34 157 Implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming (PbEU L294)

Nr. 18 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN SWINKELS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 27 mei 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 28c, eerste lid, na «gedurende» ingevoegd «een termijn van» en wordt een volzin toegevoegd, luidende: De hulpofficier van justitie kan deze termijn, indien deze ontoereikend blijkt, op verzoek van de verdachte of zijn raadsman met ten hoogste een half uur verlengen, tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet.

Toelichting

Met dit amendement willen indieners dat het voorgestelde artikel 28c beter aansluit bij het doel van het betreffende wetsartikel.

Het met artikel I, onderdeel D, voorgestelde artikel 28c, eerste lid, schrijft voor dat de verdachte ten hoogste een half uur de tijd heeft om met de raadsman te overleggen voorafgaand aan het verhoor. De regering erkent dat een half uur niet in alle gevallen toereikend zal zijn en dat vooral in complexere strafzaken meer tijd nodig kan zijn voor consultatiebijstand. Indieners begrijpen het voorstel een termijn te stellen voor de duur van consultatiebijstand, maar zijn daarbij van mening dat de mogelijkheid om hiervan af te wijken duidelijker in de wet moet komen te staan door voor te schrijven dat de termijn, tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet, op verzoek van de verdachte of zijn raadsman met ten hoogste een half uur verlengd kan worden als deze ontoereikend blijkt.

Van Nispen Swinkels

Naar boven