34 015 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen, de Participatiewet en de Wet op de huurtoeslag in verband met het toekennen van een inkomensondersteuning aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet en intrekking van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 20 januari 2015

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel toekenning inkomensondersteuning aan personen die een AOW-uitkering ontvangen. Deze leden hebben daarover nog de volgende vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij hebben daarover nog enige vragen. De leden van de fractie van D66 sluiten zich bij deze vragen aan.

PvdA-fractie

Waarom kiest de regering ervoor de inkomensondersteuning in een aparte wet te regelen zo vragen de leden van de PvdA-fractie, in plaats van deze deel uit te laten maken van de AOW, zoals dit voor de introductie van de MKOB ook het geval was?

Heeft de regering overwogen de voormalige koopkrachttegemoetkoming, gegeven het relatief geringe bedrag en de afhankelijkheid van de AOW-opbouw, niet als afzonderlijke regeling te continueren, maar onderdeel te laten uitmaken van de reguliere AOW? Zo nee, waarom niet?

SP-fractie

De leden van de SP-fractie vragen de regering te reageren op het effect van onderhavig wetsvoorstel (in combinatie met het vervallen van de MKOB) op het inkomen van niet-werkende gezinsleden van werknemers van in Nederland gevestigde internationale verdragsorganisaties, zoals in de brief van mevrouw Zandvliet wordt beschreven.2 Is dat effect voorzien en beoogd? De leden van de D66-fractie sluiten zich bij deze vraag aan.

De leden van de SP-fractie hebben voorts nog enkele vragen – mede namens de leden van de fractie van D66 – over voorliggend wetsvoorstel in relatie tot besluit 242 van 27 juni 2014,3 de tijdelijke regeling inkomensondersteuning AOW-pensioengerechtigden van 30 juni 20144 en besluit 564 van 17 december 2014.5

Zien deze leden juist dat de materiële effecten van voorliggend wetsvoorstel reeds per 1 januari 2015 in werking zijn getreden, op grond van de genoemde Koninklijke Besluiten en tijdelijke regeling, zonder dat het wetsvoorstel door beide Kamers van het parlement is goedgekeurd?

Zodra het voorliggend wetsvoorstel wordt aanvaard door de Eerste Kamer, vervalt de rechtsgrondslag van eerstgenoemd besluit en komen besluit en regeling te vervallen. Volgens deze leden verandert hierdoor materieel niets. Deze leden vragen de regering dit te bevestigen.

Indien voorliggend wetsvoorstel materieel reeds wordt uitgevoerd, wat is dan nog de urgentie van het wetsvoorstel? Is het hele wetsvoorstel in de visie van de regering nog wel nodig of wenselijk, als middels Algemene Maatregelen van Bestuur en regelingen hetzelfde effect kennelijk behaald kan worden, zo vragen de leden van de SP-fractie. Wat verandert er materieel indien de Eerste Kamer met voorliggend wetsvoorstel niet instemt?

De leden van de SP-fractie vernemen tot slot graag hoe de regering de rol van het parlement als medewetgever ziet.

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sylvester

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Terpstra (CDA), Sylvester (PvdA) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Van Dijk (PVV) (vicevoorzitter), Sörensen (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Beckers (VVD), Swagerman (VVD), Kok (PVV), Koning (PvdA), Van Zandbrink (PvdA)

X Noot
2

Deze brief is ter inzage gelegd bij de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning onder griffienummer: 156450.1

X Noot
3

Gepubliceerd op 3 juli 2014, Stb. 2014, 242.

X Noot
4

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 juni 2014, nr. 2014–0000087630, gepubliceerd op 3 juli 2014, Stcrt. 2014, nr. 18752.

X Noot
5

Gepubliceerd op 24 december 2014, Stb. 2014, 564.

Naar boven