Het voorstel wordt als volgt gewijzigd:
1
In artikel I, onderdeel H, wordt in onderdeel 1 «voorafgaand aan» vervangen door:
voorafgaand aan of bij.
2
Na artikel I, onderdeel O, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Oa
Aan artikel 71, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien het verzoek
van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht nettopensioen betreft is voor de waardeoverdracht
van dit nettopensioen tevens vereist dat de ontvangende pensioenuitvoerder een regeling
voor nettopensioen uitvoert.
Ob
In artikel 75, tweede lid, onderdeel a, wordt «en tweede zin» vervangen door:, tweede
en derde zin.
3
In artikel II, onderdeel G, wordt in onderdeel 1 «voorafgaand aan» vervangen door:
voorafgaand aan of bij.
4
Na artikel II, onderdeel N, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Na
Aan artikel 82, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien het verzoek
van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht nettopensioen betreft is voor de waardeoverdracht
van dit nettopensioen tevens vereist dat de ontvangende pensioenuitvoerder een regeling
voor nettopensioen uitvoert.
Nb
In artikel 86, tweede lid, onderdeel a, wordt «en tweede zin» vervangen door:, tweede
en derde zin.
5
Artikel III komt te luiden:
ARTIKEL III
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld, en kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Toelichting
Onderdelen 1 en 3
In het opschrift van artikel 43 van de Pensioenwet en artikel 54 van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling wordt informatieverstrekking bij pensioeningang toegevoegd.
Niet altijd kan informatie voorafgaand aan de pensioeningang worden verstrekt omdat
niet altijd bekend is wanneer de pensioeningang is. Zo zal bij overlijden van de deelnemer
informatie over het nabestaandenpensioen niet voorafgaand aan de ingang van het nabestaandenpensioen
kunnen worden verstrekt.
Onderdelen 2, 4 en 5
De huidige regeling over waardeoverdracht houdt in dat als een deelnemer met nettopensioen
na 1 januari 2015 besluit over te stappen naar een andere werkgever en de pensioenuitvoerder
van de nieuwe werkgever voert geen nettopensioen uit, dat dan het opgebouwde nettopensioen
moet worden omgezet naar een hoger bruto pensioen bij de nieuwe pensioenuitvoerder.
Dat kan ertoe leiden dat de pensioenregeling van die deelnemer boven de fiscale grenzen
komt.
De huidige regeling over waardeoverdracht laat echter ook niet toe dat bij waardeoverdracht
het nettopensioen bij de oude pensioenuitvoerder achterblijft (en dus niet wordt overgedragen
naar de nieuwe pensioenuitvoerder).
Om dat te ondervangen wordt in artikel 71, eerste lid, van de Pensioenwet en artikel
82, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling geregeld dat voor waardeoverdracht
van een nettopensioen vereist is dat de ontvangende pensioenuitvoerder ook een regeling
voor nettopensioen uitvoert. Is dit niet het geval dan blijft het nettopensioen buiten
de waardeoverdracht.
De onderdelen 2 en 4 zullen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015, de datum
waarop de regeling voor nettopensioen is ingevoerd, in werking treden. De inwerkingtredingsbepaling
wordt hiertoe aangepast.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma