33 852 (R2023) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en enige andere wijzigingen

Nr. 49 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VOORTMAN EN SJOERDSMA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 39

Ontvangen 16 juni 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL II0a

  • 1. Na het afleggen van een daartoe strekkende schriftelijke verklaring binnen één jaar na inwerkingtreding van deze Rijkswet verkrijgt door een bevestiging als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, de meerderjarige vreemdeling het Nederlanderschap indien hij zijn Nederlanderschap vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van deze Rijkswet op grond van artikel 15, eerste lid, onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap heeft verloren na 1 april 2003.

  • 2. De artikelen, 6, tweede tot en met negende lid, en 6A van de Rijkswet op het Nederlanderschap zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Met dit amendement wordt een oplossing gecreëerd voor de huidige groep personen wiens Nederlanderschap is komen te vervallen door het vrijwillig verkrijgen van een andere nationaliteit uit hoofde van artikel 15 lid 1 onder a. Het is volgens de indieners een voorkomend probleem dat personen in deze groep ten tijde van het verkrijgen van de andere nationaliteit niet door hebben gehad dat hierdoor hun Nederlanderschap zou komen te vervallen, door toedoen van de wijziging die op 1 april 2003 is aangebracht in de Rijkswet op het Nederlanderschap. Voor deze zogenaamde spijtoptanten wensen de indieners middels dit amendement een regeling te treffen die hen in staat stelt het Nederlanderschap terug te krijgen in plaats van de andere nationaliteit. Het optierecht is beperkt in de tijd voor de duur van één jaar.

Voortman Sjoerdsma

Naar boven