34 109 Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed (Erfgoedwet)

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 2 november 2015

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord. Zij wensen nog enkele vragen te stellen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord. Zij hebben nog enige vragen.

2. Bescherming van erfgoed

De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat zich ertegen verzet om in de Erfgoedwet artikel 7:1 en artikel 8:3 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht expliciet niet van toepassing te verklaren. Deze artikelen in de Algemene wet bestuursrecht zien er globaal gezegd op, aan wie het recht is toegekend beroep bij een bestuursrechter in te stellen en tegen welke besluiten dat al dan niet kan. De leden van de fracties van D66, SP, PvdA en ChristenUnie sluiten zich bij deze vraag aan.

De leden van de VVD-fractie vragen zich verder af of er andere geldende wetten zijn waarvoor in de wetstekst uitdrukkelijk een aantal artikelen van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing verklaard wordt. De leden van de fracties van D66 en de PvdA sluiten zich bij deze vraag aan.

De leden van de VVD-fractie hebben het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State inzake het wetsvoorstel van de Erfgoedwet nog eens goed gelezen en komen daardoor tot de volgende vraag. Heeft de regering naar aanleiding van het advies extra waarborgen bij een eventuele vervreemding van cultuurgoederen of collecties opgenomen in het wetsvoorstel? En zo ja, welke? De leden van de fracties van de SP en de PvdA sluiten zich bij deze vraag aan.

De regering betoogt in haar beantwoording dat de bescherming van het cultureel erfgoed goed geregeld is omdat de daartoe te volgen procedure in deze wet ervoor zal zorgen dat een stap naar vervreemding zorgvuldig gemaakt wordt. De leden van de fractie van de SP zijn het met haar eens dat de nationale procedures adequaat zijn ingericht en dat hier ook vele ogen zullen meekijken. Op lokaal niveau zal men hier heel anders tegenaan kijken. Het voorbeeld van Dordrecht, waar de bewoners van de stad zich inzetten voor het behoud van «Gezicht op Dordrecht», illustreert dit eens te meer. Daar dreigde een schilderij vervreemd te worden dat in de landelijke collectie van veel minder belang was dan voor Dordrecht. Deze inspanningen waren succesvol.

De regering noemt dit als voorbeeld dat het systeem dus werkt, maar eigenlijk is het tegendeel dus waar. Want afhankelijk van de publieke opinie zal er een dergelijke actie al dan niet gevoerd worden. En met het toenemende takenpakket en de afnemende financiën bij de gemeente is een kunstwerk nu eenmaal snel verkocht. Dat risico is in deze tijden in toenemende mate aanwezig. Ziet de regering dit risico ook? En zo ja, waarom heeft zij er dan niet voor gekozen om door middel van een bestuursrechtelijke procedure een stok achter de deur te houden? De regering antwoordt dat dit al geregeld is omdat eisers een privaatrechtelijke procedure kunnen voeren. Dat is juist en die procedures worden nu ook al gevoerd. Alleen zijn de kosten van deze rechtsgang veel hoger en zijn de procedures veel trager. Omdat het hier gaat om een algemeen belang, is naar de mening van de leden van de fractie van de SP een laagdrempelige procedure met minder kosten voor alle partijen beter.

Wat is de visie van de regering?

Wanneer een kunstbezitter een voorwerp tijdens leven of bij overlijden schenkt aan de overheid met de voorwaarde dat dit kunstwerk nooit verkocht mag worden, dan is hij of zij er niet zeker van dat dit nooit zal gebeuren. Dat is een vreemde afspraak. De overheid krijgt iets wat ze niet mag vervreemden, maar stiekem toch kan doen. Het is dan ook wel voorgekomen dat stukken die vervreemd dreigden te worden door middel van rechtszaken toch in een collectie konden blijven. Dit voorbeeld illustreert dat wat er aan regels is niet garandeert dat die regels worden nageleefd. Dit zorgt voor een terughoudende houding van de private sector, die het hierdoor risicovoller vindt te investeren in het cultureel erfgoed. Voor een mecenaat is het van belang dat er zekerheid is, rechtszekerheid. De Erfgoedwet stelt een bescherming op diverse niveaus voor. Waarom heeft de regering de regimes voor het behoud niet gelijk gesteld? Het gaat immers om het behoud van het erfgoed, niet om wie dat erfgoed in handen heeft.

3. Archeologische monumentenzorg

De regering stelt dat zij geen geld zal gaan geven aan een landelijk fonds bij grote archeologische vondsten, zo lezen de leden van de SP-fractie. Zij heeft er geen bezwaar tegen dat een dergelijk fonds privaat zal worden opgericht. Daaruit leiden de leden van de fractie van de SP af dat de regering van mening is dat een degelijk fonds van meerwaarde kan zijn, maar dat zij geen financiën beschikbaar heeft. Zou de regering evenwel bereid zijn om zich in te zetten voor een dergelijk fonds en private partijen aan te zoeken om een dergelijk fonds tot stand te brengen?

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zien de reactie van de regering – bij voorkeur binnen zo spoedig mogelijk – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Vries-Leggedoor

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), Hermans (VVD), Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA) (voorzitter), Beuving (PvdA), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Kops (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Bikker (CU), Van Hattem (PVV), Köhler (SP), Krikke (VVD), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66) (vice-voorzitter).

Naar boven