33 900 Wijziging van de Kieswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, houdende aanpassing van de regeling met betrekking tot het kiesrecht van niet-Nederlanders bij eilandsraadsverkiezingen

A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 2 december 2014

Bij de Eerste Kamer is momenteel in behandeling het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, houdende aanpassing van de regeling met betrekking tot het kiesrecht van niet-Nederlanders bij eilandsraadsverkiezingen.1

De commissies hebben de schriftelijke voorbereiding van het daartoe strekkend voorstel tot wijziging van de Grondwet2 aangehouden totdat de evaluatie van de nieuwe staatskundige structuur binnen het Koninkrijk in 2015 heeft plaatsgevonden.

Terzake hebben de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning3 en voor Koninkrijksrelaties4, met uitzondering van de leden van de fractie van de PVV, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 21 november 2014 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 28 november 2014 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Bergman

BRIEF VAN VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING EN VOOR KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 21 november 2014

De commissies voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning en voor Koninkrijksrelaties vragen uw aandacht voor het volgende. Bij de Eerste Kamer is momenteel in behandeling het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, houdende aanpassing van de regeling met betrekking tot het kiesrecht van niet-Nederlanders bij eilandsraadsverkiezingen.5 Het wetsvoorstel bepaalt dat het actief en het passief kiesrecht voor de eilandsraden alleen toekomen aan ingezetenen met de Nederlandse nationaliteit voor het geval dat de eilandsraden mede de leden van de Eerste Kamer verkiezen. Of die situatie zich ooit zal voordoen, is echter onzeker, nu de commissies de schriftelijke voorbereiding van een daartoe strekkend voorstel tot wijziging van de Grondwet6 hebben aangehouden totdat de evaluatie van de nieuwe staatskundige structuur binnen het Koninkrijk in 2015 heeft plaatsgevonden.

In hun brief van 20 februari 2014 hebben de commissies bovendien drie principiële uitgangs-punten geformuleerd voor de regeling van het kiesrecht voor de eilandsraden en voor de Eerste Kamer.7 Deze zijn:

  • 1. Niet-Nederlanders op de BES-eilanden zouden actief en passief kiesrecht moeten krijgen voor de eilandsraden onder dezelfde voorwaarden als niet-Nederlanders in het Europese deel van Nederland kiesrecht hebben voor de gemeenteraden.

  • 2. Niet-Nederlanders op de BES-eilanden zouden geen directe of indirecte invloed op de samen-stelling van de Eerste Kamer moeten kunnen uitoefenen.

  • 3. Nederlanders op de BES-eilanden moeten ingevolge onder meer artikel 3 Eerste Protocol EVRM in combinatie met artikel 14 EVRM wél invloed uit kunnen oefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer, net zoals Nederlanders in het Europese deel van Nederland dat kunnen.

Het voorliggende wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet en de WolBES gaat tegen het eerste uitgangspunt in. Omdat voorts aan dit uitgangspunt niet te voldoen is als de eilandsraden mede de Eerste Kamer verkiezen8, hebben de commissies in hun brief van 20 februari 2014 de instelling van een kiescollege BES bepleit, dat uitsluitend tot taak heeft mede de Eerste Kamer te verkiezen en waarvoor uitsluitend Nederlandse ingezetenen actief en passief kiesrecht hebben. De variant van het kiescollege BES maakt het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet en de WolBES, dat het kiesrecht voor de eilandsraden weer beperkt tot Nederlandse ingezetenen, overbodig.

De commissies hebben vernomen dat u de Tweede Kamer hebt toegezegd vóór het einde van het jaar een notitie te schrijven over mogelijke scenario's voor de inrichting van een kiescollege BES.9 De commissies wensen eerst kennis te kunnen nemen van deze notitie voordat zij beslissen over de verdere behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet en de WolBES. Zij hebben dan ook besloten het voorbereidend onderzoek met betrekking tot dit wetsvoorstel aan te houden. De commissies kunnen zich overigens voorstellen dat de notitie leidt tot een principiële keuze van de regering voor een kiescollege BES, die ertoe leidt dat het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet en de WolBES, zijnde overbodig geworden, wordt ingetrokken.

De commissies hebben verder vernomen dat uw notitie over de inrichting van een kiescollege op verzoek van een Tweede Kamerfractie óók in zal gaan op het feit dat Nederlanders die in het buitenland wonen geen stemrecht voor provinciale staten hebben en daarmee geen invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer kunnen uitoefenen. De commissies menen dat deze kwestie losgekoppeld dient te worden van de kwestie van invloed van Nederlandse inwoners van de BES-eilanden op de samenstelling van de Eerste Kamer. In het laatste geval gaat het immers om ingezetenen van het Koninkrijk, en in het eerste geval niet. Voor de commissies is dat een wezenlijk verschil.

De commissies zien uw notitie met belangstelling tegemoet. De leden van de fractie van de PVV sluiten zich niet bij deze brief aan.

De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, J.W.M. Engels

De voorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties, M.Y. Linthorst

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2014

De commissies voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning en voor Koninkrijksrelaties hebben besloten tot het aanhouden van het voorbereidend onderzoek met betrekking tot het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, houdende aanpassing van de regeling met betrekking tot het kiesrecht van niet-Nederlanders bij eilandsraadsverkiezingen (33 900). Zij wensen eerst kennis te kunnen nemen van mijn notitie over mogelijke scenario’s voor de inrichting van een kiescollege voor Caribisch Nederland voordat zij beslissen over de verdere behandeling van het wetsvoorstel.

Ik ben verheugd vast te stellen dat de commissies de notitie over een kiescollege met belangstelling tegemoet zien. De conceptnotitie heb ik ter consultatie voorgelegd aan de Kiesraad en aan de bestuurscolleges van de eilanden, zoals ik tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van wetsvoorstel 33 900 heb aangekondigd.10 Mijn streven is de Kamer voor het einde van het jaar een notitie te sturen waarin de inbreng van de Kiesraad, de bestuurscolleges en de eilandsraden zal zijn verwerkt. Ik zal de notitie uiteraard ook aan uw Kamer doen toekomen.

Ik hecht er verder aan u als volgt te informeren over de mogelijke consequentie van uw besluit tot aanhouding van de behandeling. Op grond van de Kieswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) mogen niet-Nederlanders niet stemmen of gekozen worden voor de eilandsraad. In 2013 is wetgeving tot stand gekomen die de rechten van niet-Nederlanders om voor de eilandsraad te stemmen en gekozen te worden in de Kieswet respectievelijk de WolBES tot uitdrukking brengt.11 Dit was nodig omdat de rechter in 2011 heeft geoordeeld dat het niet toekennen van het recht om te stemmen in strijd is met het discriminatieverbod uit internationale verdragen (zolang de leden van de eilandsraden de leden van de Eerste Kamer niet kiezen).12 Ook voor het recht om gekozen te worden is – op dezelfde gronden – aanpassing van de wet nodig.13 Ruim vóór de aanstaande eilandsraadsverkiezingen dient de wet aan alle betrokkenen in Caribisch Nederland duidelijkheid te bieden. Dit moet uiterlijk op 2 februari 2015, de dag van kandidaatstelling.14

Op verzoek van een aantal leden van uw Kamer zijn de genoemde wijzigingen van de Kieswet en de WolBES niet in werking getreden, omdat deze leden eraan hechtten dat eerst geregeld zou worden dat het kiesrecht van niet-Nederlanders voor de eilandsraden van rechtswege vervalt indien de eilandsraden het kiesrecht krijgen voor de Eerste Kamer (horizonbepaling).15 Daartoe strekt het onderhavige wetsvoorstel.

Ik was voornemens om de wijzigingen van de Kieswet en de WolBES pas in werking te laten treden indien het onderhavige wetsvoorstel tot wet is verheven.16 Indien uw Kamer de behandeling van het onderhavige wetsvoorstel echter niet uiterlijk 20 januari 2015 heeft afgerond, zie ik mij genoodzaakt de wijzigingen zonder horizonbepaling in werking te laten treden, om tijdig de hiervoor genoemde, door het verdragsrecht ingegeven duidelijkheid te bieden. Vanzelfsprekend doet dit niet af aan de mogelijkheid van uw Kamer om de behandeling van het onderhavige wetsvoorstel na kennisneming van mijn notitie over een kiescollege voor Caribisch Nederland voort te zetten en de horizonbepaling alsnog tot stand te brengen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstukken 33 900.

X Noot
2

Kamerstukken 33 131.

X Noot
3

Samenstelling Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning:

Holdijk (SGP), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vice-voorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), De Vries (PvdA), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Sörensen (PVV), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV), Duivesteijn (PvdA), Meijer (SP).

X Noot
4

Samenstelling Koninkrijksrelaties:

Holdijk (SGP), Linthorst (PvdA) (voorzitter), Terpstra (CDA), Slagter-Roukema (SP), Engels (D66), Nagel (50PLUS), Van Bijsterveld (CDA), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Quik-Schuijt (SP), Th. de Graaf (D66) (vice-voorzitter), Ganzevoort (GL), De Lange (OSF), Koole (PvdA), Sörensen (PVV), Reynaers (PVV), Van Dijk (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Beckers (VVD), Swagerman (VVD), Vlietstra (PvdA).

X Noot
5

Kamerstukken 33 900.

X Noot
6

Kamerstukken 33 131.

X Noot
7

Kamerstukken I 2013/14, 33 268, M.

X Noot
8

Dit zou immers strijdig zijn met het tweede uitgangspunt, te weten dat niet-Nederlanders op de BES-eilanden geen directe of indirecte invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer moeten krijgen.

X Noot
9

Kamerstukken II 2014/15, 33 900, nr. 8.

X Noot
10

Handelingen II 2014/15, nr. 11, item 8.

X Noot
11

Wet van 3 juli 2013 tot wijziging van de Kieswet houdende maatregelen om het eenvoudiger te maken voor Nederlanders in het buitenland om hun stem uit te brengen, wijziging van de wijze van inlevering van de kandidatenlijsten, aanpassing van de datum van kandidaatstelling en stemming, alsmede regeling van andere onderwerpen (Stb. 2013, 289), artikel I, onderdeel EL, en artikel V.

X Noot
12

Uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 10 januari 2011, HLAR 044/10.

X Noot
13

Kamerstukken II 2013/14, 33 900, nr. 4, blz. 5–7.

X Noot
14

Ook in de Tweede Kamer wordt, blijkens de recente behandeling van het onderhavige wetsvoorstel, belang gehecht aan spoedige wettelijke duidelijkheid (brief van 29 september 2014, Kamerstukken II 2013/14, 33 900, nr. 8).

X Noot
15

Toezegging T01710 van 25 juni 2013.

X Noot
16

Kamerstukken II 2013/14, 33 900, nr. 3, blz. 3–4.

Naar boven