34 023 Goedkeuring van het op 26 mei 2014 te Brussel tot stand gekomen Besluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (Trb. 2014, 157)

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2015

Tijdens de regeling van werkzaamheden van uw Kamer op dinsdag 31 maart heeft het lid Omtzigt verzocht om uiterlijk vanavond de toegezegde schriftelijke reactie van het kabinet te ontvangen naar aanleiding van de door hem ingediende motie1 tijdens het debat over het Eigen Middelenbesluit op 19 maart jongstleden2. In deze motie wordt de regering verzocht om de correspondentie tussen Nederland en de Europese Unie over de totstandkoming van de naheffing openbaar te maken. Tijdens het debat heb ik het lid Omtzigt verzocht de motie aan te houden, opdat ik de motie, gezien de bredere implicaties, in de ministerraad kon bespreken. Door omstandigheden heeft bespreking in de voltallige ministerraad nog niet plaatsgevonden.

Zodra de besprekingen in de ministerraad zijn afgerond zal de Kamer spoedig schriftelijk geïnformeerd worden over de uitkomst van deze besprekingen.

Daarnaast heeft het lid Omtzigt het kabinet verzocht om een reactie op het bericht dat de Telegraaf de beslissing van de Europese Commissie over het Eurowob-verzoek van de Telegraaf inzake de EU-nabetaling in 2014 zal voorleggen aan het Europese Hof van Justitie. Het kabinet heeft hiervan kennis genomen en wijst erop dat het gaat om een zaak tussen de Telegraaf en de Europese Commissie.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Kamerstuk 34 023, nr. 7

X Noot
2

Handelingen II 2014/15, nr. 65, debat over eigen middelen van de Europese Unie

Naar boven