33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren disciplinaire maatregelen op te leggen en tevens andere maatregelen te treffen

Nr. 18 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 september 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel II wordt, onder verlettering van onderdeel E tot onderdeel F, na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:

E

In artikel 86, zevende lid, wordt «artikelen 17, zesde lid» vervangen door: artikelen 17, zevende lid.

B

Artikel V komt te luiden:

ARTIKEL V

De Comptabiliteitswet 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 54, tweede lid, vervalt.

B

Artikel 74, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tweede volzin wordt «46c, eerste lid, onder b, tweede en derde lid» vervangen door: 46c, onder b en c, 46ca, eerste lid, onder b en c, tweede en derde lid.

2. Na het eerste gedachtestreepje wordt «schriftelijke waarschuwing» vervangen door: schriftelijke berisping.

C

In artikel IX wordt «Artikel 54, tweede lid,» vervangen door: Artikel 54.

Toelichting

Onderdeel A

Artikel 86, zevende lid, Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO), verwijst naar artikel 17, zesde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra). Met de voorgestelde wijziging van artikel 17 Wrra, waarbij het zesde lid tot zevende lid wordt vernummerd, dient ook de verwijzing in artikel 86, zevende lid, Wet RO aangepast te worden. Dat was abusievelijk niet gebeurd. Bij deze wordt dat hersteld.

Onderdeel B

In juli 2014 is de Zesde wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 vastgesteld.1 Abusievelijk is daarin het vervallen van het tweede lid van artikel 54 niet doorgevoerd. Teneinde dit te herstellen wordt deze wijziging aan artikel V toegevoegd. Het betreft een technische wijziging die geen verband houdt met de overige wijzigingen in het onderhavige wetsvoorstel.

Onderdeel C

Dit betreft een technische wijziging. De aanpassing is noodzakelijk omdat artikel 54 van de Wet bescherming persoonsgegevens geen tweede lid kent.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Stb 2014, 310.

Naar boven