33 911 Wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingencentra

Nr. 22 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN MEENEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 13

Ontvangen 13 juni 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II, onderdeel G, vervallen in artikel 2.3.1 het tweede, derde en vierde lid en de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

II

In artikel II, onderdeel G, wordt artikel 2.3.2 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede: in de betreffende regio aan de contactgemeenten.

2. Het tweede lid vervalt.

III

In artikel II, onderdeel G, vervallen in artikel 2.3.3, eerste lid, de zinsneden «van de contactgemeente», «overeenkomstig het regionaal programma» en «in de desbetreffende regio».

IV

In artikel II, onderdeel G, vervalt in artikel 2.3.4 telkens de zinsnede: van de contactgemeente.

V

In artikel II, onderdeel G, vervalt in artikel 2.3.5 telkens de zinsnede: van de contactgemeente.

VI

In artikel II, onderdeel H, vervalt in artikel 2.3.1 het tweede lid en de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

VII

Artikel IIIA wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «van een contactgemeente van een regio» vervangen door: van een gemeente.

2. In het eerste lid wordt «bi: de som van de bedragen die de gemeenten binnen deze regio voor het jaar 2014 hebben» vervangen door: bi: het bedrag dat de gemeente voor het jaar 2014 heeft.

3. In het eerste lid wordt «voor alle regio’s» vervangen door: voor alle gemeenten.

4. In het tweede lid vervalt: van de contactgemeente.

5. In het derde lid vervalt: van de contactgemeente.

VIII

Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een contactgemeente» telkens vervangen door: de gemeente.

2. In het tweede lid vervalt «van de contactgemeente» en wordt «een college van burgemeester en wethouders van een gemeente in de betreffende regio» vervangen door: het college.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Indien het college van burgemeester en wethouders met twee of meer instellingen een overeenkomst uitkering educatie heeft gesloten voor het kalenderjaar, voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet, wordt het tweede lid voor elk van die instellingen toegepast naar rato van de educatiebedragen die voor dat jaar aan de betreffende instelling zijn betaald.

Toelichting

In het huidige wetsvoorstel en de huidige wet worden de middelen voor educatie uitgekeerd aan zogenaamde contactgemeenten in regio’s. Deze contactgemeenten zijn verantwoordelijk voor een doelmatige besteding van de middelen en voor het treffen van voorzieningen voor personen in de doelgroepen. Met dit amendement wordt deze figuur van de contactgemeenten uit het wetsvoorstel gehaald. In plaats daarvan gaan de middelen voor educatie naar afzonderlijke gemeenten, zodat deze maximale beleids- en bestedingsvrijheid hebben en in onderling overleg, of zelfstandig, kunnen besluiten op welke wijze zij het geld inzetten. Hiermee wordt tevens de democratische controle gewaarborgd op de inzet van de middelen aan de gemeenteraden van alle betrokken gemeenten.

Van Meenen

Naar boven