Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Den Haag, 17 november 2015
Op 10 november jl. besprak de vaste commissie voor Financiën uw brief van 4 november
jl. ter aanbieding van de kabinetsreactie op het rapport IBO zzp1, die al eerder, bij brief van 2 oktober jl., aan de Tweede Kamer was aangeboden2. Hiermee geeft u uitvoering aan toezegging T02150, welke is gedaan door de Staatssecretaris
van Financiën in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel deregulering
beoordeling arbeidsrelaties (34 036). De commissie beschouwt deze toezegging dan ook als voldaan.
Anders dan u in de aanbiedingsbrief schrijft, beschouwt de commissie de motie-De Graaf c.s.3 evenwel niet als uitgevoerd. Hoewel de Eerste Kamer op het moment van het aannemen
van deze motie, bij de Algemene politieke beschouwingen op 13 oktober jl., formeel
nog niet over de kabinetsreactie op het rapport IBO zzp beschikte, borduurt de motie
daarop wel voort, gelet op de volgende passage:
«overwegende, dat de recente IBO ZZP onderbouwt dat er dringend behoefte is aan een
fundamentele herbezinning op de inrichting van de arbeidsmarkt die de te omvangrijke
verschillen tussen zelfstandigen en werknemers terugbrengt;
overwegende, dat het kabinet deze conclusie onderschrijft, maar behoudens een aantal
beperkte hervormingen in zijn reactie niet verder komt dan een uitnodiging tot een breed maatschappelijk debat over dit
urgente onderwerp;
verzoekt het kabinet op korte termijn met een eigen opvatting te komen over de wijze
waarop op de arbeidsmarkt evenwichtiger verhoudingen tussen werknemers en zelfstandigen
tot stand kunnen komen, inclusief de beleidsmaatregelen die daarvoor zorg kunnen dragen»
De commissie merkt voorts op dat, nu de kabinetsreactie op het rapport IBO zzp van
eerdere datum is dan de motie, deze reactie strikt genomen ook geen uitvoering daarvan
c.s. kan zijn.
Gelet op het voorgaande spreekt de commissie de verwachting uit dat de motie-De Graaf
c.s. alsnog uitgevoerd zal worden.
Een afschrift van deze brief is verzonden naar de Staatssecretaris van Financiën.
Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën F.H.G. de Grave