34 027 Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een onafhankelijke bindende toets voorafgaand aan de inzet van bijzondere bevoegdheden jegens journalisten, welke gericht is op het achterhalen van hun bronnen

Nr. 6 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2018

Bij koninklijke boodschap van 15 september 2014 bood Zijne Majesteit de Koning u het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een onafhankelijke bindende toets voorafgaand aan de inzet van bijzondere bevoegdheden jegens journalisten, welke gericht is op het achterhalen van hun bronnen, aan*. Het wetsvoorstel is op dit moment nog steeds aanhangig bij uw Kamer.

Ingevolge artikel 168 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 is met de inwerkingtreding van deze wet per 1 mei 2018 (Stb. 119) de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 ingetrokken. Daarmee is de grondslag voor het onderhavige wetsvoorstel komen te vervallen. De in het wetsvoorstel opgenomen aangelegenheid is geregeld in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017.

Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


XNoot
*

Kamerstuk 34 027, nrs. 1–3.

Naar boven