34 104 Langdurige zorg

Nr. 173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2017

Met deze brief informeer ik u over de resultaten van een onderzoek naar voorspellers van gebruik en kosten in de ouderenzorg dat in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is uitgevoerd. Het onderzoek richt zich op het verbeteren van het inzicht in de kostenontwikkeling van de gebruikers van ouderenzorg en de samenhang met objectieve kenmerken zoals leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status, regio en morbiditeit.

Uit het onderzoek blijkt dat de omvang en samenstelling van de gebruikersgroep grofweg gelijk blijft in de onderzochte periode (2012–2014): per jaar overlijdt ongeveer een derde van de gebruikers en stroomt een groep van vergelijkbare omvang de ouderenzorg in, waarbij de verdeling over zorgprofielen ongeveer gelijk blijft. Voorafgaand aan de opname in de ouderenzorg hebben mensen hoge zorgkosten die ten laste komen van de Zorgverzekeringswet. Het gaat daarbij om medicijngebruik (onder andere voor Alzheimer, Parkinson en hartaandoeningen), gebruik van de wijkverpleging, geriatrische revalidatiezorg, fysiotherapie, medisch-specialistische zorg en GGZ. Eenmaal opgenomen, dalen deze kosten omdat zij voor een belangrijk deel ten laste komen van de Wet langdurige zorg.

Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in de mogelijkheden om de kosten ouderenzorg op individueel niveau te voorspellen en geeft het aanknopingspunten om – indien gewenst – een risicovereveningsmodel te ontwikkelen. In de memorie van toelichting van de Wet langdurige zorg is dit onderzoek aangekondigd (Kamerstuk 33 891, nr. 3). Gelet op de demissionaire status stuur ik u dit rapport zonder beleidsstandpunt toe1.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven