34 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2015

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2014

In aansluiting op mijn brieven van 21 juli (Kamerstuk 33 750 IV, nr. 50) en 3 oktober (Kamerstuk 34 000 IV, nr. 16) van dit jaar inzake de rapporten op grond van de aanwijzing aan de Gouverneur van Aruba van 11 juli van dit jaar zend ik u bijgaand het laatste rapport op grond van deze aanwijzing.

Dit laatste rapport heeft betrekking op de door de Staten van Aruba op 28 november jl. vastgestelde wijziging van de concept-begroting (Kamerstuk 34 085 IV, nr. 1).

De procedure voorgeschreven in het betreffende koninklijk besluit van 11 juli 2014 is met de vaststelling van de begroting 2014 en de wijziging van de concept begroting 2014 op 2 december jl. door de Gouverneur afgerond.

Bijgaand doe ik u namens de ministerraad van het Koninkrijk het laatste rapport toekomen1.

Het rapport geeft aanleiding tot blijvende zorg en aandacht omtrent de openbare financiën van het land Aruba, in het bijzonder met betrekking tot het belang van onafhankelijk toezicht op de begroting. Dat onderwerp wil ik derhalve op korte termijn in de ministerraad van het Koninkrijk opnieuw aan de orde stellen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven