33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving)

Nr. 20 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2015

In deze brief ga ik in op de vraag van mevrouw Cegerek aan de Staatssecretaris van IenM in het debat over het wetsvoorstel Vergunningverlening, toezicht en handhaving (Vth) van 14 september 2015 (Kamerstuk 33 872, nr. 18). Gevraagd is hoe het Omgevingsloket Online (Olo) functioneert en ook of het geëvalueerd wordt. Daarnaast maak ik van de gelegenheid gebruik om in te gaan op de aanpassingen die nodig zijn om het Omgevingsloket geschikt te maken voor het digitale stelsel van de Omgevingswet.

Via het Omgevingsloket Online kunnen burgers, bedrijven en overheden aanvragen of meldingen doen voor omgevingsvergunningen en watervergunningen. Dit loket is nu vijf jaar operationeel en in die tijd succesvol gebleken. Over het Omgevingsloket online is eind 2012 een Olo specifieke tussentijdse evaluatie, op basis van een afnemersonderzoek, naar uw Kamer gezonden2. Uit dit onderzoek bleek dat het Omgevingsloket duidelijk voorziet in een behoefte bij aanvragen en overheidsinstanties om digitaal met elkaar te kunnen communiceren. In het kader van het Regeerakkoord wordt het aanbod digitale dienstverlening gevolgd. Het Olo maakt deel uit van die monitoring.

Het succes van het loket blijkt uit de gemiddeld ca 3.500 digitale aanvragen die burgers en bedrijven nu per week indienen. Sinds de start in 2010 is een duidelijke groei waarneembaar in dit aantal. Het Omgevingsloket is inmiddels een vaste waarde in het domein van de fysieke leefomgeving geworden en zal onderdeel uitmaken van het digitale stelsel van de Omgevingswet. Om dit mogelijk te maken wordt het Olo de komende jaren doorontwikkeld. Hierbij staan gebruiksgemak en kwaliteit voor burgers, bedrijven en overheden voorop.

Digitaal stelsel Omgevingswet

Op 1 juli jl. heeft uw Kamer de Omgevingswet aangenomen. Al eerder heeft de rijksoverheid afgesproken dat bedrijven en burgers uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen digitaal afhandelen. Voorbereidingen om dit ook voor de Omgevingswet te realiseren zijn inmiddels gestart. Eerder heb ik uw Kamer geïnformeerd dat we met de Laan voor de leefomgeving streven naar een systeem waarbij alle reeds aanwezige, kwalitatief goede informatie over de leefomgeving eenvoudig beschikbaar wordt gesteld voor initiatiefnemers, belanghebbenden en het bevoegd gezag. Het stelsel zal stapsgewijs gerealiseerd worden en kent duidelijke «go/no-go» momenten. In het Bestuursakkoord Implementatie Omgevingswet3 dat het Rijk en de bestuurlijke koepels hebben gesloten zijn hier afspraken over gemaakt. Een belangrijke mijlpaal is de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dan moeten de digitale voorzieningen aangesloten zijn op het nieuwe wettelijke stelsel opdat het bevoegd gezag in staat is hiermee te werken. De doorontwikkeling van het Omgevingsloket is daar een onderdeel van.

Deze doorontwikkeling is qua aanpak gefaseerd opgezet. Binnen de vigerende wet en regelgeving4 wordt eerst het technisch verouderde Olo2 vervangen door een nieuwe versie, Olo3. In opzet omhelst dit niet zozeer grote wijzigingen in het functionele gebruik maar zorgt er wel voor dat het loket gebruiksvriendelijker is, het systeem makkelijker te onderhouden is en de onderliggende techniek verbeterd is. Inzet is dat vervolgens doorontwikkeling zal plaatsvinden naar een Olo dat geschikt is voor de Omgevingswet. Digitalisering en juridische vormgeving gaan hier hand in hand.

De werkzaamheden om Olo2 te vervangen zijn na een fase van opstart en definiëring in april 2015 gestart. Het doorvertalen van functionele eisen naar een zogenaamd «proof of concept» is complex en uit eigen toetsing blijkt dat de huidige specificatiefase van Olo3 langer duurt dan voorzien. De verwachte lancering van Olo3 komt mogelijk dicht tegen de implementatiedatum van de Omgevingswet aan te liggen. Twee opleveringen vlak na elkaar zorgen ervoor dat het doelmatiger is om de sturing op Olo3 en de Omgevingswet te integreren. Het bijgevoegde advies van het Bureau ICT Toetsing (BIT) doet hiervoor waardevolle aanbevelingen. Om het project financieel en technisch beheersbaar te houden wordt Olo3 opgebouwd via «go-no go»-momenten waarop afhankelijk van tijd, risico’s en prestaties bezien wordt of door gegaan kan worden naar een volgende fase.

Toetsing van Omgevingsloket online 3

Begin juli van dit jaar is op verzoek van mijn ministerie het project Olo3 als proefproject («pilot») ter toetsing door het BIT aangedragen. Dit Bureau is door de Minister voor Wonen en Rijksdienst ingesteld om uitvoering te geven aan de adviezen van de Tijdelijke Commissie ICT-projecten bij de Overheid (Commissie Elias) en heeft tot doel de algehele ICT projectbeheersing bij o.a. ministeries te verbeteren. Doel van deelname aan het «pilot» onderzoek was om de ontwikkeling van Olo3 zo goed mogelijk te laten verlopen en verbeterpunten mee te nemen bij de ontwikkeling naar het nieuwe Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Dit vanuit de gedachte dat bij ICT projecten afwijkingen zijn te verwachten.

Over het BIT wordt uw Kamer door de Minister voor Wonen en Rijksdienst geïnformeerd. Voor mijn ministerie betekent de deelname aan de BIT in de pilotfase dat inhoudelijk en procesmatig al een extra toets kan worden uitgevoerd wat bijdraagt aan de beheersbaarheid en uiteindelijk aan de kwaliteitsverbetering van de dienstverlening. Ik hecht extra waarde aan de BIT toets op Olo3 omdat het loket een veel gebruikte voorziening is en bijdraagt aan het digitale stelsel voor de Omgevingswet.

Uitkomsten BIT Advies

In het BIT advies is aangegeven dat het besluit tot de bouw van Olo3 voor de onderzoekers inhoudelijk niet omstreden is. Het huidige loket (Olo2) heeft bijgedragen aan de digitale volwassenheid van de rijksoverheid en medeoverheden en voor een forse lastenverlichting gezorgd bij burgers, bedrijven en bevoegd gezag5. Die baten moeten worden geborgd. Het advies stelt ook dat Olo3 een belangrijke stap zet richting de digitalisering van de Omgevingswet. De gefaseerde en gecontroleerde aanpak heeft vanuit het BIT waardering gekregen. Het op 17 september jl. opgeleverde definitieve BIT rapport6 stelt niettemin drie bedreigingen voor de eerstvolgende versie van het Omgevingsloket online:

  • 1. De werkende en beschreven randvoorwaardelijke infrastructuur7 is voor Olo3 nog niet beschikbaar;

  • 2. De Omgevingswet haalt Olo3 in;

  • 3. De implementatie aspecten zijn onderbelicht.

Het bijgevoegde BIT-advies licht de bedreigingen toe en adviseert uitvoering te geven aan bepaalde adviezen om de doelstellingen te bereiken die met het project Olo3 en implementatie van de Omgevingswet zijn beoogd. Op hoofdlijnen gaat het om de volgende maatregelen:

  • 1. Stel allereerst zeker dat de onderliggende infrastructuur een adequate basis kan bieden voor Olo3;

  • 2. Beschouw Olo3 als de eerste stap in het digitaliseringsprogramma voor de Omgevingswet en pas de projectsturing hierop aan;

  • 3. Zorg voor een implementatieplan dat voorbereid is op de Omgevingswet.

Ik maak dankbaar gebruik van deze adviezen en neem deze over. Betreffende de randvoorwaardelijke infrastructuur (eerste aanbeveling) zijn de te treffen maatregelen al gestart. Momenteel bezie ik de verdere uitwerking van de adviezen binnen mijn ministerie waarbij ik gebruik zal maken van onafhankelijke audits om zeker te stellen dat de benodigde infrastructuur een adequate basis biedt. Dit past binnen het ingezette proces, waarbij duidelijke «go-no/go»-momenten zijn gedefinieerd. Tevens wordt de mogelijkheid bekeken om te komen tot een alliantie van overheidspartijen om expertise zo goed mogelijk in te zetten.

De regie op Olo3 en de inmiddels ook al gestarte werkzaamheden voor de Omgevingswetversie van het Omgevingsloket online is in één hand gebracht. Het, vanwege de technische beheersbaarheid, stapsgewijs ontwikkelen van de digitale voorzieningen moet er toe leiden dat gebruikende overheden in hun eigen systemen niet met te veel wijzigingen in korte tijd te maken krijgen. De komende tijd wordt daarom in overleg met de decentrale overheden een gezamenlijke implementatiestrategie ontwikkeld voor het Digitale Stelsel Omgevingswet Hierdoor kunnen de overheden, conform de lijn die is ingezet in het bestuursakkoord, zich tijdig voorbereiden op inwerkingtreding van de Omgevingswet die voorzien is in 2018.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

I.v.m. toevoegen bijlage

X Noot
2

Kamerstuk 33 118, nr. 6

X Noot
3

Kamerstuk 33 118, nr. 19

X Noot
4

De Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), De Waterwet en de Ministeriële Regeling landelijke voorziening Omgevingsloket Online.

X Noot
5

Kamerstuk 26 643, nr. 316, Tussenbalans Digitale Overheid en rapport Meting Aanbod Digitale Dienstverlening 2015, Deloitte in opdracht van de Ministeries van BZK en EZ raadpleegbaar via http://www.digitaleoverheid.nl/digitaal-2017/monitoring/aanbod-digitale-dienstverlening.

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
7

Olo3 wordt vormgegeven op een Standaard Platform (SP) met een Centraal Aansluitpunt (CA).

Naar boven