Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 33845 nr. AN;51 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 33845 nr. AN;51 |
Den Haag, Nederland 1-5 juni 2023
In het Presidiumoverleg van 1 juni 2023 zijn de onderstaande afspraken herbevestigd, dan wel gemaakt:
– dat het Presidium bestaat uit de voorzitters van de parlementen (behalve van Nederland), de voorzitters van de commissies en de griffiers;
– dat de Statenvoorzitters van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de commissievoorzitters van Nederland de delegatieleiders zijn en de afsprakenlijst ondertekenen;
– dat de commissievoorzitters woordvoerders van de delegaties zijn, maar tijdens discussies meerdere leden van de delegaties het woord kunnen voeren;
– dat de commissievoorzitters en de Statenvoorzitters deelnemen aan de persconferentie;
– dat indien een delegatie een afwijkend standpunt heeft, dit vermeld wordt in de afsprakenlijst. Daarbij wordt verwezen naar de toelichting op dit standpunt, die wordt opgenomen in een bijlage die formeel geen onderdeel uitmaakt van de afsprakenlijst. Afwijkende standpunten worden voorafgaand aan de persconferentie schriftelijk gedeeld met de andere delegaties. Van een afwijkend standpunt van een deel van een delegatie wordt geen aantekening opgenomen;
– dat alle delegaties kunnen deelnemen aan een werkgroep. Nederland is trekker van een werkgroep indien het een specifiek onderwerp met betrekking tot Caribisch Nederland (BES-eilanden) betreft;
– dat de delegaties maximaal 15 minuten de tijd krijgen om intern beraad te plegen;
– dat het Reglement van Orde van het gastland geldt, bijvoorbeeld met betrekking tot interruptie van sprekers en persoonlijke feiten;
– dat de Voorzitter van het IPKO de tijd in de gaten houdt, opdat elke delegatie evenveel tijd krijgt om haar standpunten naar voren te brengen;
– dat het organiserende land de werkbezoeken in het IPKO vaststelt en regelt, waarbij de gastdelegaties tijdig gevraagd wordt suggesties te doen;
– dat schriftelijke standpunten van individuele leden en/of fracties niet formeel tijdens het IPKO zullen worden ingebracht;
– dat de beraadslagingen van het IPKO in beginsel openbaar zijn en dat wordt gezorgd voor een uitzending via internet. De werkbezoeken en de Presidiumvergaderingen zijn in beginsel besloten;
– dat het programma van het IPKO wordt vastgesteld door het Presidium. Wijzigingen in of aanvullingen op het programma dienen eerst te worden goedgekeurd door het Presidium;
– dat de voertaal van het IPKO Nederlands is, waarbij iedere delegatie indien noodzakelijk zelf zorgdraagt voor de vertaling, zonder dat dit een levendige gedachtewisseling in de weg staat.
Openingsspeech en presentatie recente ontwikkelingen per land
De voorzitter van de commissie Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer, mw. M. Paul, opent het IPKO in Den Haag, Nederland en heet alle deelnemers van harte welkom, alsmede eenieder die via de livestream de bijeenkomst volgt.
De delegaties nemen met belangstelling kennis van de openingsspeeches van de voorzitter van de Staten van Aruba, dhr. E. Vrolijk, de voorzitter van de Staten van Curaçao, mw. C. America-Francisca, en de ondervoorzitter van de Staten van Sint Maarten, dhr. W. Marlin. De actuele ontwikkelingen in het land Aruba worden toegelicht door mw. S. Tromp-Lee, voorzitter van de commissie Koninkrijksaangelegenheden en Buitenlandse Betrekkingen van de Staten van Aruba, die betreffende het land Curaçao door dhr. A. Thodé, voorzitter van de commissie Rijksaangelegenheden, Interparlementaire Relaties en Buitenlandse Betrekkingen van de Staten van Curaçao, die betreffende het land Sint Maarten door dhr. R. Brison, vicevoorzitter van de commissie voor Koninkrijksaangelegenheden en Interparlementaire Relaties van de Staten van Sint Maarten, en ten slotte die betreffende Europees en Caribisch Nederland door dhr. P. Rosenmöller, delegatieleider van de Nederlandse delegatie en voorzitter van de Eerste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties.
Technische briefing gegevensbescherming
Het IPKO ontvangt een besloten ambtelijke technische briefing vanuit het projectteam dat zich in opdracht van de regeringen van de vier landen bezighoudt met het opstellen van een consensusrijkswet voor de harmonisatie van gegevensbescherming binnen het Koninkrijk, zoals vastgelegd in de Landspakketten (maatregel H9). Op vrijdagochtend spreekt het IPKO in beslotenheid verder over dit onderwerp en wisselt van gedachten over de noodzaak en inhoud van een te schrijven consensusrijkswet. De delegaties wensen verdere uitleg te ontvangen van hun regeringen omtrent de noodzaak van een consensusrijkswet.
Presentatie op te richten Nationaal slavernijmuseum + Q&A
Mevrouw C. Mattijsen, ambtenaar van het Ministerie van OCW, licht toe dat het initiatief tot het oprichten van een Nationaal Slavernijmuseum in Amsterdam formeel geen onderdeel is van de follow-up van de excuses die de Minister-President van Nederland maakte op 19 december 2022 voor het slavernijverleden van Nederland. Het initiatief vloeit voort uit een besluit van 20 december 2017 van de gemeenteraad van Amsterdam en in 2019 is vanuit het Ministerie van OCW steun toegezegd. Het project wordt derhalve ook niet betaald uit de 200 miljoen van het bewustwordingsfonds dat wordt ingesteld na het aanbieden van de excuses door de Nederlandse staat. Twee van de drie kwartiermakers van het op te richten museum, de heer J. Leerdam en mevrouw P. Brandon, geven een uiteenzetting wat de werkwijze is van de kwartiermakers. Uitgangspunt is een bottom-up benadering: er is inmiddels gesproken met zo’n 4.000 betrokkenen, in alle delen van het Koninkrijk en Suriname. Het museum moet vooral ook een «netwerkmuseum» zijn: het gaat om het vertellen van de persoonlijke verhalen en herinneringen, en de verschillende perspectieven van mensen en ook hoe de geschiedenis doorwerkt bijvoorbeeld in de vorm van discriminatie en ongelijke kansen. In ieder van de (ei)landen is sprake van zogenaamde local heroes die het project ook verder moeten helpen voeden van onderaf. In hun werkzaamheden hebben de kwartiermakers ontdekt dat een aantal zaken van belang zijn. Ten eerste is community building essentieel: het moet een inclusief museum worden van ons allemaal. Ten tweede: words do matter. Dat wil zeggen, de juiste woorden moeten worden gebruikt. Ook moet er veel geluisterd worden en niet doorlopend gesproken. Ook is het goed te realiseren dat timing essentieel is en dat verschillende gemeenschappen in hun omgang met het koloniale en slavernijverleden hun eigen accenten en ritmes hebben. Desgevraagd, wordt naar voren gebracht dat het museum in 2028–2029 gerealiseerd moet worden en dat tussentijds pop-up-tentoonstellingen gerealiseerd zouden kunnen worden. Ook is het de bedoeling – naast de local heroes – een netwerk van 160 ambassadeurs op te bouwen. Ook wordt in de discussie veel aandacht gevraagd voor het ondersteunen van lokale musea en initiatieven op de eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Tevens wordt het belang van educatie benadrukt.
Doorwerking en verwerking koloniale en slavernijverleden: «de invulling van de ruimte achter de komma»
In de aansluitende gedachtewisseling over de doorwerking en verwerking van het koloniale en slavernijverleden wordt vanuit de Statendelegaties van Aruba, Curaçao en Sint Maarten een beknopt overzicht gegeven van de recente politieke en parlementaire initiatieven rondom de thema’s koloniale en slavernijverleden, bijvoorbeeld aanvaarde moties en ingestelde commissies. (zoals de unaniem aangenomen motie van de Staten van Curaçao van 27 maart 2023). In meer algemene zin wordt erop gewezen dat dit verleden consequenties heeft voor achterstanden en ontwikkelingskansen van de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk. Doorwerking van het verleden blijkt verder ook uit vormen van discriminatie en racisme in alle delen van het Koninkrijk. De verwerking van dit verleden is multidimensionaal; er wordt onder andere gewezen op het belang van onderwijs en informatie ten behoeve van kennis en bewustwording. Tevens wordt aandacht gevraagd voor eerherstel van vrijheidsstrijders zoals Tula en anderen. Ook wordt in sommige bijdragen aan de gedachtewisseling gepleit voor vormen van financiële compensatie of begeleidende ondersteuning vanuit Nederland, opdat projecten vanuit de eilanden ook kans krijgen op financiering vanuit de beschikbare fondsen. De delegaties van de landen wensen graag verdere duidelijkheid van de regeringen over de invulling van de ruimte achter de komma en vragen aandacht voor herstel van de gemiste ontwikkelingen als onderdeel van die discussie tussen de regeringen.
Tijdens het avondprogramma op vrijdagavond 2 juni 2023 in het Mauritshuis ontvangen de delegaties een korte introductie door de directeur van het Mauritshuis, mevrouw M. Gosselink, over de betekenis van het koloniale en slavernijverleden voor de collectie van dit museum. Mevrouw Gosselink stelt voorts voor de mogelijkheid te onderzoeken dat schilderijen van zeventiende-eeuwse Nederlandse meesters in samenwerking met het Mauritshuis in een van de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk, bijvoorbeeld in Curaçao, permanent worden tentoongesteld. Aansluitend worden de delegaties door het museum rondgeleid, waarbij wordt stilgestaan bij schilderijen die haar verhaal illustreren.
Bespreking Koninkrijksconferentie
Gedurende het laatste IPKO van 28 februari tot en met 3 maart 2023, te Curaçao, hebben de delegaties van de vier landen afgesproken onderdeel te willen zijn van de aanstaande Koninkrijksconferentie tussen de regeringen van de vier landen (Kamerstuk 33 845, AK/nr. 49). Invulling van die deelname aan de conferentie moest volgen. Later is gebleken dat Curaçao de leidende rol heeft in de organisatie hiervan. Naar aanleiding van het vorenstaande heeft de Curaçaose delegatie, na haar regering te hebben benaderd, de hiernavolgende informatie medegedeeld.
Vanuit de regering van Curaçao geeft men te kennen, dat voorbereiding van de Koninkrijksconferentie een verantwoordelijkheid is van de vier landen gezamenlijk en niet alleen Curaçao. Curaçao heeft slechts het technisch team gecoördineerd om vervolgens een voordracht te doen voor de instelling van een voorbereidingscommissie.
De conferentie staat tentatief gepland op 14 en 15 december 2023, te Sint Maarten worden gehouden. Verder is naar voren gebracht, dat het, conform het Reglement van Orde van de Koninkrijksconferentie, gaat om een conferentie van regeringen van de vier landen binnen het Koninkrijk en dat zij agendapunten voordragen. De parlementen van de vier landen kunnen als toehoorder de conferentie bijwonen. Volgens de regering van Curaçao zullen de parlementen desalniettemin door de voorbereidingscommissie, waarschijnlijk aangevuld door externe deskundigen, worden uitgenodigd om te zijner tijd hun zienswijze te geven aangaande de agendapunten. Instelling van de voorbereidingscommissie is geprogrammeerd voor medio juni 2023. De bedoeling is dat voorafgaand aan het zomerreces de parlementen door de desbetreffende regeringen zullen worden geïnformeerd over de thema's die verder uitgewerkt zullen worden en op de agenda van de conferentie worden geplaatst. Daarna zal het inhoudelijke en operationele voorbereidingsproces formeel van start gaan.
Na de presentatie vanuit de delegatie van Curaçao, volgt een gedachtenwisseling. Hierbij hebben de delegaties de volgende gezamenlijke aandachtspunten geformuleerd, die zij aan hun respectievelijke regeringen wensen voor te leggen:
1. De parlementen van de landen wensen – met inachtneming van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen regeringen en parlementen – te participeren in de in 2023 te organiseren conferentie, zoals ook al vastgelegd in de afsprakenlijst van het vorige IPKO van maart 2023.
2. Dit kan door als (participerend) toehoorder, desnoods gedeeltelijk, deel te nemen aan de Koninkrijksconferentie. Ook zou kunnen worden overwogen om enkele side-events te organiseren voor en door de aanwezige parlementaire afgevaardigden.
3. Het is belangrijk om voorafgaand aan de conferentie, tijdig door de eigen regeringen te worden geïnformeerd over de agenda van de Koninkrijksconferentie en de eigen inzet van de landen. Het is aan ieder van de delegaties om hierover afspraken met de eigen regering te maken.
4. De delegaties pleiten voor een beperkt aantal agenda onderwerpen, met voldoende focus, teneinde daadwerkelijk resultaat te kunnen boeken tijdens de conferentie.
Presentatie en bespreking klimaat
De delegaties ontvangen een presentatie door de heer E. Nijpels over zijn rapport «Het is nooit te laat», dat betrekking heeft op het opzetten van een klimaattafel op Bonaire. De heer Nijpels licht het onderscheid tussen klimaatmitigatie en klimaatadaptatie toe en geeft aan dat mitigatie gaat over het terugdringen van uitstoot en opwekken van duurzame energie, terwijl adaptatie te maken heeft met welke maatregelen landen kunnen nemen om zich te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. De heer Nijpels licht de situatie op Bonaire toe en en ook de knelpunten als het betreft de staatsrechtelijke posities van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en de sociaaleconomische uitdagingen, als het om klimaatbeleid gaat. Hij moedigt de delegaties aan om na te denken over klimaatbeleid in hun respectievelijke landen en hoe dat in hun structuur zal passen. Daarnaast benadrukt hij dat de voorbereiding, uitvoering en handhaving van een klimaatbeleid alleen in samenhang kan en ervoor moet worden gezorgd dat wat op papier wordt gezet daadwerkelijk wordt gerealiseerd, in samenhang met de sociaaleconomische realiteit. Gebrek aan (handhavings)capaciteit is een punt voor zorg. Bovendien benadrukt hij dat klimaatbeleid niet alleen van activisten is, het kan ook helpen met het verdienmodel van de landen, maar je hebt ook maatschappelijk druk nodig om het voor elkaar te krijgen.
Presentatie en bespreking onderwijs
Het IPKO ontvangt een presentatie van de Nationale ombudsman, de heer R. van Zutphen bijgestaan door mw. A.Tüzgol, over de voortgang betreffende het rapport «Kopzorgen van Caribische studenten».
In 2020 heeft de Nationale ombudsman de knelpunten die studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk ervaren in kaart gebracht. Onder andere ging het om:
– de beschikking over een Burgerservicenummer (BSN);
– toegang tot de Nederlandse basiszorgverzekering (en daarmee een zorgtoeslag); en
– de automatische draagkrachtmeting bij terugkeer.
Sinds het rapport zijn er hoopgevende ontwikkelingen te melden. De vertegenwoordigende huizen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de regering van Nederland werken aan het verbeteren van het welzijn van de Caribische studenten. Het einddoel is echter nog niet bereikt.
Met betrekking tot het BSN-nummer kan gesteld worden dat, ondanks recente berichtgevingen, dit in 2023 niet geregeld zal zijn. De hoop gaat uit naar april 2024, maar dit kan niet met zekerheid gesteld worden, onder andere vanwege ICT-problemen. De delegaties zijn het erover eens dat oplossing van het probleem uiterlijk april 2024 moet zijn gerealiseerd en geen verder uitstel kan dulden.
Met betrekking tot de basiszorgverzekering doen zich nog problemen voor. Het probleem stoelt zich op de definitie van het begrip «ingezetene». In de praktijk hanteert men, dat indien studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk een opleiding van minder dan drie jaar volgen, zij niet als ingezetenen beschouwd worden, met als gevolg dat zij niet in aanmerking komen voor een basiszorgverzekering en zorgtoeslag. Dit is onacceptabel volgens de Nationale ombudsman. Hij is de mening toegedaan dat iedere student uit het Koninkrijk die een opleiding volgt, zelfs van minder dan drie jaar, als ingezetene beschouwd dient te worden. Hij doet een oproep aan de parlementen om bij hun respectievelijke regeringen aan te dringen om deze misstand te corrigeren.
Met betrekking tot de automatische draagkrachtmeting bij terugkeer van studenten stelt de Nationale ombudsman dat problemen bij data-uitwisseling in verband met gegevensbescherming een tijdige en deugdelijke berekening belemmeren. De Nationale ombudsman geeft aan dat de regeringen van de Landen aan zet zijn. De inspanningsverplichting legt hij bij de landelijke overheden.
Voorafgaand aan hun vertrek naar het buitenland dienen studenten op deugdelijke wijze geïnformeerd te zijn over alles wat hen te wachten staat. Een decanaatfunctie dient ontwikkeld te worden zodat de student weet bij wie hij of zij moet zijn om adequate informatie te krijgen inzake zijn/haar rechten en plichten om verrassingen te vermijden.
Ook dienen studenten geïnformeerd te worden over de mogelijkheden om ondersteuning te krijgen indien zij met mentale gezondheidsproblemen kampen. Er zijn verschillende platforms die voornoemde hulp bieden. De Nationale ombudsman suggereert om meer personen van de eilanden in dergelijke platforms op te nemen, die de problemen van de eigen studenten kunnen onderkennen en adequate hulp kunnen bieden. In Nederland bestaat er weinig zicht op de banden die op de Caribische landen bestaan. De perceptie is dat er geen grenzen bestaan, maar die zijn er juist wel. Men moet zich van deze grenzen bewust worden.
Daarnaast vraagt de Ombudsman ook aandacht voor het probleem «braindrain». De Landen moeten zorgdragen dat zij aantrekkelijk blijven voor terugkerende studenten bijvoorbeeld door de terugbetaling van hun studieschuld te adresseren.
Ten slotte deelt de Nationale ombudsman met de delegaties dat hij een brief heeft gericht aan de Minister-President van Aruba, in welk land nog geen Ombudsman is, en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van Nederland waarin hij aandacht vraagt voor onderwerpen zoals:
– het instellen van een juridisch loket waar burgers met hun vragen terecht kunnen;
– aandacht voor een sociaal vangnet;
– aandacht voor taalbeheersing en meertaligheid. Taalbarrières zijn een feit en dienen geadresseerd te worden;
– de relatie tussen taal en arbeidsmarkt en tussen kinderen en onderwijs;
– senioren en armoede.
Werkbezoek Green Village, TU Delft
De delegaties brengen een werkbezoek aan the Green Village van de Technische Universiteit Delft, een fieldlab voor duurzame innovatie in de stedelijke omgeving. Hier worden zij ontvangen door de Pro viceRector International Affairs, prof. E. Voute, en de directeur van the Green Village, ir. M. Kreijns.
Het programma start met een presentatie van prof. E. van Bueren, van de faculteit Bouwkunde. Zij geeft een toelichting op een aantal onderzoeken en projecten, onder meer van PhD-studenten van de TU, dat plaatsvindt in het kader van het project Island(er)s at the helm op Sint Maarten Deze projecten richten zich op duurzame planning en stedelijke ontwikkeling. Hierbij gaat het onder andere om klimaatbestendige huizenbouw, het meten van klimaateffecten, afvalverwerking, transport en het opwekken van duurzame energie in een beperkt beschikbare ruimte.
Vervolgens verzorgt assoc.prof. B. van Breukelen een presentatie over een aantal onderzoeken en projecten in het kader van het project Sealink op Curaçao, met betrekking tot watermanagement, in het bijzonder de effecten van vervuiling van water op het land op de zeewaterkwaliteit en het koraal. De onderzoeken streven er naar inzicht te verkrijgen in de verschillende waterstromen richting zee en de samenstelling van deze stromen. Deze informatie wordt vervolgens gedeeld met koraalonderzoekers, om de effecten op het koraal te meten.
Tot slot verzorgt de heer F. Lippmann, Innovation Manager Offshore Renewables, een presentatie over verschillende projecten binnen de TU gericht op het opwekken van duurzame energie op zee, waaronder wind-, zonne-, waterstof en getijdenenergie. Veel van dit onderzoek is interdisciplinair, met de betrokkenheid van verschillende faculteiten binnen de TU. Ook wordt samengewerkt met het bedrijfsleven, zowel grote bedrijven als het midden- en kleinbedrijf, net als start-ups en spinoffs die voortkomen uit de universiteit zelf. Dhr. Lippmann verwelkomt het recent getekende Memorandum of Understanding tussen de verschillende landen van het Koninkrijk en geeft aan dat hoewel de daarin gestelde doelstellingen haalbaar zijn, zij nog wel verder onderzoek en innovatie vergen.
Het werkbezoek vervolgt met een rondleiding langs de verschillende experimenten binnen the Green Village. In het dorp wordt praktijkgericht geëxperimenteerd met duurzame innovatie binnen de stedelijke omgeving, bijvoorbeeld binnen door studenten en andere inwoners van Delft bewoonde huizen. Zo kunnen ideeën in een veilige omgeving in de praktijk gebracht worden en verder doorontwikkeld.
Agendapunten volgend IPKO
–
Het Presidium beraadt zich op eventuele aanvullende agendapunten. In een videoconferentie ter voorbereiding op het komende IPKO wordt definitief over de agenda besloten. Het volgende IPKO zal plaatsvinden van 20 t/m 23 februari 2024 in Aruba.
Den Haag, Nederland 5 juni 2023
Edgard Vrolijk (Voorzitter Staten van Aruba)
Charetti America-Francisca (Voorzitter Staten van Curaçao)
William Marlin (Ondervoorzitter Staten van Sint Maarten)
Paul Rosenmöller (Staten-Generaal Nederland)
LEDEN VAN DE DEELNEMENDE DELEGATIES
DELEGATIE STATEN VAN ARUBA
E.G.A. Vrolijk (delegatieleider)
S.M. Tromp-Lee
M. Berlis
H.W.G. Tevreden
R.A. Hoek
R.M.J. Raymond
M.E. de Meza
G.L. Croes
M.G. Wyatt-Ras
M.J. Mansur
M.J. Lopez-Tromp
R.R. Santos do Nascimento
H. Hek (griffier)
DELEGATIE STATEN VAN CURACAO
C.M. America-Francisca (delegatieleider)
A.C.M. Thodé
S.P. Osepa
G.M. Mc William
Q.C.O. Girigorie
M.G. Martines
R.F. Calmes
S.R. Cijntje (griffier)
G.S.A. Maduro (adviseur)
DELEGATIE STATEN VAN SINT MAARTEN
W.V. Marlin (delegatieleider)
R. Brison
C.E. Brownbill
M.D. Gumbs
S.A. Wescot-Williams
C.T. Emmanuel
A.E. Arrindell
S.L. Duncan
L.N.L. de Weever
G.S. Heyliger-Marten
G.J. Richardson (griffier)
NEDERLANDSE DELEGATIE
Tweede Kamer
M. Paul (Voorzitter IPKO)
R.J. Kamminga
J. Wuite
J.A.M.J. van den Berg
A.H. Kuiken
K. Bouchallikh
N.L. den Haan
E.A.M. Meijers (griffier)
Eerste Kamer
P. Rosenmöller (delegatieleider)
A. Jorritsma
J.E.E. Keunen
M.G.H.C. Oomen-Ruijten
B.O. Dittrich
A.J.A. Beukering
J. Recourt
S.J. Kennedy-Doornbos
P. Nicolaï
F.J. Bergman (griffier)
DONDERDAG 1 JUNI 2023 |
|
13.15–14.00 uur |
Inloop |
13.30–14.00 uur |
Presidium |
14.00–14.20 uur |
Opening IPKO door Voorzitter IPKO en speeches delegatieleiders |
14.20–15.40 uur |
Presentaties van recente ontwikkelingen per land + Q&A |
16.00–17.00 uur |
Technische briefing gegevensbescherming + Q&A |
18.00–21.00 uur |
Informeel diner |
VRIJDAG 2 JUNI 2023 |
|
08.45–09.00 uur |
Inloop |
09.00–09.05 uur |
Heropening IPKO |
09.05–09.45 uur |
Presentatie door kwartiermakers over op te richten Nationaal slavernijmuseum + Q&A |
09.45–10.30 uur |
Verwerking koloniale en slavernijverleden: «de invulling van de ruimte achter de komma» – plenaire uitwisseling van wensen en ideeën van de verschillende delegaties |
10.30–11.00 uur |
Besloten onderlinge discussie over bescherming persoonsgegevens |
11.15–12.15 uur |
Koninkrijksconferentie – toelichting Curaçao op organisatie en plenaire uitwisseling van wensen en ideeën van de verschillende delegaties |
12.15–12.30 uur |
Groepsfoto |
12.30–13.30 uur |
Lunch |
13.30–15.15 uur |
Klimaat – presentatie Ed Nijpels over Klimaattafel Bonaire + Q&A |
15.30–17.00 uur |
Onderwijs – presentatie Ombudsman over voortgang rapport «Kopzorgen van Caribische studenten» + Q&A |
18.00–21.00 uur |
Avondprogramma Mauritshuis |
ZATERDAG 3 JUNI 2023 |
|
10.00–13.00 uur |
Werkbezoek the Green Village Delft |
MAANDAG 5 JUNI 2023 |
|
09.00–09.45 uur |
Delegatieoverleggen |
09.45–10.15 uur |
Presidium |
10.45–11.45 uur |
Vaststellen afsprakenlijst |
12.00–13.30 uur |
Lunch |
14.00–15.00 uur |
Ondertekening afsprakenlijst en persconferentie |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33845-51.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.