34 104 Langdurige zorg

Nr. 318 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2021

Per brief van 9 september 2020 heeft u mij om een reactie gevraagd op een brief van de heer M.V. te P. De heer V. koopt voor zijn dochter logeeropvang in met pgb dat het zorgkantoor heeft toegekend op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De heer V. constateert een probleem met betrekking tot het declareren van logeerdagen conform de door de NZa opgestelde beleidsregel in relatie tot Wlz-regelgeving. Op basis van de betreffende beleidsregel, die ziet op bekostiging van zorg in natura, kan door de zorgaanbieder voor drie nachten logeren vier dagen worden gedeclareerd. In de regelgeving is het aantal etmalen (nachten) dat jaarlijks mag worden gelogeerd gemaximeerd tot 156. In de praktijk leidt de beleidsregel van de NZa ertoe dat een natura zorgaanbieder voor 156 logeernachten 208 dagen mag declareren. De heer V. wijst op het verschil tussen het aantal etmalen dat cliënten in natura kunnen ontvangen en het aantal etmalen logeeropvang dat budgethouders maximaal kunnen inkopen indien de logeerhuizen ook voor budgethouders de spelregels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) volgen.

Het maximum aantal dagen logeeropvang

De heer V. stelt terecht dat de aanspraak op logeeropvang wettelijk is beperkt tot 156 etmalen per kalenderjaar (Besluit langdurige zorg, Artikel 3.1.3, eerste lid). In de praktijk betekent dit 156 nachten logeren. Dit maximum geldt zowel voor naturazorg als pgb. De aanspraak op Wlz-zorg verschilt dus niet tussen budgethouders en cliënten die logeren binnen de leveringsvorm modulair pakket thuis (mpt). De bekostiging van de geleverde zorg kan wel verschillen.

Logeeropvang in natura wordt bekostigd op basis van dagen geleverde logeerzorg. De NZa heeft – in lijn met de formulering van de aanspraak in het Besluit – een dag logeeropvang gedefinieerd als een kalenderdag, die deel uitmaakt van een periode van opname voor logeren. De opname omvat minimaal één overnachting. De dag van aanvang van de logeeropvang en de dag van beëindiging van de logeeropvang gelden als een te declareren dag logeeropvang waarbij geldt voor de dag van opname dat deze enkel gedeclareerd kan worden indien de opname heeft plaatsgevonden vóór 20:00 uur1. In de meeste gevallen kunnen de natura-aanbieders dus zowel de dag van aankomst als de dag van vertrek declareren als geleverde dag logeeropvang. Indien de cliënt 3 nachten per week logeert (156 etmalen) kan het logeerhuis zodoende maximaal 208 dagen bij het zorgkantoor declareren.

De declaratieregels voor logeren in natura zijn niet van toepassing voor logeeropvang ingekocht met een pgb. De pgb-houder maakt zelf afspraken met het logeerhuis. Een budgethouder kan zelf met het logeerhuis een tarief per dag overeenkomen. Het tarief kan daarbij zo worden gekozen dat het logeerhuis geen exploitatienadelen ondervindt ten opzichte van de wijze van declareren van naturazorg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven