34 146 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele inhoudelijke wijzigingen van diverse aard

Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 maart 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel II, onderdeel A, komt te luiden:

Artikel 11, eerste lid, aanhef en onder a, komt te luiden:

Artikel 11. Uitgangspunten en doelstelling onderwijs

1. Het onderwijs wordt afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. Zo nodig treedt het bevoegd gezag daarbij in overleg met:

a. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de leerling zijn woonplaats heeft als bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet,.

B

In artikel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

A1

In artikel 66c, tweede lid, wordt «een bestuurlijke fusie als bedoeld in artikel 17» vervangen door: een bestuurlijke fusie als bedoeld in artikel 28.

C

In artikel III wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

C1

In artikel 53h, derde lid, wordt «een bestuurlijke fusie als bedoeld in artikel 17» vervangen door: een bestuurlijke fusie als bedoeld in artikel 53c.

D

Na artikel IX worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IXA. WIJZIGING WET STUDIEFINANCIERING 2000

De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 6.3 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het rentepercentage wordt vastgesteld op nul indien deze overeenkomstig de eerste volzin minder dan nul procent bedraagt.

B

Aan artikel 6.3, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het rentepercentage wordt vastgesteld op nul indien deze overeenkomstig de eerste volzin minder dan nul procent bedraagt.

ARTIKEL IXB. SAMENLOOP MET VARIAWET PASSEND ONDERWIJS EN KWALITEIT (V)SO

Indien het bij koninklijke boodschap van 11 september 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het aanbrengen van enkele verbeteringen in de wetsbepalingen met betrekking tot passend onderwijs (Variawet passend onderwijs en kwaliteit (v)so) (Kamerstukken II, 2013/2014, 34 022, nr. 2) tot wet is of wordt verheven en artikel II, onderdeel C, van die wet later in werking treedt dan onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als artikel II, onderdeel A, van deze wet, komt het in artikel II, onderdeel C, van die wet opgenomen eerste lid, aanhef en onderdeel a, van artikel 11 als volgt te luiden:

1. Het onderwijs wordt afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. Zo nodig treedt het bevoegd gezag daarbij in overleg met:

a. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de leerling zijn woonplaats heeft als bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet,

Toelichting

Onderdeel A en onderdeel D, artikel IXB

Onderdeel A betreft een technische aanpassing. In de Variawet passend onderwijs en kwaliteit (v)so (Kamerstukken II, 2013/2014, 34 022, nr. 2) wordt in artikel II, onderdeel C, artikel 11 van de Wet op de expertisecentra (WEC) opnieuw vastgesteld. Door de inwerkingtreding van de Invoeringswet Jeugdwet (Stb. 2014, 443) is artikel 11, eerste lid, onderdeel a van de WEC echter gewijzigd. De Variawet passend onderwijs en kwaliteit (v)so (Kamerstukken II, 2013/2014, 34 022, nr. 2) bevat in artikel II, onderdeel C, een verkeerde verwijzing naar de Jeugdwet. Met dit wetsvoorstel wordt het eerste lid, aanhef en onderdeel a, van artikel 11 van de WEC opnieuw vastgesteld, waarmee de verkeerde verwijzing naar de Jeugdwet in het eerste lid, onderdeel a wordt hersteld. Daartoe is ook in onderdeel D, artikel IXB, van dit wetsvoorstel een samenloopbepaling opgenomen indien de Variawet passend onderwijs en kwaliteit (v)so later in werking zou treden dan dit wetsvoorstel, waardoor de verkeerde verwijzing zou blijven staan.

Onderdelen B en C

Doordat de Wet van 27 januari 2011 tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (Stb. 2011, 95) eerder in werking is getreden dan de Wet van 26 mei 2011 tot wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen (Stb. 2011, 287), is er door een samenloop van wijzigingen van artikel 66c, tweede lid, van de WEC en artikel 53h, derde lid, van de WVO abusievelijk een verkeerde verwijzing naar de artikelen over de samenwerkingsschool in de betreffende artikelen van deze wetten opgenomen. In deze onderdelen worden deze verkeerde verwijzingen hersteld.

Onderdeel D, artikel IXA

Hiermee wordt, conform de bedoeling van de wetgever, die ondubbelzinnig blijkt uit het feit dat in de WSF 2000 telkens wordt gesproken over zaken als «verschuldigde rente» en «tenietgaan van rente», verduidelijkt dat ingeval het op basis van artikel 6.3 vastgestelde rentepercentage lager dan nul bedraagt, dat rentepercentage op nul wordt gesteld. Begin 2013 is dezelfde aanvulling gedaan voor oude leningen (aangegaan vóór 1992) in artikel 12.10a van de Wet studiefinanciering 2000 (Stb. 2013, 88).

Om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over de wijze van rentevaststelling, wordt deze wijziging met onderhavige nota van wijziging opgenomen in dit wetsvoorstel dat reeds diverse onderwerpen bevat.

Deze nota van wijziging wordt gegeven mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Aan de ondertekening van het wetsvoorstel wordt derhalve ook de Minister toegevoegd.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven