34 184 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren van profielen in het voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, alsmede de actualisatie en flexibilisering van het beroepsgerichte deel van de examenprogramma's in het voorbereidend beroepsonderwijs

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 21 december 2015

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij onderschrijven het doel ervan, zijnde het moderniseren van de inhoud van het vmbo-onderwijs en het beter laten aansluiten van het vmbo bij het mbo en de vraag van het (regionale) bedrijfsleven. Wel hebben genoemde leden nog een enkele vraag inzake de uitvoerbaarheid. De leden van de PvdA-fractie sluiten zich bij deze vraag aan.

De leden van de PVV-fractie hebben met tevredenheid van het wetsvoorstel kennisgenomen. Zij hebben nog enkele vragen.

2. Het nieuwe systeem

Het in de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel voorziet erin dat leerlingen die de theoretische leerweg volgen de mogelijkheid krijgen om bovenop hun vakkenpakket een beroepsgericht keuzevak te kiezen en te volgen. Zo krijgt de leerling meer keuzeruimte en wordt de aansluiting met het vervolgonderwijs verbeterd. De leden van de VVD-fractie vinden het vergroten van de keuzemogelijkheden van leerlingen een wenselijke ontwikkeling. Wel zitten hieraan voor scholen uitvoeringsvraagstukken. Er zijn veel scholen die wel de theoretische leerweg aanbieden, maar niet de beroepsgerichte leerweg. Voor deze scholen heeft het amendement-Straus (nr. 16) grote, ook financiële gevolgen. Het gaat dan om het moeten voorzien in en de financiering van onder meer de juiste lokalen en hulpmiddelen voor de beroepsgerichte keuzevakken. Kan de regering aangeven of het een recht wordt van de leerling om beroepsgerichte vakken te kiezen? Of is het een keuze voor scholen om leerlingen deze mogelijkheid al dan niet te bieden? Op welke wijze wordt voorzien in de financiering van deze keuzevakken? Kan de regering ten slotte aangeven op welke wijze deze vakken meegewogen worden in de zak/slaagregeling van de theoretische leerweg?

De leden van de PVV-fractie hebben de volgende vragen. Heeft de regering er zicht op of – en zo ja, welke – scholen de overstap naar de profielstructuur in 2016 of 2017 mogelijk niet gaan redden (of deze mogelijk niet zien zitten)? Hoe gaat de regering hiermee om? Wat zijn de gevolgen voor (de kwaliteit van) het onderwijs, in brede zin, wanneer scholen de overstap naar de profielstructuur in 2016 of 2017 niet zullen (kunnen) doorvoeren? Ziet de regering mogelijk een verschil in «waarde» tussen diploma's van vóór en ná de overstap naar de profielstructuur?

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zien de reactie van de regering – bij voorkeur zo spoedig mogelijk – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Vries-Leggedoor

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), vac. (VVD), Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA) (voorzitter), Beuving (PvdA), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Kops (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Bikker (CU), Van Hattem (PVV), Köhler (SP), Krikke (VVD), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66) (vice-voorzitter)

Naar boven