33 966 Wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting

K BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2015

Hierbij bied ik u aan een concept van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 20151, houdende nieuwe nadere regels betreffende toegelaten instellingen en regels betreffende wooncoöperaties. Het besluit gaat vergezeld van de daarbij behorende nota van toelichting.

Uw Kamer wordt verzocht deze toezending te beschouwen als overlegging zoals bedoeld in artikel 61s van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting zoals het artikel luidt na aanvaarding van de novelle door de Tweede Kamer (Kamerstukken I 2014/15, 33 966, letter F). Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een voorlopige versie van het besluit is begin januari voorgelegd aan VNG, Aedes, VTW, WSW, IVBN, Vastgoed Belang en Woonbond. Ik hechtte eraan om, gelet op de beoogde inwerkingtreding van de nieuwe wet- en regelgeving per 1 juli 2015, partijen zo spoedig mogelijk te raadplegen over de uitwerking in de AMvB. In paragraaf 9 van de nota van toelichting wordt op de reacties ingegaan.

Daarnaast zijn de Inspectie Leefomgeving en Transport en het CFV op meerdere momenten gevraagd om een uitvoeringstoets in de uitwerking van het besluit. De reacties van de ILT en het CFV hebben in een aantal gevallen geleid tot verduidelijkingen en aanscherpingen in voorliggend besluit. Daarbij is van belang dat een aantal onderwerpen in een ministeriële regeling volledig zal worden uitgewerkt. Daarom was het voor het CFV en de ILT op die onderwerpen nu nog niet mogelijk om de uitvoeringsconsequenties goed te kunnen beoordelen. Zowel het CFV als de ILT zal betrokken worden bij de uitwerking van de ministeriële regelingen en zal ook hierover om een oordeel worden gevraagd aangaande de uitvoerbaarheid. Ook op de reacties van ILT en CFV wordt in paragraaf 9 ingegaan.

In de nota van toelichting op het ontwerpbesluit komt onder meer de nadere invulling van de in de novelle opgenomen maatregel ter bevordering van het passend toewijzen in het kader van de huurtoeslag aan de orde. Deze maatregel heb ik reeds aangekondigd in mijn brief van 11 april 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 32 847, nr. 119), evenals een evaluatie van het afschaffen van de passendheidstoets die voor 2008 van kracht was in de Wet op de huurtoeslag. Om ook deze laatste toezegging gestand te doen bied ik u hierbij tevens het rapport «Achtergronden en gevolgen van het afschaffen van de passendheidstoets»2 aan.

Een eensluidende brief heb ik gezonden naar de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 151210.22

X Noot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 151210.22

Naar boven