34 041 Wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178)

Nr. 28 AMENDEMENT VAN HET LID VAN VELDHOVEN

Ontvangen 22 april 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel D, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Da

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «de aanvraag om een vergunning» wordt vervangen door: de aanvraag om een opsporingsvergunning of een winningsvergunning.

2. Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: Bij de aanvraag om een winningsvergunning worden in elk geval de beschikbare gegevens overgelegd met betrekking tot het risico dat als gevolg van de winningsactiviteiten nadelige gevolgen voor het milieu of schade door bodembeweging worden veroorzaakt, dan wel dat de veiligheid of de volksgezondheid wordt geschaad.

Toelichting

De indiener van dit amendement is van mening dat een opsporingsvergunning niet automatisch moet leiden tot een winningsvergunning. In de tussentijd tussen opsporen en winnen kan belangrijke nieuwe informatie ten aanzien van milieu en veiligheid beschikbaar komen. Deze informatie moet expliciet worden meegenomen in de besluitvorming over de winningsvergunning.

Wetstechnisch is hier aan vormgegeven door in artikel 14 te verduidelijken dat zowel bij de aanvraag voor een opsporingsvergunning als voor een winningsvergunning gegevens moeten worden overgelegd. Bij de aanvraag voor een winningsvergunning moeten in ieder geval gegevens verstrekt worden die betrekking hebben op risico’s op milieuschade, bodembeweging alsmede schade voor de veiligheid of de volksgezondheid. In de Mijnbouwregeling wordt verder uitgewerkt om welke gegevens het precies gaat.

Van Veldhoven

Naar boven