33 957 Wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht in verband met de afschaffing van de overheidsbijdrage, de invoering van Europees bankentoezicht en de bestemming van door de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank opgelegde dwangsommen en boetes

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID VAN HIJUM

Ontvangen 1 oktober 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel C, wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel 1 wordt in het derde lid «2.500.000» vervangen door: 5.000.000.

2. In onderdeel 2 wordt in het vijfde lid, onderdeel b, «2.500.000» vervangen door: 5.000.000.

Toelichting

De opbrengst van boetes en dwangsommen kunnen bij ernstige misstanden in de financiële sector fors oplopen, tot wel 10 tot 15% van de omzet. Het kabinet wil de jaarlijkse opbrengst van dwangsommen en boetes tot een bedrag van 2.5 miljoen euro laten toekomen aan de toezichthouders, terwijl de opbrengst boven dit bedrag toekomt aan de Staat. Het strookt echter meer met het rechtvaardigheidsgevoel om bedrijven die zich misdragen een forse rekening te presenteren voor het toezicht en bedrijven die zich aan de regels houden daarmee te ontlasten. Wanneer de toezichthouders een groter deel van hun opbrengst uit boetes en dwangsommen mogen behouden, betekent dit dat zij minder toezichtkosten hoeven door te rekenen aan anderen. De indieners willen daarom de grens van het bedrag dat toekomt aan de toezichthouders verhogen tot 5 miljoen euro.

Van Hijum

Naar boven