De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel D, komt te luiden:
Aan artikel 668a wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
12. De periode, bedoeld in lid 1, onderdeel a, wordt verlengd tot ten hoogste 48 maanden,
en het aantal, bedoeld in lid 1, onderdeel b, bedraagt ten hoogste zes, indien het
betreft een arbeidsovereenkomst met een werknemer die de in artikel 7, onderdeel a,
van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt. Voor de vaststelling
of de in dit lid bedoelde periode of het bedoelde aantal arbeidsovereenkomsten is
overschreden worden alleen arbeidsovereenkomsten in aanmerking genomen die zijn aangegaan
na het bereiken van de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde
leeftijd.
II
In artikel II, onderdeel B, wordt in artikel 127 «kan» telkens vervangen door «wordt»
en wordt «worden bepaald» telkens vervangen door: bepaald.
Toelichting
Dit amendement regelt dat de mogelijkheid om de ketenbepaling voor AOW-gerechtigde
werknemers bij cao te verlengen wordt omgezet in een wettelijke regeling.
In het wetsvoorstel Werken na AOW-gerechtigde leeftijd wordt aan artikel 7:668a BW
toegevoegd, dat voor AOW-gerechtigde werknemers het aantal contracten alvorens een
vast contract ontstaat en de periode waarna bij elkaar opvolgende contracten een vast
contract ontstaat, bij cao kunnen worden gesteld op ten hoogste zes contracten respectievelijk
ten hoogste 48 maanden. Tevens kan bij die cao worden bepaald dat voor de vaststelling
van de periode van 48 maanden, of het aantal contracten, alleen arbeidsovereenkomsten
in aanmerking worden genomen die zijn aangegaan na het bereiken van de AOW-gerechtigde
leeftijd.
De indieners willen de mogelijkheid om dit bij cao te regelen omzetten in een wettelijke
bepaling, omdat niet alle werkgevers en werknemers gebonden zijn aan een cao. Indieners
vinden het van belang dat alle werknemers en werkgevers gebruik kunnen maken van deze
mogelijkheid tot meer flexibiliteit.
Voor ambtenaren wordt in artikel 127 van de Ambtenarenwet een soortgelijke regeling
opgenomen, die past in de wetssystematiek van die wet. Deze wordt verder uitgewerkt
in de rechtspositionele regelingen voor de overheid.
Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door opname van een nieuw lid 12 in artikel
668a van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en het wijzigen van artikel 127 van de
Ambtenarenwet.
Van Weyenberg Anne Mulder