34 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2015

Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2014

Bij brieven van 20 november 2014 van de Vaste Commissie van Veiligheid en Justitie is mij verzocht de Kamer te informeren over:

  • 1. de voortgang van de monitoringsrapportage van de commissie Deetman;

  • 2. de stand van zaken van en een mogelijke oplossing voor slachtoffers van seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk die lang moeten wachten op een moment dat er een oplossing komt voor hun vanwege het ontbreken van steunbewijs ongegrond verklaarde klachten.

Graag ga ik in op deze verzoeken. Daarbij maak ik tevens van de gelegenheid gebruik u te informeren over de stand van zaken rond de uitvoering van een aantal aanbevelingen van de commissie Deetman, zoals met uw Kamer besproken tijdens het Algemeen Overleg (AO) op 14 november 2013 (Kamerstuk 33 750 VI, nr. 98). Twee belangrijke gesprekspunten waren toen de regeling Hulp, Erkenning en Genoegdoening (HEG) voor slachtoffers van geweld en een einddatum voor het indienen van een klacht bij verjaard misbruik of een klacht tegen een overledene. Ik heb u toen op een aantal punten toegezegd met de vertegenwoordigers van de Rooms-Katholieke Kerk (RK-Kerk) in gesprek te gaan. Over de einddatum heb ik uw Kamer bij brieven van 17 en 25 juni 2014 desgevraagd nader geïnformeerd (Kamerstuk 33 750 VI, nrs. 126 en 127) en op 26 juni 2014 heb ik hierover met Uw Kamer gesproken (Handelingen II 2013/14, nr. 99, item 11).

Ik heb recent met de voorzitter van de Bisschoppenconferentie (BC), Kardinaal W. Eijk, de voorzitter van de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR), Br. C. van Dam, en de heer Deetman gesproken. Daarbij ben ik geïnformeerd over de stand van zaken op de diverse onderwerpen waarover door Uw Kamer vragen zijn gesteld. Hieronder ga ik in op de verzoeken van de Vaste Commissie van Veiligheid en Justitie en betrek daarbij de algemene voortgang zoals ik die, mede naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 14 november 2013, met de vertegenwoordigers van de RK-Kerk heb besproken.

Monitorrapportage

De monitorrapportage was aanvankelijk voorzien na 1 juli 2014, als zowel wat betreft de regeling voor slachtoffers van seksueel misbruik als voor de regeling HEG voor slachtoffers van geweld een balans zou kunnen worden opgemaakt. In de zomer heeft het Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik (VPKK) aangekondigd een kort geding aan te spannen tegen de gestelde einddatum van 1 juli 2014. Bij uitspraak van 1 oktober 2014 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland bepaald dat voor klachten over verjaard seksueel misbruik of klachten tegen overledenen de meldingstermijn onverkort doorloopt tot 1 mei 2015. Daarbij is tevens bepaald dat van de verlengde openstelling binnen een maand in vier landelijke dagbladen mededeling moet worden gedaan. De BC en de KNR hebben uitvoering gegeven aan de rechterlijke uitspraak. Er zijn adequate voorzieningen getroffen om meldingen tot 1 mei 2015 en de afhandeling van deze klachten mogelijk te maken. Voor het indienen van klaagschriften betreffende meldingen die tijdig (dus voor 1 mei 2015) zijn gedaan, wordt nog een extra termijn verleend van drie maanden (tot 1 augustus 2015). Gelet op deze nieuwe situatie hebben de heer Deetman en de kerkelijke autoriteiten in goed overleg besloten de monitorrapportage zo spoedig mogelijk na 1 mei 2015 uit te brengen.

Slotactie

In mijn brief van 25 juni 2014 heb ik aangegeven dat de BC en de KNR bereid zijn tot een additionele actie waarbij op een nog nader te bepalen wijze een herbeoordeling zal plaatsvinden van de klachten die eerder wegens gebrek aan steunbewijs ongegrond zijn verklaard. De kerkelijke autoriteiten hebben mij verzekerd vast besloten te zijn om tot een zo zorgvuldig mogelijke afronding te komen in bovenbedoelde zaken. Voor het welslagen van een dergelijke actie is het van groot belang dat eerst zoveel mogelijk zaken in het reguliere traject zijn afgerond, om geen mogelijk steunbewijs te missen. Het doel van de bovenbedoelde herbeoordeling is te voorkomen dat aan slachtoffers geen recht wordt gedaan. Gelet hierop zijn de kerkelijke autoriteiten voornemens een dergelijke slotactie te houden kort na de nieuwe einddatum voor meldingen, 1 mei 2015. Over de specifieke invulling hiervan moet nog besluitvorming door de BC en de KNR plaatsvinden.

Regeling slachtoffers geweld

Tijdens het AO van 14 november 2013 is gesproken over de door de BC en KNR getroffen regeling voor slachtoffers van geweld (HEG) voor minderjarige slachtoffers van fysiek en psychisch geweld in de RK-Kerk. Over de uitvoering van de regeling zijn door Uw Kamer toen ook diverse vragen gesteld en wensen geuit. Deze vragen en wensen zijn overgebracht aan de kerkelijke autoriteiten en de commissie die belast is met de uitvoering van de regeling (commissie HEG). Aan de door uw Kamer genoemde punten is in de uitvoering van de regeling gevolg gegeven. Concreet kunnen de volgende punten worden genoemd. Gelet op de wens dat een vrouw deel zou uitmaken van de commissie, is mevrouw dr. W. Langeland, die ook reeds bij het onderzoek betrokken was, tot de commissie toegetreden. De commissie heeft bij de afhandeling van de klachten en correspondentie oog gehad voor de individuele slachtoffers en zich niet beperkt tot het versturen van standaardbrieven. Klagers hebben zich tot 1 juni 2014 kunnen melden. De commissie heeft gewerkt met schadevergoedingscategorieën, die lager liggen dan bij seksueel misbruik. Dit is verklaarbaar uit de aard van de feiten en het ontbreken van een bewijslast. De commissie heeft aansluiting gezocht bij in Nederland gangbare vergoedingen in geval van geweld. De commissie heeft met toepassing van een hardheidsclausule ook enkele hoge vergoedingen toegekend. Aan 440 slachtoffers is een financiële tegemoetkoming aangeboden van in totaal bijna een miljoen euro. De commissie heeft naast de meldingen die bij haar zijn gedaan, tevens meldingen van ongeveer 3.500 personen bij het Meldpunt, Hulp & Recht en de commissie Deetman nagelopen op het vóórkomen van fysiek en psychisch geweld.

De commissie heeft eind juni aan alle betrokkenen verslag uitgebracht van de uitvoering van de regeling en dit tevens publiek gemaakt bij persbericht van 27 juni 2014. Nadien heeft de commissie nog incidentele afrondende werkzaamheden verricht in zaken van (late) meldingen waarin nader onderzoek nodig was en voor de afhandeling van betalingsverzoeken.

Meldingen misbruik

Tot 1 mei 2015 kunnen alle slachtoffers van seksueel misbruik in de RK-Kerk zich nog melden met een klacht. Op 16 december 2013 en verschillende momenten erna hebben de voorzitter van de BC en die van de KNR slachtoffers opgeroepen zich te melden en tevens de kerkelijke verantwoordelijken en gemeenschappen opgeroepen hulp en erkenning te bieden en zwijgen te doorbreken. Na deze oproepen eind 2013 en in het voorjaar 2014 was er een stijging van het aantal klachten zichtbaar. De instroom van klachten vanaf 1 juli 2014 is beperkt. Na de uitspraak in kort geding is geen sprake geweest van een toename van het aantal meldingen. Door de verminderde instroom van zaken is afbouw van de organisatie noodzakelijk, maar er is voldoende capaciteit om een voortvarende behandeling van lopende en nieuwe klachten te realiseren. De voorzitters van de BC, de KNR en de slachtofferorganisatie KLOKK hebben maandelijks een constructief voorzittersoverleg. De voorzitters van de BC en de KNR hebben tevens met de slachtofferorganisaties VPKK en Mea Culpa United overleg gehad.

Gelet op het voorgaande kan ik vaststellen dat door de kerkelijke autoriteiten rekening is gehouden met hetgeen door Uw Kamer in dit dossier naar voren is gebracht en dat met voortvarendheid uitvoering is gegeven aan een regeling voor slachtoffers van geweld. Vanaf 1 mei 2015, vijf jaar na de start van het onderzoek van de commissie Deetman, kan dan een balans worden opgemaakt. Ik spreek de hoop en het vertrouwen uit dat alle verantwoordelijken de belangen van slachtoffers zo goed mogelijk zullen blijven dienen. Ik hoop u met het voorgaande naar de tevredenheid te hebben geïnformeerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven