33 922 Voorstel van wet van het lid Yücel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en het Burgerlijk Wetboek om gelijke beloning van mannen en vrouwen te bevorderen

Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 31 augustus 2016

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel A, vervalt in de aanhef « van de Wet op de ondernemingsraden» en «na onderdeel l» en wordt het in te voegen onderdeel m verletterd tot onderdeel n.

B

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef wordt vervangen door:

Artikel 391 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

1. Na lid 4 wordt, onder vernummering van de leden 5 en 6 tot 6 en 7 een lid ingevoegd, luidende:

2. In het eerste onderdeel (nieuw) wordt «8. In het jaarverslag» vervangen door «5. In het bestuursverslag» en wordt «uiteen gezet» vervangen door: uiteengezet.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

2. In lid 7 (nieuw) wordt «lid 5» vervangen door: lid 6.

C

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 23 maart 2016 ingediende voorstel van wet tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het voortzetten van het streefcijfer voor een evenwichtige verdeling van de zetels van het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen (34 435) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt:

a. in artikel II, onderdeel 1, van deze wet, in de aanhef «van de leden 5 en 6 tot 6 en 7» vervangen door «van de leden 5, 6 en 7 tot 6, 7 en 8», en

b. in artikel II, onderdeel C, van die wet (34 435) «lid 7» vervangen door: lid 8.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 23 maart 2016 ingediende voorstel van wet tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het voortzetten van het streefcijfer voor een evenwichtige verdeling van de zetels van het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen (34 435) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:

a. het in artikel I, onderdeel C, opgenomen zevende lid wordt vernummerd tot achtste lid, en

b. in artikel II, onderdeel C, wordt «lid 7» vervangen door: lid 8.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt ertoe het voorstel van wet in technische zin aan te passen aan een tweetal wetten die na het aanhangig maken van dit voorstel van wet in werking zijn getreden. Ook wordt voorzien in goede samenloop met de Wet Huis voor klokkenluiders. Ook is voorzien in een samenloopbepaling met het in maart van 2016 ingediende wetsvoorstel inzake de evenwichtige verdeling van zetels van het bestuur en de RvC’s van grote naamloze en besloten vennootschappen.

Met het op 1 januari 2016 in werking getreden artikel VII, onderdeel C, van de Wet van 6 juni 2011 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van regels over bestuur en toezicht in naamloze en besloten vennootschappen, is in artikel 391 lid 7 komen te vervallen. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt het nieuwe lid naar een logischer plaats in het artikel te verplaatsen, namelijk vóór de leden die betrekking hebben op de vaststelling en de voorhang van een algemene maatregel van bestuur.

Met de op 1 november 2015 in werking getreden Wet van 30 september 2015 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële over-zichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU 2013, L 182) (Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening) is de term «jaarverslag» vervangen door «bestuursverslag.»

Yücel

Naar boven