33 957 Wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht in verband met de afschaffing van de overheidsbijdrage, de invoering van Europees bankentoezicht en de bestemming van door de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank opgelegde dwangsommen en boetes

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 11 juli 2014

De vaste commissie voor Financiën belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

   

• Inleiding

1

• Afschaffen overheidsbijdrage

2

• Nieuwe toezichttaken ECB

6

• Overige wijzigingen

7

• Consultatie

7

• Artikelsgewijze toelichting

9

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben een aantal vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorliggende wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft). Over het voorstel hebben zij nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Wijzigingswet bekostiging financieel toezicht en hebben hierover enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voornemen tot wetswijziging. Deze leden hebben nog een aantal vragen.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het bovengenoemd voorstel inzake de Wet bekostiging financieel toezicht.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden leggen de regering graag enkele aanvullende vragen voor over het schrappen van de overheidsbijdrage aan het toezicht van AFM en DNB.

Afschaffen overheidsbijdrage

Als gevolg van de voorgenomen afschaffing van de overheidsbijdrage zullen de kosten voor onder toezicht staande «personen» toenemen. De mate waarin dit gebeurt is afhankelijk van de categorie waar een onder toezicht staande instelling deel van uitmaakt. In het regeerakkoord staat: «Bij de vaststelling van de nieuwe (hogere) tarieven zullen kleinere partijen zoveel mogelijk worden ontzien.» Hoe worden kleinere partijen bij dit wetsvoorstel zoveel mogelijk ontzien, vragen de leden van de VVD-fractie? In hoeverre is c.q. wordt er rekening gehouden met kleinere partijen in de verschillende categorieën? Waarom wordt er geen onderscheid gemaakt tussen grote en kleine ondernemingen in de tarieven?

Wat is de totale omvang van de begroting van AFM en DNB, vragen genoemde leden? Wat zijn de opbrengsten en uitgaven van AFM en DNB? In hoeverre zijn er bijvoorbeeld bij DNB nog taken die niet onder de toezichttaken gevat (kunnen) worden, maar zich primair richten op macro-economische aspecten? Hoe worden deze taken gefinancierd? DNB keert dividend uit aan de Nederlandse Staat, wat zijn daar de normen en afspraken over? Want hoe meer dividend uitgekeerd wordt, hoe meer de kosten van DNB stijgen. Wat is de dividenduitkering van DNB jaarlijks sinds 2005 geweest, vragen de leden van de fractie van de VVD.

De herziene versie van Maat Houden is op 19 mei 2014 toegestuurd aan de Kamer. Het rapport is dus herzien tijdens het wetgevingstraject. De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre bij het herzien van Maat Houden sprake is geweest van doelredenering ofwel het toeschrijven naar de verschillende bezuinigingen op de toezichtkosten door meer financiering door de sector. Waarom heeft er een verschuiving plaatsgevonden van individueel profijt naar groepsprofijt? In hoeverre is er sprake van groepsprofijt in de financiële sector?

In een herziene versie van Maat Houden staat dat kosten doorberekend kunnen worden als het principe van «veroorzaker betaalt» opgeld doet. Deze leden vragen in hoeverre nog steeds geldt dat de veroorzaker betaalt indien een bank bijvoorbeeld weinig risico neemt?

In het rapport Maat Houden is een toetsingscriterium of er voorzien is in een prikkel tot kostenbeheersing. In hoeverre wordt daarin daadwerkelijk voorzien in het voorliggende wetsvoorstel?

Met betrekking tot het rapport Maat Houden heeft de commissie Veiligheid & Justitie in juni besloten dat het rapport wordt betrokken bij de begrotingsbehandeling Veiligheid & Justitie. Wat betekent dat voor de status van dit stuk? Waarom wordt er al vooruitgelopen op de behandeling in de Kamer bij dit wetsvoorstel?

De leden van de VVD-fractie lezen dat in het rapport Maat Houden een toetsingscriterium is opgenomen dat een en ander niet mag leiden tot onaanvaardbare gevolgen voor het bedrijfsleven. Kan er een overzicht gegeven worden van de totale toezichtkosten in de andere EU-landen? Hoe kan dit op een goede manier vergeleken worden met de Nederlandse toezichtkosten, om te bepalen of er sprake is van gevolgen voor de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven? Kan dit vergelijkende overzicht ook worden gegeven voor Nederland en andere EU-landen? Zo nee, waarom niet, zo vragen deze leden.

Een toezichtcategorie dient in principe alle kosten van het op die categorie uit te oefenen toezicht zelf te financieren, volgens het voorstel. De procentuele aandelen worden nu aan de actualiteit aangepast. Hoe kan worden gecheckt c.q. transparant, inzichtelijk en begrijpelijk worden gemaakt hoeveel geld met verschillende werkzaamheden gemoeid is, vragen de leden van de fractie van de VVD. Waarom werken DNB en AFM niet op een vergelijkbare, transparante wijze als de toezichtautoriteit European Securities and Markets Authority (ESMA)? In hoeverre is er rekening gehouden bij de aanpassing van de procentuele aandelen met kleine en grote ondernemingen?

De kosten die voortkomen uit het toezicht ingevolge de Sanctiewet 1977 en de kosten die voortkomen uit de betrokkenheid van de toezichthouder bij de voorbereiding van wet- en regelgeving, worden aan alle toezichtcategorieën toegerekend. Hoe wordt dit toegerekend aan de verschillende categorieën? En in hoeverre wordt hierbij rekening gehouden met kleine en grote ondernemingen?

De begrote kosten voor het BES-toezicht bedragen voor AFM en DNB respectievelijk 0,4 miljoen en 0,8 miljoen euro. De leden van de VVD-fractie vragen hoe deze kosten worden doorberekend aan de financiële instellingen op de BES-eilanden.

Als gekeken wordt naar de effecten van het wegvallen van de overheidsbijdragen AFM en DNB (tabel 2 en 3) dan zijn er verschuivingen te zien in het procentuele aandeel. Hoe zijn deze verschillen te verklaren? Bijvoorbeeld banken en clearinginstellingen, verzekeraars en accountants gaan procentueel minder betalen en adviseurs en bemiddelaars juist meer. Hoe moet dit gezien worden in relatie tot de tekst in het regeerakkoord dat bij de vaststelling van de nieuwe (hogere) tarieven kleinere partijen zoveel mogelijk zullen worden ontzien? Hoe kan het dat er een hoger procentueel aandeel met de gewijzigde toezichtinspanning is (tabel 4 en 5), en dat er toch tegelijkertijd een lager procentueel aandeel als gevolg van het wegvallen de overheidsbijdrage (tabel 2 en 3) is bij accountants, banken en verzekeraars, vragen de leden van de fractie van de VVD.

In de memorie van toelichting staat dat bij de AFM rekening is gehouden met de omstandigheid dat een deel van het wegvallen van de overheidsbijdrage wordt opgevangen via hogere tarieven voor het toezicht op emissies. De leden van de VVD-fractie vragen hoe groot deze verhoging van de tarieven naar schatting is.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Afdeling advisering van de Raad van State van mening is dat als het toezicht in de eerste plaats wordt uitgeoefend in het algemeen belang, dit met zich meebrengt dat het toezicht ook, tenminste ten dele, uit de algemene middelen moeten worden gefinancierd. In de herziene versie van Maat Houden wordt hiervan afgeweken. In hoeverre is de Raad van State betrokken geweest bij het opstellen van de herziene versie? In hoeverre is de regering het ermee eens dat het «groepsprofijt» geen rechtvaardiging kan vormen voor het volledig afschaffen van de overheidsbijdrage? Wat is het verschil van wat nu wordt voorgesteld voor AFM en DNB met de situatie voor de ACM en andere toezichthouders?

In 2012 is al een nieuwe bekostigingssystematiek doorgevoerd. In hoeverre zorgt een wijziging in 2014 voor duidelijkheid en stabiliteit (het doel in 2012)? Welke gevolgen hebben dit soort besluiten voor het vestigingsklimaat, nu steeds vaker aangegeven wordt dat Nederland onvoorspelbaar is in wet- en regelgeving en daarom bedrijven zich niet meer vestigen, vragen genoemde leden.

Er is sprake van een eenmalige stijging – ook voor kleine instellingen – maar vanwege de stapsgewijze benadering is deze stijging volgens de regering niet buitenproportioneel. De leden van de fractie van de VVD vragen hoe dit moet worden gezien in relatie tot de tekst in Regeerakkoord die luidt: «Bij de vaststelling van de nieuwe (hogere) tarieven zullen kleinere partijen zoveel mogelijk worden ontzien.»

Er is uiteindelijk afgezien van het opleggen van een heffing aan een Europese paspoorthouder. Waarom vond de regering het eerst wel noodzakelijk dat er zo’n heffing in deze wet werd opgenomen? Hoe is dit in andere EU-landen geregeld? Waarom vond de regering het eerst vanuit kostenoverwegingen wel doelmatig? Hoe hoog zijn de jaarlijkse kosten van DNB en AFM voor de paspoorthouders? Waar komen deze kosten nu terecht, vragen de leden van de VVD-fractie.

De leden van de PvdA-fractie hebben een vraag omtrent de verdeling van de toezichtkosten over de verschillende sectoren in de financiële sector. Kan de regering inzichtelijk maken welke afwegingen hierbij spelen? Zijn alleen de begrote kosten per sector leidend, of wordt ook nog verder vooruit gekeken naar welke risico’s zich mogelijk manifesteren in bepaalde sectoren in de toekomst? Wordt gecontroleerd op welke basis de AFM en DNB tot hun risico-inschattingen komen en bijbehorende kostenramingen, en spelen hierbij zowel kwalitatieve (bijvoorbeeld klanttevredenheid) als kwantitatieve (bijvoorbeeld solvabiliteit) indicatoren een rol? Zo ja, welke, vragen genoemde leden.

De leden van de SP-fractie vragen of de regering de mening deelt dat alle inwoners van Nederland profijt hebben van goed toezicht op de financiële markten. Kan de regering toelichten waarom zij van mening is dat de niet gesloten groep, zoals consumenten en MKB’ers, een uitzondering vormt ten opzichte van de door haar bepaalde afgesloten groep? Geldt systeemprofijt alleen voor de afgesloten groep? De Afdeling advisering van de Raad van State meent dat het toezicht in de eerste plaats in het algemeen belang wordt uitgeoefend en uit de algemene middelen moet worden gefinancierd. Kan de regering onderbouwen waarom zij van mening is dat dit onwenselijk is? Kan de regering uitleggen waarom het rapport Maat Houden is herzien, vragen genoemde leden.

De regering betoogt dat de afgesloten groep afgebakend moet worden op basis van objectieve criteria. Kan de regering toelichten of deze afbakening een stimulans kan zijn voor financiële instellingen om buiten deze groep te willen vallen? Kan de regering een overzicht geven van welke uitzonderingen er bestaan voor financiële instellingen om niet AFM- of DNB-vergunningplichtig te zijn? Hoe groot is het percentage van financiële instellingen, die niet onder het toezicht van de AFM of DNB vallen?

Als toezicht c.q. toezichthouders afhankelijk worden van de sector zelf, kan de regering dan toelichten waarom zij meent dat de kans op beïnvloeding door het voorgestelde omslagstelsel nihil is, vragen genoemde leden. Wordt de grootte van de begroting van toezichthouders door het voorgestelde omslagstelsel afhankelijk van de financiële sector? Hoe wordt de bijdrage van een financiële instelling aan het toezicht berekend, vragen de leden van de SP-fractie.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt naar aanleiding van het wetsvoorstel een aantal fundamentele opmerkingen over het schrappen van de overheidsbijdrage aan het toezicht van AFM en DNB. De leden van de CDA-fractie vragen de regering waarom het advies dat ingaat op het verschil tussen groepsprofijt en profijt voor de samenleving als geheel niet leidt tot een wijziging van het wetsvoorstel, waarbij een deel van de toezichtlasten wordt gefinancierd uit de algemene middelen. Deze leden vragen hierover ook hoe het voorliggende wetsvoorstel is te rijmen met het uitgangspunt van het kabinetsrapport Maat Houden, waarin wordt gesteld dat toezicht dat – gedeeltelijk – in het algemeen belang wordt uitgevoerd, ook – gedeeltelijk – uit de algemene middelen betaald zou moeten worden. Deze leden vragen de regering ook hoe kan worden voorkomen dat door de voorgestelde wetswijziging de toezichtlasten kunnen stijgen zonder dat daar een – democratische – controle op plaatsvindt met lastenstijgingen voor het bedrijfsleven tot gevolg. Is de regering bereidt om hiervoor stringentere maatregelen in het wetsvoorstel op te nemen? Gaat de regering zich bijvoorbeeld inzetten voor een meer «horizontale» benadering van het toezicht, zodat de onder toezicht gestelde instellingen zelf kunnen meebeslissen over hoe het toezicht wordt vormgegeven? Daarbij vragen deze leden of de regering rekening heeft gehouden met het gegeven dat een stijging van de directe toezichtlasten bij veel instellingen ook gevolgen heeft voor de stijging van indirecte toezichtlasten. Heeft de regering dit inzichtelijk gemaakt en kan de regering aangeven hoe kan worden voorkomen dat de administratieve lastendruk van financiële instellingen op deze manier zonder waarborgen sterk kunnen stijgen?

Met deze wetswijziging wordt de overheidsbijdrage voor het door de AFM en DNB uit te oefenen toezicht op de financiële markten afgeschaft, waardoor de toezichtkosten van partijen op wie dat toezicht is ingesteld fors zullen toenemen. De leden van de PVV-fractie zouden graag willen weten welke mogelijke negatieve gevolgen de forse toename van de toezichtkosten kan hebben voor de marktpartijen en welke maatregelen hiertegen getroffen zullen worden.

Tevens zouden de leden van de PVV-fractie graag willen weten op welke wijze de regering gaat voorkomen dat deze kosten de komende jaren voor de marktpartijen verder zullen stijgen als gevolg van de invoering van het Europees bankentoezicht.

Verder stelt de regering dat een toezichtcategorie in principe alle kosten van het op die categorie uit te oefenen toezicht zelf zal financieren hetgeen tevens impliceert dat de toezichtkosten gedragen zullen worden door partijen op wie dat toezicht is ingesteld. De leden van de PVV-fractie zouden graag willen weten of de zinsnede «in principe» impliceert dat hiervan afgeweken kan worden. Zo ja, welke uitzonderingen kunnen hierop gemaakt worden?

Daarnaast stelt de regering dat de in bijlage II van de Wbft opgenomen procentuele aandelen gebaseerd zijn op de toezichtbegrotingen 2011 en in principe voor de jaren 2013 tot en met 2017 vastliggen. De leden van de PVV-fractie zouden ook hierbij graag willen weten of de zinsnede «in principe» inhoudt dat hiervan afgeweken kan worden. Zo ja, welke uitzonderingen kunnen hierop precies worden gemaakt?

Daarnaast is in de Wbft geregeld dat indien een bepaalde categorie minder inspanning vergt en een andere categorie meer, de procentuele aandelen van de toezichtcategorieën worden aangepast. De leden van de PVV-fractie zouden graag willen weten welke criteria hierbij gehanteerd zullen worden.

Ook stelt de regering dat de baten tegen de kosten van doorberekening op zullen wegen. Dit leidt er onder andere toe dat partijen waarbij inning van kosten niet opweegt tegen de opbrengsten geen rekening zullen ontvangen. De leden van de PVV-fractie zouden graag willen weten hoe deze afweging zal worden gemaakt en welke criteria hierbij gehanteerd zullen worden.

De leden van de D66-fractie vragen of de regering het met hen eens is dat er na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel minder druk zal zijn op DNB en AFM om de kosten te beheersen vergeleken bij de huidige situatie, aangezien de overheid hier dan geen financieel belang meer bij heeft. Deze leden lezen dat een adviserend panel de conceptbegroting bespreekt met de toezichthouder, waarmee enige countervailing power kan worden geboden, maar dat het mandaat van dit panel niet verder strekt dan het geven van advies. Zijn er additionele mogelijkheden waarmee het risico op expansiedrift van DNB en AFM kan worden geborgd? De Minister van Financiën moet de begrotingen en jaarrekeningen goedkeuren en stelt een kostenkader vast waarbinnen de toezichtkosten moeten blijven. Op welke manier zou de Kamer nader betrokken kunnen worden bij dit proces?

De leden van de D66-fractie vragen of de regering nader kan toelichten wat er gebeurt bij een overschrijding van de begroting door DNB of AFM, aangezien geen eigen middelen beschikbaar zijn om op terug te vallen. Ter compensatie kunnen de toezichtkosten in het daaropvolgende jaar worden verlaagd. Hiervan geeft de regering echter aan dat dit mogelijk niet wenselijk is, wegens omstandigheden die een overschrijding van het kostenkader rechtvaardigen. Zal in dat geval een overschrijding worden verhaald op de sector?

De leden van de D66-fractie constateren dat het kabinet met enige regelmaat AFM vraagt om een onderzoek, zoals bijvoorbeeld het recente verzoek van de Minister van Financiën om een onderzoek naar standaardproducten. Heeft de regering overwogen om onderzoeken die voornamelijk in het algemeen belang zijn, ofwel ter informatie voor kabinetsplannen dienen, door de overheid te laten bekostigen, in plaats van te verhalen op de sector?

Nieuwe toezichttaken ECB

Waarom is de regering niet van mening dat de totale toezichtkosten bij het overhevelen van toezichttaken van DNB naar ECB gelijk zou moeten blijven, vragen de leden van de VVD-fractie.

Voorgesteld wordt om de kosten van tussen 42,5 en 62,7 miljoen euro door te berekenen aan de banken waar het toezicht zich op richt, te weten de significante banken. Om welke banken gaat het dan concreet? Hoe gebeurt dit in andere EU-landen? Deze leden vragen of de kosten daar worden doorberekend of wordt dit daar uit de algemene middelen betaald.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Afdeling advisering van de Raad van State wijst op eerdere adviezen waarin is opgemerkt dat aan belastende maatregelen, zoals hier het geval is, geen terugwerkende kracht mag worden gegeven, tenzij bijzondere omstandigheden een afwijking van deze regel rechtvaardigen. De Afdeling advisering van de Raad van State is van oordeel dat daarvan in het onderhavige geval geen sprake is. Waarom wijkt de mening van de regering af van die van de Afdeling, zo vragen deze leden. Welke precedentwerking heeft de keuze van de regering voor andere situaties?

Indien artikel 17 zou worden geschrapt zou dit jaar een zeer hoog negatief exploitatiesaldo bij DNB ontstaan. Hoe hoog zou dit negatieve exploitatiesaldo zijn? Waarom acht de regering het vergoeden van deze kosten uit algemene middelen ongewenst, vragen de leden van de VVD-fractie.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering om inzichtelijk te maken hoe hoog de lasten exact zijn die op basis van de nieuwste inzichten volgens het wetsvoorstel doorbelast gaan worden aan financiële instellingen, van de extra taken die DNB uitvoert ten behoeve van nieuwe toezichttaken van de ECB. Kan de regering aangeven waarom niet eerder een voorstel is gedaan tot doorbelasten van deze kosten, waardoor nu de noodgreep toegepast moet worden van het achteraf doorbelasten van kosten? Is de regering van mening dat de noodgreep van achteraf doorbelasten van gemaakte kosten is te rechtvaardigen door de Afdeling advisering van de Raad van State genoemde voorwaarde van «een omvangrijk oneigenlijk gebruik of misbruik van een wettelijke voorziening of door aanmerkelijke aankondigingseffecten»?

De regering stelt dat DNB er niet aan zal ontkomen om ten behoeve van een onderzoek dat verricht wordt alvorens de ECB begint met de haar opgedragen taken, een groot aantal externe specialisten in te huren. Volgens een in maart van dit jaar gemaakte berekening van DNB worden de kosten tussen 43,5 en 61,7 miljoen euro geschat. De leden van de PVV-fractie zouden graag willen weten of de regering met zekerheid kan stellen dat de belastingbetaler op geen enkele wijze voor deze kosten op zal draaien.

Overige wijzigingen

Voorgesteld wordt de boeteopbrengsten boven een bedrag van 2,5 miljoen euro per toezichthouder per jaar ten goede te laten komen aan de Staat en niet in mindering te brengen op de kosten die de toezichthouder doorberekent aan de sector. Hoe is dit in andere EU-landen geregeld, vragen de leden van VVD-fractie.

De leden van de PvdA-fractie vragen naar de verdeling van de inkomsten en kosten tussen de Staat, de toezichthouders en de private sector. Deze leden vragen zich af waarom boetes tot 2,5 miljoen euro bij AFM en DNB blijven. Waarom is niet de keuze gemaakt de boetes volledig naar de Staat te doen gaan? Ook vragen genoemde leden zich af wat de reactie van de regering is op de kritiek van de Afdeling advisering van de Raad van State dat een deel van de kosten voor bepaalde taken toch publiek gedragen zou moeten worden? Hoe borgt de regering dat de toezichtkosten niet te ver doorgroeien? Is gelijke tred houden met rijksuitgaven redelijk? Hoe wordt dat afgedwongen? Hoe bekijkt de regering meerjarige prestatieafspraken in dit kader? De leden van de PvdA-fractie constateren dat er niet is gekozen voor automatisch minder groei van het budget. Waarom is er niet toch een dergelijke prikkel ingebouwd?

Waarom wil de regering niet dat alle boeteopbrengsten ten goede laten komen aan de Staat, vragen de leden van de fractie van de SP. Wil de regering dat boetes, die lager zijn dan 2,5 miljoen euro, nog steeds in mindering komen op het totaal aan kosten dat de toezichthouder mag doorberekenen aan de sector? Hoe verhoudt dit zich tot de stelling van de regering dat het niet met het rechtvaardigheidsgevoel spoort dat de opbrengst van een strafmaatregel ten goede komt aan de sector? Kan de regering een overzicht geven van het aantal boetes, dat hoger en lager is geweest dan 2,5 miljoen euro in de afgelopen vijf jaar?

Consultatie

Toezichthouders kunnen in de toekomst gehouden worden aan eventuele op te leggen rijksbrede taakstellingen. Hoe moet dit gezien worden tot het feit de bijdrage uit de algemene middelen nu tot nul euro wordt teruggebracht, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Over de suggestie om een doelmatigheidsonderzoek in te stellen bij toezichthouders zijn op ambtelijk niveau oriënterende gesprekken gaande met medewerkers van de Algemene Rekenkamer. Wat is de actuele stand van zaken? In hoeverre gaat het hier om een uitbreiding van de controletaak van de Algemene Rekenkamer? Recent is besloten om de Algemene Rekenkamer toegang te geven tot toezichtvertrouwelijke informatie van DNB en AFM om haar doelmatigheidsonderzoek beter te kunnen doen. Wat is precies de bedoeling? Wat zouden de kosten daarvan voor de Algemene Rekenkamer zijn? En hoe wordt de Kamer nog betrokken bij een dergelijk besluit, vragen deze leden.

Er zijn bij de consultatie breed zorgen geuit over de forse toename van de toezichtkosten. Deze worden immers een op een doorberekend aan de klanten. Er wordt aangegeven dat de kosten voor DNB en AFM sinds 2000 ruim verdrievoudigd zijn. Kan een overzicht gegeven worden van de ontwikkeling van de jaarlijkse toezichtkosten bij AFM en DBN vanaf 2000?

Welke voorstellen heeft de Europese Commissie onlangs gepresenteerd om de kosten voor de European Banking Authority (EBA), de ESMA en de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) anders te financieren? Welke (financiële) gevolgen heeft dit voor de financiële sector, vragen de leden van de fractie van de VVD.

Waarom heeft de regering niets gedaan met de voorstellen van de brancheorganisaties met betrekking tot het ontbreken van prikkels en de zorg over de toename van de toezichtkosten, vragen genoemde leden. Wat vindt de regering van het invoeren van een jaarlijkse aanpassing van de begrotingen van AFM en DNB volgens de departementale begrotingsregels voor loon- en prijsbijstellingen? Wat vindt de regering van een voorhangprocedure bij de Kamer waar het gaat om de begrotingen van AFM en DNB? Wat vindt de regering van het jaarlijks bespreken van de voorstellen voor de begroting van DNB en AFM in een algemeen overleg van de vaste commissie voor Financiën? Wat vindt de regering van het voorstel om binnen de Raad van Commissarissen van de toezichthouders AFM en DNB een specifieke taakopdracht te geven aan één specifieke commissaris, namelijk om de toezichtbegroting te beoordelen vanuit het oogpunt van de onder toezicht gestelde instellingen?

De leden van de VVD-fractie vragen voorts wat de exacte rol is van de adviserende panels? Welke bevoegdheden hebben deze adviserende panels? Hoe zouden deze bevoegdheden verantwoord uitgebreid kunnen worden om zo meer prikkels in het systeem voor doelmatigheid in te bouwen en de toezichtkosten zo beperkt mogelijk te houden? Wat vindt de regering van een wettelijk verwerpingsrecht als driekwart van de markt zich niet kan vinden in de toezichtbegroting? In hoeverre worden de adviezen van het panel openbaar en gedeeld met de Kamer?

Hoe kan worden voorkomen dat de toezichthouder meer doet dan noodzakelijk is, er lijkt hier en daar sprake van de ongebreidelde uitbreiding van thema’s en onderwerpen? Hoe vindt de check plaats op het oprekken van de taken en bevoegdheden door AFM en DNB en of zaken die worden opgepakt wel een wettelijke basis hebben dan wel dat daar expliciet opdracht vanuit de overheid aan ten grondslag ligt, vragen genoemde leden.

Waarom is de regering geen voorstander van een automatische verplichting en/of het principe om overschrijdingen in een bepaald jaar in dat jaar of in het volgende jaar te compenseren in de vorm van lagere toezichtkosten?

In hoeverre kunnen er door een betere afstemming tussen DNB en AFM en een betere aansluiting bij de realiteit van onder toezicht staande ondernemingen efficiencyvoordelen gehaald worden die zorgen voor lagere toezichtkosten? In hoeverre wordt er ook gewerkt aan het verminderen van de indirecte kosten van het toezicht door bijvoorbeeld betere afstemming van de formats bij uitvragen tussen DNB en AFM en formats die beter aansluiten bij reguliere rapportagevormen? Kan er een overzicht gegeven van de indirecte toezichtkosten in de financiële sector, vragen de leden van de fractie van de VVD.

Door het draagkrachtbeginsel zullen de kleine instellingen minder voor het toezicht betalen van de grotere instellingen. Dit wordt nader uitgewerkt in de uiterlijk per 1 juni van ieder jaar vast te stellen ministeriële kostenregeling. Hoe ziet die regeling eruit? Hoe is het draagkrachtbeginsel nu in de wet geregeld? Wat wordt verstaan onder het draagkrachtbeginsel? De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre hier rekening wordt gehouden met het feit dat kleine ondernemingen minder risico opleveren in de financiële sector dan grotere ondernemingen.

De leden van de PvdA-fractie merken op dat het voorstel om kosten door te berekenen aan bijkantoren geschrapt is, terwijl dit in het belang kan zijn van een gelijk speelveld tussen Nederlandse en buitenlandse banken en er (om die reden) ook geen juridisch bezwaar lijkt te bestaan vanuit EU-recht. Als verklaring noemt de regering de totstandkoming van de Europese bankenunie, waardoor de toezichtkosten voor significante banken bij de ECB komen te liggen. De leden van de PvdA-fractie willen graag weten wat dit betekent voor bijkantoren van banken die niet onder de ECB komen te vallen. Om hoeveel banken gaat dit in de huidige situatie? In hoeverre kunnen per bank de kosten verschillen doordat de toezichtkosten aan bijkantoren van niet-significante banken niet worden doorberekend?

De leden van de SP-fractie lezen dat er onvoorziene externe omstandigheden kunnen zijn, die een overschrijding van het kostenkader rechtvaardigen. Kan de regering uitleggen wie beoordeelt of omstandigheden onvoorzien en gerechtvaardigd zijn? Wie zal deze overschrijding moeten bekostigen?

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 7 Wbft

Geïncasseerde boetes en dwangsommen worden niet meer opgenomen als baten. Om welke absolute bedragen per jaar gaat het in de afgelopen tien jaar, vragen de leden van de VVD-fractie.

Het deel van het exploitatiesaldo dat betrekking heeft op het toezicht op de BES-eilanden wordt verrekend met de Staat. Houdt dit in dat de Staat nog wel de toezichtkosten voor de BES-eilanden betaald? Zo nee, hoe is het dan geregeld?

Artikel 8 Wbft

Waarom vallen AFM en DNB sinds 1 januari 2013 onder de werkingssfeer van de Kaderwet zbo’s, DNB is ook gewoon een staatsdeelneming? Welke gevolgen heeft dit, vragen de leden van de fractie van de VVD.

Artikel 17 Wbft

Het nieuwe artikel 17 voorziet in de doorberekening van de kosten vanwege het onderzoek naar de balansen van (significante) banken. De nadere uitwerking zal bij algemene maatregel van bestuur worden voorgelegd. De leden van de VVD-fractie vragen hoe de Kamer hier nog bij wordt betrokken

Bijlage I Wbft

In de nieuwe tariefstructuur worden de kosten voor het goedkeuren van het prospectus bij een emissie volledig belegd bij de emittenten. In 2005 is hier nog van afgezien met het oog op de concurrentiepositie van de Nederlandse kapitaalmarkt. Wat is er sinds 2005 veranderd waardoor het nu geen probleem meer is, vragen de leden van de VVD-fractie. Vanwege de afwezigheid van forumkeuze zijn verschuivingen bij emissieactiviteiten met een aandelenkarakter niet te verwachten, maar hoe zit het met verschuiving naar andere landen van emissieactiviteiten? Hoe is dit in andere EU-landen geregeld?

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Duisenberg

De griffier van de commissie, Berck

Naar boven