33 957 Wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht in verband met de afschaffing van de overheidsbijdrage, de invoering van Europees bankentoezicht en de bestemming van door de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank opgelegde dwangsommen en boetes

Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID VAN HIJUM

Ontvangen 2 oktober 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel G, worden aan artikel 13, eerste lid, drie volzinnen toegevoegd, luidende: Het bedrag dat door de toezichthouder in rekening wordt gebracht bedraagt in 2015 ten hoogste € 222.200.000, waarvan ten hoogste € 76.000.000 in rekening wordt gebracht door de Autoriteit Financiële Markten en ten hoogste € 146.200.000 in rekening wordt gebracht door de Nederlandsche Bank. In de jaren volgend op 2015 kunnen de bedragen, genoemd in de voorgaande volzin, bij ministeriele regeling jaarlijks worden aangepast op grond van loon- of prijsmutaties. De Staat der Nederlanden draagt jaarlijks bij in de financiering van het toezicht voor zover de kosten daarvan het bedrag overstijgen dat door de toezichthouder in rekening kan worden gebracht aan de personen die behoren tot een van de in de bijlage II of III opgenomen toezichtcategorieën.

Toelichting

Het wetsvoorstel schaft de gehele overheidsbijdrage voor de kosten van het toezicht door Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB) op de financiële sector af. De kosten voor de sector zijn sinds de financiële crisis meer dan verdrievoudigd. Een steeds verdergaande cumulatie van regels en toezicht zal de gewenste verandering van cultuur en gedrag niet dichterbij brengen en kan zelfs contraproductief werken. Bovendien ontbreekt een prikkel tot doelmatigheid als kosten onbeperkt kunnen worden doorbelast. De introductie van een wettelijk plafond voor de kosten die mogen worden doorberekend is daarom gewenst. De overheid draagt de kosten die boven het plafond uit komen en houdt zodoende een direct belang bij een doelmatig toezicht.

Van Hijum

Naar boven