34 104 DosLangdurige zorgsiertitel

Nr. 61 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2015

Hierbij doe ik u en de voorzitter van de Eerste Kamer een afschrift toekomen van mijn brief aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) inzake het voorlopige budgettaire kader Wlz 20161. Deze brief bevat ook mijn reactie op het advies van de NZa over de toereikendheid van de contracteerruimte in de Wet langdurige zorg voor 2015. De brief aan de NZa is verzonden onder voorbehoud van de politieke besluitvorming, die op Prinsjesdag aan u gepresenteerd wordt. Later dit jaar zal ik de aanwijzing aan de NZa uit doen gaan. Daarbij hanteer ik uiteraard de voorhangprocedure bij het geven van een aanwijzing aan de NZa.

Met dit voorlopige budgettaire kader kunnen zorgkantoren en zorgaanbieders het proces voor de zorginkoop 2016 starten. Een belangrijk doel van de Wlz is dat zorgkantoren op kwaliteit en inhoud van zorg gaan inkopen. Dit heeft zich onder andere vertaald in het plan van aanpak kwaliteit verpleeghuizen «Waardigheid en trots» (bijlage bij Kamerstuk 31 765, nr. 124). Hierin is de doelstelling opgenomen dat zorgkantoren een omslag maken bij hun inkoopbeleid. Zij krijgen een actieve rol in het ondersteunen van de cliënt en bij het inkopen op kwaliteit, de controle daarop gedurende de «levertijd» en het op peil houden van die kwaliteit.

De zorgkantoren hebben samen met ZN een eerste stap in deze omslag gemaakt bij het opstellen van het zorginkoopkader 2016. Het inkoopbeleid is gebaseerd op het versterken van de basiszorg, ruimte voor kwaliteit van leven en samenhang in de zorg. Zorgkantoren zullen in hun inkoopbeleid differentiëren tussen de sectoren, om zo aan te sluiten bij de eigenheid van iedere sector. ZN en zorgkantoren hebben bij het opstellen van het inkoopkader de branche-organisaties van cliënten en aanbieders als ook de NZa en de IGZ meermalen geconsulteerd. Alle Wlz-uitvoerders hebben zich geconformeerd aan het inkoopkader 2016.

Centraal in het inkoopkader 2016 staan: de beweging van «spreadsheetinkoop» naar een continue dialoog met zorgaanbieders, het sturen op en belonen van kwaliteit en het centraal stellen van de keuze van de cliënt. Ik steun de beweging die de zorgkantoren hiermee hebben ingezet. Door de wens van de cliënt centraal te stellen en daadwerkelijk met aanbieders in dialoog te gaan over de te leveren zorg en verbetering van kwaliteit kan meer maatwerk worden geleverd. Aanbieders zullen daarbij meer dan voorheen zelf aan zet zijn: zij moeten zelf aangeven waar ze naartoe willen als organisatie en op welke wijze zij willen werken aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg. De inbreng van cliëntenraden is hierbij een vereiste. Deze dialoog, evenals de mogelijkheid tot het maken van een meerjarenafspraak zal bijdragen aan een vermindering van de administratieve lasten.

Tegelijkertijd erken ik dat deze beweging richting meer cliëntvolgende bekostiging en dialoog voor zorgaanbieders enige mate van onzekerheid met zich meebrengt. Ten eerste omdat zorgkantoren, anders dan vorig jaar, hun budget niet al voorafgaand aan het jaar volledig zullen uitzetten. Zo houden zij immers de ruimte om gedurende het jaar tegemoet te blijven komen aan de voorkeuren van nieuwe cliënten. De zorgkantoren hebben mij wel verzekerd dat voor cliënten die reeds in zorg zijn continuïteit gewaarborgd blijft. Ten tweede omdat de hoogte van het tarief dat zorgkantoren afspreken met aanbieders afhankelijk zal zijn van de plannen die zorgaanbieders indienen en de behaalde resultaten. Uiteraard kunnen zorgaanbieders een gedeelte van de onzekerheid inperken door goede (en realistische) verbeterplannen in te dienen en hier uitvoering aan te geven.

De zorginkoop is met de publicatie van het zorginkoopkader 2016 van start gegaan. Tot november zal er intensief contact zijn tussen zorgaanbieders en zorgkantoren, om uiteindelijk in november tot afspraken te komen. Daarnaast zal ZN de gesprekken met branche-organisaties en organisaties van cliënten voortzetten, waarbij onder meer gesproken wordt over de ervaring met de dialoog en het meer centraal stellen van de cliëntkeuze. Ook ik zal in de reguliere overleggen die ik heb met de zorgkantoren de vinger aan de pols houden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven