34 104 Langdurige zorg

Nr. 176 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2017

Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van het lid Marijnissen (SP), gedaan in het ordedebat van 11 april 2017 om uw Kamer te informeren over de stand van zaken bij de uitvoering van de motie van de leden Leijten (SP) en Bergkamp (D66) uit 20141 (Handelingen II 2016/17, nr. 66, item 14). Tevens heeft mw. Bergkamp (D66) gevraagd naar een inhoudelijke reactie over de uitvoering van de motie-Otwin van Dijk/Bergkamp over het maatwerkprofiel2. Ten slotte heeft mw. Hermans (VVD) gevraagd om een reactie op recente berichtgeving in Nieuwsuur over mensen met een meervoudige beperking die maar moeilijk een plek krijgen in een instelling.

Uitvoering motie Wlz-indiceerbaren

De motie-Leijten/Bergkamp uit 2014 vraagt de regering om bij de invoering van de Wlz specifieke aandacht te besteden aan kinderen met een zware zorgbehoefte. Deze groep vormt een onderdeel van de «Wlz-indiceerbaren». Een groep van ongeveer 13.000 cliënten met een AWBZ-indicatie voor extramurale zorg met zulke zware beperkingen dat zij waarschijnlijk aan het Wlz-indicatiecriterium voldoen – de «Wlz-indiceerbaren» genoemd – hebben eind 2014 op hun verzoek tijdelijk toegang tot de Wlz gekregen. De afgelopen twee jaar heb ik uw Kamer regelmatig geïnformeerd over de stand van zaken bij de uitvoering van deze motie. Het CIZ heeft in 2016 voor alle Wlz-indiceerbaren beoordeeld of ze aan de toegangscriteria voor de Wlz voldoen. Voor de cliënten die voor onbepaalde tijd toegang hebben gekregen tot de Wlz heb ik een vangnetconstructie geregeld. Dit vangnet is op 1 januari 2017 in werking getreden. Op grond daarvan behouden cliënten vanaf 1 januari 2017 nog drie jaar lang – in afwachting van meer maatwerk bij de indicatiestelling – minimaal de zorg die zij in 2016 hadden.

Ruim 3.000 cliënten zullen per 1 juli 2017 zorg en ondersteuning vanuit de Zvw of de gemeente krijgen. Het CIZ heeft alle cliënten hierover schriftelijk geïnformeerd. Met partijen zijn goede afspraken gemaakt om de overdracht goed te laten verlopen.

Uitvoering motie maatwerk(profiel)

De motie-Otwin van Dijk/Bergkamp uit 2014 vraagt de regering te onderzoeken hoe vanaf 2016 de mogelijkheid van een maatwerkprofiel voor de indicatiestelling door het CIZ kan worden vormgegeven, inclusief een passende bekostigingssystematiek. In mijn brief van 30 november 20153 over meerzorg en maatwerk heb ik aangegeven dat ik ter uitvoering van deze motie een brede adviesaanvraag heb gedaan bij het Zorginstituut en de NZa. Ook in de voortgangsrapportage Wlz van 2 september 20164 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang. Het advies van het Zorginstituut en de NZa heb ik uw Kamer op 20 december 20165 toegestuurd en daarbij toegezegd in februari 2017 mijn inhoudelijke reactie te zullen geven.

In mijn brief van 20 februari 20176 heb ik een uitgebreide inhoudelijke reactie op het advies van de NZa en het Zorginstituut gegeven. Samengevat komt die reactie hierop neer dat ik, mede op verzoek van de cliëntenorganisaties en in overleg met de betrokken partijen, voor alle Wlz-cliënten die thuis zorg ontvangen meer maatwerk in de indicatiestelling wil realiseren. Zoals ik in mijn reactie heb aangegeven, betreft het een majeure wijziging om bij de indicatiestelling meer rekening te houden met persoonlijke omstandigheden en een onderscheid te maken tussen zorg in een instelling en zorg thuis. Indien aanpassing van wetgeving noodzakelijk is, is de uiteindelijke invoering daarvan een zaak voor het volgende kabinet. Dit neemt niet weg dat ik het nadere onderzoek en de voorbereidingen voor de definitieve besluitvorming onverminderd voortzet. Ik zal uw Kamer hierover voor de zomer nader informeren.

Ondertussen is in lijn met het advies van de NZa en het Zorginstituut verkend welke maatregelen op korte termijn al gerealiseerd kunnen worden. Zo hebben zorgkantoren al verbeteringen gerealiseerd in de aanvraagprocedures voor meerzorg. Dit is vastgelegd in het protocol meerzorg voor 2017. Zorgkantoren kunnen op grond daarvan meerzorg voor meerdere jaren toekennen en doen dat in de praktijk nu ook. Ook voor de regeling extra kosten thuis is het mogelijk om voor meerdere jaren (tot maximaal 5 jaar) een beschikking af te geven. Hiermee is uitvoering gegeven aan de motie-Bergkamp c.s.7 waarin de regering gevraagd wordt te realiseren dat iemand met meerzorg dit niet ieder jaar standaard opnieuw moet aanvragen.

Berichtgeving in Nieuwsuur over passende zorg voor mensen met complexe problematiek

Het lid Hermans (VVD) verzocht om in deze brief tevens in te gaan op de berichtgeving in Nieuwsuur over gebrek aan passende zorg voor mensen met complexe problematiek. Het lid Marijnissen (SP) heeft over deze berichtgeving ook Kamervragen gesteld. Vooruitlopend op de beantwoording van deze vragen meld ik u alvast het volgende.

Nieuwsuur berichtte op 26 en 27 maart 2017 over ontbrekend zorgaanbod voor cliënten met complexe problematiek. Aanleiding voor deze reportages was een signaal van MEE-Nederland. De MEE-organisaties constateren dat het bij een aantal van de cliënten die zij ondersteunen zeer veel moeite kost om een passend zorgaanbod te vinden. MEE-Nederland heeft vervolgens deze cliënten geïnventariseerd en dit leverde een lijst op met ruim 120 MEE-cliënten waarvoor passende zorg niet of nauwelijks te vinden is. Deze lijst is door MEE-Nederland vervolgens voorgelegd aan de zorgkantoren en aan VWS.

Ik ben – op basis van de lijst van MEE-Nederland – in overleg met betrokken partijen (MEE, Ieder(in) en de zorgkantoren) over een aanpak om zo snel mogelijk passende zorg aan deze cliënten te kunnen bieden. Uitgangspunt daarbij is een regionale aanpak, gecombineerd met een landelijke aanpak waarnaar problemen kunnen worden opgeschaald en oplossingen kunnen worden gedeeld. Ik zal uw Kamer in een later stadium informeren over de voortgang.

Reactie op het pamflet van ouders van kinderen met een ernstige meervoudige beperking

In het genoemde ordedebat van 11 april 2017 is ook verwezen naar het pamflet van ouders van kinderen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. Mijn inzet is erop gericht dat deze cliënten de zorg krijgen die zij nodig hebben, hoe complex die ook mag zijn. Met bovenstaande acties is reeds veel in gang gezet om dit te realiseren. De opstellers van het pamflet typeren de hierboven geschetste voortgang rondom het maatwerkprofiel als hoopgevend.

De betreffende groep ouders heeft nog een aantal andere punten geagendeerd in hun pamflet. Ik zal in gesprek gaan met deze ouders en daarna uw Kamer informeren over de uitkomsten.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Kamerstuk 33 891, nr. 167.

X Noot
2

Kamerstuk 33 891, nr. 169.

X Noot
3

Kamerstuk 34 104, nr. 87.

X Noot
4

Kamerstuk 34 104, nr. 138.

X Noot
5

Kamerstuk 34 104, nr. 156.

X Noot
6

Kamerstuk 34 104, nr. 167.

X Noot
7

Kamerstuk 25 657, nr. 266.

Naar boven