Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2017
Tijdens de procedurevergadering van de commissie VWS van 21 februari 2017 heeft mevrouw
Bergkamp verzocht om een brief over de toegang tot de Wlz voor ggz-cliënten. Mevrouw
Bergkamp geeft aan geïnformeerd te willen worden over de stand van zaken over de uitvoeringstoets
en wanneer de resultaten daarvan te verwachten zijn. Met deze brief reageer ik op
haar verzoek.
Inmiddels is het onderzoek naar inzicht in aantallen cliënten in volle gang. Dit onderzoek
wordt uitgevoerd door Bureau HHM. Van Bureau HHM heb ik begrepen dat gemeenten, aanbieders
en het CIZ allen hun medewerking verlenen en dat dit onderzoek goed verloopt. De resultaten
van het onderzoek verwacht ik begin april 2017. Dan zal ik u ook over dit resultaat
informeren.
Zoals ik in mijn brief van 22 december 2016 (Kamerstuk 34 104, nr. 157) aangaf, brengt openstelling van de Wlz voor ggz-cliënten nog andere uitvoeringsvraagstukken
met zich mee. Samen met het Zorginstituut, NZa en CIZ breng ik in kaart wat openstelling
van de Wlz voor ggz-cliënten met zich mee brengt. Naast budgettaire gevolgen gaat
het onder andere ook om gevolgen voor indicatiestelling, eigen bijdrage, risicoverevening,
zorginkoop, zorgprofielen, prestatiebeschrijvingen en het te ontwikkelen verdeelmodel
beschermd wonen. Inzicht in de aantallen vormt de basis die nodig is om een aantal
van deze vragen te kunnen beantwoorden. In de brief van 3 november 2016 (Kamerstuk
34 550 XVI, nr. 14) heeft de Minister aangegeven dat wij verwachten u hierover na de zomer 2017 te kunnen
informeren.
Ik begrijp dat ggz-cliënten behoefte hebben aan duidelijkheid. Overigens wil dit niet
zeggen dat ggz-cliënten nu geen goede zorg of ondersteuning kunnen krijgen. Zij kunnen
nu een beroep doen op de Wmo 2015 en/of Zvw of na drie jaar verblijf met behandeling
(Zvw) alsnog instromen in de Wlz. Met het onderzoek van HHM en de resultaten van de
verkenning met de betreffende zbo’s ontstaat een zo compleet mogelijk beeld over de
gevolgen van opstelling van de Wlz voor de diverse domeinen, waaronder ook de Wlz
zelf. Met de verkregen inzichten kan dan door het nieuwe kabinet een besluit genomen
worden over het al dan niet openstellen van de Wlz voor ggz-cliënten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn