Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2022
Hierbij informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid,
over de stand van zaken in de juridische procedures tegen de Russische Federatie inzake
het neerhalen van vlucht MH17 bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM),
en in het bijzonder de hoorzitting bij het EHRM over de ontvankelijkheid van de Nederlandse
statenklacht tegen de Russische Federatie op 26 januari aanstaande. Tijdens de hoorzitting
zal Nederland voor het eerst in een internationale juridische procedure publiekelijk
de rol van de Russische Federatie bij het neerhalen van vlucht MH17 aan de orde stellen.
Hoorzitting bij het EHRM tegen de Russische Federatie voor zijn rol bij het neerhalen
van vlucht MH17
Zoals aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 33 997, nr. 152) heeft het kabinet op 10 juli 2020 een statenklacht bij het EHRM ingediend tegen
de Russische Federatie voor zijn rol bij het neerhalen van vlucht MH17. De statenklacht
is sindsdien in behandeling bij het EHRM. De afgelopen periode hebben de partijen
op verzoek van het EHRM aanvullende schriftelijke stukken ingediend. De volgende stap
is een hoorzitting over de ontvankelijkheid van de statenklacht. De hoorzitting was
eerder voorzien op 24 november 2021. Echter, kort voor de hoorzitting heeft de Russische
rechter het EHRM te kennen gegeven geen zitting te kunnen nemen in de procedure. Hierdoor
was het EHRM genoodzaakt de hoorzitting te verplaatsen naar een later moment, te weten
26 januari 2022. Ondanks deze vertraging, is het nog steeds uitzonderlijk snel dat
een hoorzitting anderhalf jaar na indiening van een statenklacht plaatsvindt.
Ontvankelijkheid van de statenklacht tegen de Russische Federatie
De ontvankelijkheid betreft een aantal formele eisen waar de statenklacht aan moet
voldoen. Tijdens de hoorzitting komt ook de vraag aan bod of de Russische Federatie
effectieve controle uitoefende in het oosten van Oekraïne ten tijde van het neerhalen
van vlucht MH17. Tijdens de hoorzitting zal de Nederlandse staat zijn positie over
de rol van de Russische Federatie bij het neerhalen van vlucht MH17 nader toelichten.
Het kabinet hecht eraan om de positie van de nabestaanden duidelijk naar voren te
laten komen tijdens de procedure bij het EHRM. Een deel van de Nederlandse spreektijd
wordt dan ook ingevuld door een vertegenwoordiger van de nabestaanden, om namens hen
de rechters van het EHRM toe te spreken. De hoorzitting is openbaar en na afloop zal
een opname van de hoorzitting beschikbaar worden gemaakt op de website van het EHRM
(https://www.echr.coe.int/Pages/home.aspx?p=hearings&c=).
Na een positieve beslissing over de ontvankelijkheid start het EHRM met de inhoudelijke
behandeling. Hierbij staan de schendingen door de Russische Federatie van het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens met betrekking tot het neerhalen van vlucht MH17
centraal.
Zoals ook gemeld in de Kamerbrief van 1 december 2020 (Kamerstuk 33 997, nr. 156), heeft het EHRM de Nederlandse klacht gevoegd met twee statenklachten van Oekraïne
tegen de Russische Federatie met betrekking tot gebeurtenissen in het oosten van Oekraïne.
De ontvankelijkheid van deze twee statenklachten komt ook aan de orde tijdens deze
hoorzitting. Nederland behoudt zijn eigen procespositie onafhankelijk van Oekraïne
en richt zich uitsluitend op de rol van de Russische Federatie bij het neerhalen van
vlucht MH17.
Interventie individuele klachtprocedures
Tegelijkertijd met het indienen van de statenklacht heeft het kabinet op 10 juli 2020
de interventie in de individuele klachtprocedures van nabestaanden bij het EHRM ingediend.
De informatie uit de statenklacht is nadien in zijn geheel beschikbaar gekomen ten
behoeve van de individuele klachtprocedures van nabestaanden bij het EHRM tegen de
Russische Federatie.
Het EHRM heeft Nederland op 17 september 2021 formeel verzocht de interventie in te
dienen. Nederland heeft op 5 oktober 2021 aan dit verzoek gehoor gegeven, door te
verwijzen naar de statenklacht en ook de aanvullende schriftelijke inbreng uit de
statenklachtprocedure. Hiermee is de Nederlandse interventie in de individuele klachtprocedures
nog omvangrijker geworden en worden de individuele klachtprocedures verder ondersteund.
Tenslotte
De hoorzitting van 26 januari 2022 en de ingediende interventie in de individuele
klachtprocedures bij het EHRM zijn opnieuw belangrijke stappen in het streven naar
waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor het neerhalen van vlucht MH17.
Dit is en blijft ook voor dit kabinet prioriteit.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra