33 910 Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)

A/ Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 28 augustus 2014.

De wens dat de inwerkingtreding van de maatregel bij de wet wordt geregeld kan door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 27 september 2014.

Aan de voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2014

Hierbij stuur ik u een algemene maatregel van bestuur houdende wijziging van diverse besluiten betreffende dieren en dierlijke producten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen. Voor de inhoud van het besluit verwijs ik naar de nota van toelichting (zie Stb. 2014, nr. 264). De datum van inwerkingtreding van het besluit wordt bij koninklijk besluit vastgesteld.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure (van artikel 110, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren), en biedt uw Kamer de gelegenheid kenbaar te maken dat de inwerkingtreding van het besluit bij wet dient te worden geregeld. De wet bepaalt dat door of namens een der Kamers der Staten-Generaal of door ten minste een vijfde gedeelte van het grondwettelijke aantal leden van een der Kamers binnen 30 dagen te kennen kan worden gegeven dat de inwerkingtreding van het besluit bij wet moet worden geregeld. In dat geval blijft inwerkingtreding achterwege en wordt zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel ingediend.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 januari 2015.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven