De Kamer,
gehoord de beraadslagingen,
constaterende, dat pensioenfondsen die hun strategische beleggingsbeleid willen aanpassen
vanwege lange termijn beleidskeuzes of externe omstandigheden dit niet mogen indien
aanpassing van het strategische beleggingsbeleid tot een verhoging van het beleggingsrisico
zou leiden en hun dekkingsgraad onder het vereist eigen vermogen ligt,
constaterende, dat een optimale invulling van het beleggingsbeleid hierdoor gehinderd
kan worden gedurende een niet afzienbare tijd dat het vermogen van een pensioenfonds
zich onder het vereiste eigen vermogen bevindt,
constaterende, dat het financieel toetsingskader onder andere moest worden herzien
om pensioenfondsen meer ruimte te geven om hun lange termijn pensioenambitie na te
kunnen streven en het toezichtkader zodanig aan te passen dat het beter past bij een
stelsel dat gericht is op de lange termijn,
constaterende, dat dit doel wordt belemmerd door bovengenoemde restrictie aan het
beleggingsbeleid,
overwegende, dat moet worden voorkomen dat pensioenfondsen hun beleggingsrisico kunnen
verhogen enkel om uit een herstelsituatie te komen,
verzoekt de regering pensioenfondsen de mogelijkheid te bieden hun strategische beleggingsbeleid
aan te passen in geval omstandigheden hiertoe nopen, zoals bijvoorbeeld bij de overgang
naar een nieuw pensioencontract of bij de herziening van de parameters zoals deze
worden vastgesteld door de regering, mits de evaluatie en herbeoordeling van het strategisch
beleggingsbeleid, zoals genoemd in het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen
artikel 13.a Beleggingsbeleid, lid 5 daartoe aanleiding geeft, en mits een fonds bij
de toezichthouder DNB kan aantonen dat deze aanpassing consistent is met het geformuleerde
beleid en de haalbaarheid van de toezegging,
en gaat over tot de orde van de dag.
Postema
Beuving
Koning
K.G. de Vries
Vlietstra