doelgroep banenafspraak), uitgezonderd van de groep scholingsbelemmerden, en komen daardoor te vallen onder de hiervoor genoemde onderdelen die gelden voor de doelgroepen van de banenafspraak waarvoor het lage bedrag van de premiekorting geldt. Voor mensen met scholingsbelemmeringen die niet tot de doelgroep banenafspraak behoren geldt wel het hogere bedrag. Vanaf 1 januari 2021 blijft de beperking dat scholingsbelemmerden niet tot de doelgroep banenafspraak mogen behoren, van toepassing, maar wordt de verwijzing naar de per 1 januari 2021 te vervallen onderdelen b, c, f of g vervangen door een verwijzing naar de groep arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38b, eerste en tweede lid, van de Wfsv.

Onderdeel 3

Het bedrag van de premiekorting arbeidsgehandicapten wordt met deze wijziging van artikel 50 van de Wet financiering sociale verzekeringen verhoogd van € 1.800 naar € 2.000. Doordat de groep scholingsbelemmerden, die tevens valt onder de doelgroep banenafspraak, komt te vallen onder het lage bedrag van de premiekorting, is er financiële ruimte om het bedrag van deze premiekorting voor de hele doelgroep banenafspraak met € 200 te verhogen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven