33 959 Voorstel van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het introduceren van de mogelijkheid tot het overnemen van moties

Nr. 7 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 13 april 2016

Tijdens het debat over het voorstel van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het introduceren van de mogelijkheid tot het overnemen van moties (Handelingen II 2015/16, nr. 65, debat over Voorstel Van der Staaij wijziging Reglement van Orde d.d. 16 maart 2016) heeft het lid Klein twee moties ingediend die om een oordeel van de Voorzitter van de Tweede Kamer vragen.

De eerste motie (Kamerstuk 33 959, nr. 5) gaat over het voorlezen van moties door de Voorzitter, vergelijkbaar met de gang van zaken in de Eerste Kamer. Het presidium ontraadt deze motie. Het aantal moties waarom het gaat is een veelvoud van de ingediende moties in de Eerste Kamer. Deze moties te laten voorlezen door de Voorzitter i.p.v. door de indiener doet een onevenredig groot beroep op de Voorzitter en levert geen meerwaarde op ten opzichte van de huidige praktijk.

De tweede motie (Kamerstuk 33 959, nr. 6) gaat over de toekenning van spreektijd bij VAO’s en debatten. Het presidium heeft in overweging genomen dat een werkgroep van Kamerleden is gevraagd zich uit te spreken over de fractievorming in de Tweede Kamer. Dit punt kan daarin aan de orde worden gesteld door de heer Klein, die lid is van deze werkgroep. Om die reden ontraadt het presidium deze motie.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

Naar boven