Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2020
Naar aanleiding van het VKC-verzoek om een reactie op het NRC-bericht van 28 september
jongstleden met als titel «Kremlin-adviseur actief in Nederland rond MH17», informeer
ik uw Kamer hierbij mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken.
In het artikel wordt gemeld dat een vertrouweling van president Poetin in Nederland
actief twijfel zaait over de toedracht van het neerhalen van vlucht MH17. Daarnaast
meldt NRC dat de Verenigde Staten een inreisverbod tegen deze man heeft lopen vanwege
inmenging in de presidentiele verkiezingen van 2016.
Sinds het neerhalen van vlucht MH17 in 2014 waarbij alle 298 inzittenden om het leven
kwamen, hebben we te maken met de verspreiding van desinformatie over dit onderwerp.
Voor het kabinet staat op basis van zowel het onderzoek van de OVV als de bevindingen
uit het strafrechtelijk onderzoek vast dat vlucht MH17 is neergehaald met een BUK-raket
die afkomstig was uit de Russische Federatie.
Bij het Algemeen Overleg Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing van 20 juni 2019
(Kamerstuk 30 821, nr. 90) heb ik reeds aangegeven dat in het kader van het verspreiden van desinformatie veel
verschillende en met elkaar tegenstrijdige theorieën rondgaan over de toedracht. Ik
heb toen, vanuit mijn coördinerende verantwoordelijkheid voor de aanpak van statelijke
dreigingen, aangegeven dat we ons in aanloop naar en tijdens het strafproces rondom
MH17 dan ook moeten voorbereiden op desinformatie.
Het is van belang dat het kabinet en de samenleving zich bewust is van het feit dat
desinformatie actief wordt verspreid, ook met betrekking tot MH17. Als overheid is
het van groot belang hier zeer zorgvuldig in te zijn en waakzaam te blijven. Het is
daarom belangrijk dat we allemaal bewust zijn en blijven van de risico’s van desinformatie
en de mogelijk verstorende werking daarvan op onze samenleving.
Zoals de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties eerder aangaf grijpt
het kabinet in indien desinformatie de nationale veiligheid of de politieke, economische
of maatschappelijke stabiliteit, dreigt aan te tasten1. Op dit moment zie ik hier in dit geval echter geen aanleiding toe.
Over het ontzeggen van de toegang tot Nederland kan ik u melden dat deze toegang kan
worden ontzegd aan personen die een bedreiging vormen voor de binnenlandse veiligheid,
openbare orde, volksgezondheid en of internationale betrekkingen. Dat is in dit geval
niet aan de orde.
Het feit dat de media en uw Kamer hier aandacht aan besteden bevestigt dat we in een
democratische rechtsstaat leven waar de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting
hoog in het vaandel staan. Dit vrije en maatschappelijke debat draagt tevens in belangrijke
mate bij aan de weerbaarheid van onze samenleving tegen desinformatie.
Waarheidsvinding, rekenschap en gerechtigheid voor de 298 slachtoffers en hun nabestaanden
van het neerhalen van vlucht MH17 blijft voor het kabinet de hoogste prioriteit.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus