De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 16.32, tweede lid, wordt na «een omgevingsplan» ingevoegd: een instructieregel,
een omgevingsverordening, een waterschapsverordening, regels als bedoeld in artikel 4.3.
Toelichting
Dit amendement verduidelijkt in welke situaties er sprake kan zijn van een plan-MER-plicht.
De plan-MER-plicht voor plannen en programma’s volgt uit de Smb-richtlijn. Voor het
vaststellen van de plan-MER-plicht voor plannen en programma’s wordt in artikel 16.33
en 16.34 van het wetsvoorstel dan ook aangesloten op de tekst van deze richtlijn.
De plan-MER-plicht ontstaat als een plan of programma kaderstellende regels bevat
voor projecten die MER-(beoordelings)plichtig zijn. De richtlijn bevat echter, juist
vanwege de grote verschillen in plan- en programmabegrip tussen de lidstaten, geen
specifieke definitie van plan en programma. Het is dus aan de lidstaten om deze begrippen
nader te duiden en verder in te vullen. De guidance van de Europese Commissie wijst
er wel op dat de Smb-richtlijn, vanwege de werkingssfeer en het doel, breed moet worden
uitgelegd (zie http://ec.europa.eu/environment/archives/eia/pdf/030923_sea_guidance_nl.pdf, blz. 5 e.v.).
Artikel 16.32, tweede lid, stelt dat onder plannen en programma’s in ieder geval moet
worden verstaan een omgevingsvisie, een programma, een omgevingsplan en een voorkeursbeslissing.
De lijst in artikel 16.32, tweede lid, is niet-limitatief. Desondanks wordt in dit
amendement wel voorgesteld de opsomming uit te breiden. Uit de praktijk blijkt namelijk
dat plan-MER-plicht niet wordt overwogen als niet duidelijk is aangegeven dat de plan-MER-plicht
wellicht voor plannen geldt (bijvoorbeeld de Actieplannen geluid of de beheerplannen
in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998). Daar komt bij dat implementatie van
richtlijnen betekent dat deze moeten worden omgezet naar de nationale situatie. Enkel
rechtstreeks verwijzen naar de Smb-richtlijn voorkomt weliswaar dat onvolledig wordt
geïmplementeerd, maar maakt niet duidelijk wat in de nationale situatie onder de richtlijntekst
wordt verstaan.
Met dit amendement wordt daarom voor de toepassing van de paragraaf over de plan-MER-plicht
geregeld dat onder plannen en programma’s ook wordt verstaan instructieregels, omgevingsverordeningen,
waterschapsverordeningen en rijksregels bedoeld in artikel 4.3. Deze documenten bevatten
veelal algemene regels. Er kunnen echter ook kaderstellende functie- en locatie specifieke
regels worden opgenomen bedoeld om bepaalde projecten of activiteiten te realiseren.
Dit kan bijvoorbeeld gaan om het opnemen van zoekgebieden voor windenergie of waterberging.
De Omgevingswet heeft mede als doel meer activiteiten via algemene regels te reguleren.
Het is dan ook de verwachting dat het vaker voor zal komen dat functie- en locatie
specifieke regels zullen worden opgenomen in genoemde documenten.
Van functie- en locatie specifieke regels moeten de milieueffecten op grond van de
Smb-richtlijn in beeld worden gebracht als wordt voldaan aan de criteria uit deze
richtlijn. Door de genoemde documenten op te nemen in artikel 16.32, tweede lid, wordt
buiten twijfel gesteld dat voor (onderdelen van) deze documenten de plan-MER-plicht
kan gelden, uiteraard alleen als wordt voldaan aan de criteria van de Smb-richtlijn,
of te wel: als er sprake is van functie- en locatie specifieke regels.
Met dit amendement wordt voorkomen dat er onterecht geen plan-MER wordt opgesteld
en dit pas aan de orde komt bij een beroep tegen concrete projecten. Het Europese
Hof van Justitie heeft geoordeeld dat plannen en programma’s buiten toepassing moeten
worden gelaten als hiervoor ten onrechte geen plan-MER is gedaan. Dat zou betekenen
dat de procedure alsnog moet worden over gedaan, hetgeen de nodige vertraging oplevert.
Uiteraard is er nog een beoordelingsmoment op projectniveau via de project-MER. Dat
doet echter niet af aan de vraag of voorafgaand daaraan het milieubelang voldoende
is meegewogen in de besluitvorming. De plan-m.e.r.-plicht staat los van de vraag of
later nog project-MER-plicht volgt. Op projectniveau kan immers niet meer worden gekeken
naar de cumulatie van effecten.
Dik-Faber