33 990 Uitvoering van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169)

Nr. 35 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER STAAIJ EN BERGKAMP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 19

Ontvangen 13 januari 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel II worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

In artikel 2.1.2, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. uitvoering te geven aan het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169).

ARTIKEL IIB

Artikel 2.2, tweede lid, van de Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d vervalt «en» en wordt de komma aan het slot vervangen door een puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door «, en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. hoe het college uitvoering zal geven aan het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169).

ARTIKEL IIC

In de Participatiewet wordt na artikel 8c een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 8d. Plan gemeenteraad

De gemeenteraad stelt periodiek een plan vast omtrent de wijze waarop het college uitvoering zal geven aan het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169).

Toelichting

Nadat het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap is geratificeerd, zijn overheden er verantwoordelijk voor dat het verdrag wordt nagekomen. Ook gemeenten hebben een belangrijke rol, zeker nu zij meer taken en verantwoordelijkheden hebben gekregen die volwassenen en jeugdigen met een beperking, aandoening of chronische ziekte aangaan. Het plan van aanpak maakt zelfs duidelijk dat de cultuurverandering en vernieuwing met name op lokaal niveau tot stand moet komen.

Dit amendement regelt daarom dat gemeenten in de periodiek vast te stellen plannen, genoemd in artikel 2.1.2 van de Wmo 2015 en artikel 2.2 van de Jeugdwet ook beschrijven hoe zij op basis van de lokale kenmerken willen werken aan de implementatie van het VN-verdrag. Om integraal beleid voor het hele sociale domein mogelijk te maken, voegt dit amendement ten slotte ook eenzelfde artikel toe aan de Participatiewet.

Het is de bedoeling van de indieners dat gemeenten één integraal plan ontwikkelen voor het hele sociale domein. Concreet kan dit worden uitgewerkt in een Lokale Inclusie Agenda. Het is uitdrukkelijk de bedoeling van de indieners dat mensen met een beperking en hun vertegenwoordigende organisaties bij het opstellen van het beleid betrokken worden.

Dit amendement sluit aan op de Memories van Toelichting bij de Wmo 2015 en de Jeugdwet, waarin vermeld wordt dat de regering van gemeenten verwacht dat zij op lokaal niveau verdere uitwerking geven aan het uitgangspunt van het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en daarmee een bijdrage leveren aan het realiseren van een inclusieve samenleving.

Van der Staaij Bergkamp

Naar boven