Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2021
Met mijn brief aan de Tweede Kamer van 23 september jl.1 heb ik gereageerd op de motie van de leden Hijink en Bikker om extra financiële middelen
vrij te maken voor zorgsalarissen (Kamerstuk 25 295, nr. 1426).
Het kabinet stelt voor 2022 in totaal € 675 miljoen extra beschikbaar voor hogere
zorgsalarissen. Via deze brief informeer ik u over de impact op de Wlz.
Het aandeel van de Wlz in de genoemde € 675 miljoen bedraagt € 221 miljoen. Dit bedrag
voeg ik toe aan het Wlz-kader voor 2022. Het Wlz-kader neemt hierdoor toe van € 29.760
miljoen (zoals opgenomen in mijn eerdere brief van 28 september jl. over het Wlz-kader2) tot € 29.981 miljoen. Onderstaande tabel bevat de verdeling van het verhoogde Wlz-kader
over de contracteerruimte voor zorg in natura, het pgb-kader en de gereserveerde herverdelingsmiddelen.
|
Wlz-kader 2022
|
29.981
|
A
|
Contracteerruimte bij aanvang 2022
|
26.550
|
B
|
Pgb-kader bij aanvang 2022
|
3.131
|
C
|
Gereserveerde herverdelingsmiddelen 2022
|
300
|
Ik heb de NZa verzocht het verhoogde Wlz-kader dat bij aanvang van 2022 beschikbaar
is, te verdelen over de zorgkantoren. Daarnaast heb ik de NZa verzocht om de extra
arbeidsvoorwaardenruimte te verwerken door een verhoging van de gereguleerde maximumtarieven
voor de Wlz in 2022.
In de inkoopafspraken tussen zorgkantoor en zorgaanbieder worden tariefpercentages
opgenomen ten opzichte van de maximumtarieven van de NZa. Op grond van dit percentage
zullen de hogere maximumtarieven van de NZa vanzelf leiden tot een hoger tarief in
euro’s voor de zorgaanbieders en daarmee tot de gewenste extra arbeidsvoorwaardenruimte
bij de zorgaanbieders.
Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge