34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015)

34 000 IX Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2015

E¹ BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Staatssecretaris van Financiën

Den Haag, 28 oktober 2014

De vaste commissie voor Financiën heeft op 23 september jl. gesproken over uw brief d.d. 11 september 2014 inzake het halfjaarlijks rappel toezeggingen (33 750 IX, F). Hiermee informeer ik u over de uitkomst van deze bespreking.

Het doet de commissie allereerst genoegen u te kunnen melden dat zij de volgende toezeggingen als voldaan beschouwt:

T01657	Financiering van infrastructuur door pensioenfondsen met een aan de inflatie gebonden financieringsinstrument
T01874	Vrijstelling contant geld box 3-heffing
T01950	Evaluatie fiscale facilitering lokaal en duurzaam opgewekte energie
T01957	Toezending bouwstenennotitie erf- en schenkbelasting
T01959	Ingaan op relatie digitale economie en fiscaliteit in kabinetsreactie rapport-Van Dijkhuizen
T01968	Beschikbaar stellen geconsolideerde wetstekst bij volgende novelle (gewezen zij op de opmerkingen hieronder)

Daarnaast stelt zij u op de hoogte dat de volgende toezeggingen open blijven staan met als nieuwe rappeldatum 1 januari 2015:

T01654	Overleg met medeoverheden over de groei van lokale lasten, in het bijzonder de ozb
T01864	Niet inzetten van het sanctie-instrument uit de Wet Hof en indiening apart wetsvoorstel uitwerking amendement-Koolmees
T01866	Informeren Kamer over gebruik van dwingende macro-normen en referentie waarden decentrale overheden in de EU
T01951	Toezenden notitie fiscaliteit en vergroening

Voorts stelt de commissie u graag op de hoogte van haar zienswijze ten aanzien van een viertal toezeggingen dat zij nader besproken heeft.

De commissie vestigt uw aandacht op het feit dat de brief d.d. 16 september 2014 (33 752, R) van u en van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter nakoming van toezegging T01954 om de Kamer per brief te informeren over de vermogensongelijkheid en de vermogensbelasting in Nederland in internationaal perspectief, aanleiding heeft gegeven tot nadere vragen en opmerkingen. De commissie heeft deze op 15 oktober jl. per brief aan u en aan de Minister van SZW kenbaar gemaakt.

Ten aanzien van de toezegging gedaan aan het Lid Sent (PvdA) tijdens de behandeling van het Belastingplan 2014 (T01956) beschouwt de commissie uw brief van 16 september 2014 over keuzes voor een beter belastingstelsel (32 140, A) als een nuttige beschouwing op de relatief hoge lasten op arbeid in Nederland en in het bijzonder de problematiek rond de wig (blz. 7–8 van uw brief). De brief voorziet echter niet in concrete, uitgewerkte oplossingsrichtingen. In de brief gaat u ook niet in op de door mevrouw Sent gedane voorstellen voor financiering van de verlaging van de belasting op arbeid, zoals door uw ambtsvoorganger is toegezegd. De commissie kan toezegging T01956 daarmee nog niet als voldaan beschouwen en zij ziet een schriftelijke aanvulling ten aanzien van beide aspecten van deze toezegging graag tegemoet.

De commissie heeft eveneens gesproken over de voldoening van toezegging T01958 inzake de uitwerking van een toekomstperspectief voor pensioenen in eigen beheer. Naar aanleiding hiervan is reeds separaat met u gecorrespondeerd (33 752, S en 33 752, U). De commissie ziet uit naar het geplande mondeling overleg hierover op dinsdag 4 november 2014.

De laatste opmerking van de commissie heeft betrekking op de door u gedane toezegging tijdens de plenaire behandeling van de Novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 (33 847) en de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (33 610) om de Kamer bij een volgende novelle ingediend door de Staatssecretaris van Financiën de Kamer een geconsolideerde wetstekst aan te bieden (T01968). De commissie is u erkentelijk voor deze «voucher», waarmee in formele zin is voldaan aan de toezegging, maar hecht er aan te benadrukken dat de vraag van de commissie op dit punt breder is. Zij ziet graag dat bij toekomstige wetgevingstrajecten wijzigingen ten gevolgen van novelles standaard in een geconsolideerde wettekst opgenomen worden, zodat de met de novelle gepaard gaande wijzigingen ten opzichte van het aanvankelijk ingediende wetsvoorstel inzichtelijk worden gemaakt. Zoals ook in het debat verwoord speelt niet alleen de behoefte binnen de Kamer aan gewijzigde wetteksten ten opzichte van de oorspronkelijke wetteksten hierbij een rol, maar ook de belangen van derde partijen, de toekomstige gebruikers van wetten, in het veld.

De Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, P.H.J. Essers

---

1 De letter E heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 34 002.