Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2015
Op 8 september jl. heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de VNG en mij.
Met deze brief informeer ik u over de inhoud van enkele van de besluiten die tijdens
dit overleg zijn genomen, die gevolgen hebben voor de financiering van woningaanpassingen,
hulpmiddelen en huishoudelijke hulp als onderdeel van het modulair pakket thuis en
de zorg voor Wlz-indiceerbaren.
Woningaanpassingen en hulpmiddelen
Woningaanpassingen en hulpmiddelen voor Wlz-cliënten worden in 2015 nog vanuit de
Wmo 2015 geleverd. De Wlz bepaalt thans dat de verstrekking van deze voorzieningen
met ingang van 1 januari 2016 overgaat naar de Wlz.
De afgelopen maanden is onderzocht op welke wijze deze overheveling plaats kan vinden.
Samen met ZN, de zorgkantoren, VNG, een aantal gemeenten, de branchevereniging van
hulpmiddelenleveranciers Firevaned, het Zorginstituut Nederland, de NZa, en patiënten-
en cliëntenorganisaties, is in beeld gebracht welke mogelijkheden er zijn om hulpmiddelen
en woningaanpassingen voor Wlz-cliënten verantwoord over te hevelen van de Wmo 2015
naar de Wlz. Hieruit is gebleken dat de randvoorwaarden onvoldoende zijn uitgewerkt
om de overheveling en uitvoering voorspelbaar en beheersbaar te doen plaatsvinden.
Ik wil geenszins het risico nemen dat de cliënt geraakt wordt door de overheveling.
Op basis hiervan hebben de VNG, ZN en VWS gezamenlijk besloten dat een overheveling
per 2016 – vanuit het perspectief van de cliënt – geen doorgang zou moeten vinden.
De overheveling wordt uitgesteld tot een nader te bepalen datum.
In dat kader is afgesproken op korte termijn te onderzoeken op welke wijze de noodzakelijke
randvoorwaarden verder kunnen worden ingevuld om in de toekomst wel tot een verantwoorde
overheveling over te kunnen gaan. Alle partijen worden nauw betrokken bij de inhoud
van dit onderzoek.
Huishoudelijke verzorging voor Wlz-cliënten
Eind 2014 is besloten de bestuurlijke afspraak tussen VWS en de VNG dat gemeenten
de huishoudelijke verzorging leveren voor Wlz cliënten met een modulair pakket thuis
één jaar wordt voortgezet (daartoe behoren ook de cliënten die eerder tot de groep
«Wlz-indiceerbaren» behoorden). Tijdens genoemd Bestuurlijk Overleg is vastgesteld
dat ook hier niet aan de randvoorwaarden voor verantwoorde overheveling is voldaan.
Omdat ook hier het belang van de cliënt voorop staat is ook hier de afspraak gemaakt
dat gemeenten minimaal nog één jaar (2016) de huishoudelijke verzorging voor deze
cliënten zullen voortzetten.
Het hiervoor genoemde onderzoek naar de hulpmiddelen en woningaanpassingen zal ook
zien op de huishoudelijke verzorging voor Wlz-cliënten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn