33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg

AK/ Nr. 49 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR KONINKRIJKSRELATIES VAN DE EERSTE EN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL AAN BONAIRE EN CURAÇAO VAN 28 FEBRUARI TOT EN MET 3 MAART 2023

Vastgesteld 11 april 2023

Van 28 februari tot en met 3 maart 2023 zijn delegaties van de Staten van Aruba, van de Staten van Curaçao, van de Staten van Sint Maarten en van de beide Kamers der Staten-Generaal in het kader van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) bijeengekomen op Curaçao. Het IPKO is de overlegstructuur van de parlementen van de landen van het Koninkrijk en vindt in beginsel tweemaal per jaar plaats. De afsprakenlijst is als bijlage bij dit verslag gevoegd.

De Nederlandse delegatie bestond uit de Tweede Kamerleden Paul (voorzitter van de delegatie (VVD)), Kamminga (VVD), Wuite (D66), De Hoop (PvdA), Bouchallikh (GroenLinks), Den Haan (fractie Den Haan), Simons (BIJ1) en uit de Eerste Kamerleden Rosenmöller (vicevoorzitter van de delegatie (GroenLinks)), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Recourt (PvdA) en Nicolaï (PvdD). De delegatie werd begeleid door de waarnemend griffier van de commissie Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer De Lange en de griffier van de commissie Koninkrijksrelaties van de Eerste Kamer Bergman.

De delegatie heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om rondom het Interparlementair Koninkrijksoverleg werkbezoeken af te leggen op Bonaire. De Nederlandse delegatie brengt hierbij beknopt verslag uit van deze werkbezoeken en bedankt alle gesprekspartners voor de open dialoog en voor hun bereidwillige medewerking aan het welslagen van de werkbezoeken. De Nederlandse delegatie is tevens veel dank verschuldigd aan de Minister-President van Curaçao en leden van zijn regering, de waarnemend Gouverneur van Curaçao en aan de waarnemend Rijksvertegenwoordiger van Nederland in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de medewerkers van de Rijksdienst Caribisch Nederland, alsook aan de waarnemend Vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en haar medewerkers.

De voorzitter van de delegatie, Paul

De vicevoorzitter van de delegatie, Rosenmöller

De griffiers van de delegatie, Bergman De Lange

Zaterdag 25 februari 2023

Zaterdag 25 februari reisde de delegatie van Amsterdam via Aruba naar Bonaire. Zaterdagavond werd zij op Flamingo International Airport verwelkomd door de Gezaghebber van Bonaire, de heer E. Rijna.

Zondag 26 februari 2023

Zondag overdag werd door (groepjes) delegatieleden benut voor bilaterale overleggen en bezoeken op het eiland. Zo werden er gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de consumentenbond van Bonaire, Unkobon, en met vertegenwoordigers van de Centraal Dialoog, een overlegorgaan van werkgevers, vakbonden, lokale overheid en Kamer van Koophandel op Bonaire. Tevens werd een bezoek gebracht aan een programma voor dagactiviteiten voor ouderen in Rincon. In de avond werd de delegatie ontvangen door Gezaghebber Rijna in zijn residentie voor een informele ontmoeting met leden van het Bestuurscollege en de Eilandsraad van Bonaire.

Maandag 27 februari 2023

Op maandag 27 februari startte de delegatie de ochtend met intern overleg ter voorbereiding op de te voeren gesprekken. Daarna ontving zij een presentatie over het «Plan voor land en water: beleidsplan natuur en milieu Caribisch Nederland, 2020–2030» (NMBP-CN). De delegatie werd in dat kader geïnformeerd door de heren A. Alders (Programmanager NMBP-CN), J. Statia (Projectmanager Wegenprogramma), M. Adriaens (Interim manager departement Landbouw, Bonaire) en mevrouw D. Vollemans (Beleidsmedewerker – Bureau Bestuurlijke Betrekkingen, Bureau Eilandsecretaris). Het NMBP-CN heeft een looptijd van 10 jaar. Het beoogt een integraal kader te bieden dat ingaat op de verantwoordelijkheden, beleidsdoelstellingen en wettelijke verplichtingen die verband houden met het beheer van de natuurlijke omgeving in Caribisch Nederland. Op grond daarvan ontwikkelen de openbare lichamen van elk van de drie eilanden, met steun van de Rijksoverheid, hun eigen specifieke uitvoeringsplannen. Deze fungeren op elk eiland als de actieplannen voor het lokale natuur- en milieubeleid. De delegatie ontving een toelichting op de hiervoor beschikbaar gestelde gelden, de beleidsdoelstellingen, de governance en de uitvoering. De laatste kenmerkt zich door een meerjarige en strategische aanpak, en is bovendien gebiedsgericht en integraal. Er werd naar voren gebracht dat voor een goede uitvoering uitbreiding van de bestuurlijke capaciteit noodzakelijk is. Daarbij werd erop gewezen dat het inwonertal van Bonaire meer dan is verdubbeld sinds 2010. De delegatie kreeg een overzicht verstrekt van wetenschappelijke publicaties van onder andere Waterschap Rijn en IJssel, VU Amsterdam, KNMI, DCNA (Dutch Caribbean Nature Alliance) en Wageningen University, die ten grondslag liggen aan het gevoerde en te voeren beleid. De uitdagingen van de klimaatverandering voor Bonaire liggen op het terrein van overstromingen (met alle gevolgen van dien voor woongebieden, publieke gezondheid, cultureel erfgoed en natuurgebieden), de degradatie van koraalriffen (met impact op toerisme) en toenemende droogte (met impact op landbouw), aldus een onderzoek van de VU Amsterdam. In het rapport van het Waterschap Rijn en IJssel «Integraal waterbeheer op Bonaire» (2023) wordt gepleit voor diverse waterbeheertransities op het eiland, zoals het herstel van de wateropvangcapaciteit, decentralisatie van het afvalwatersysteem en het niet-bouwen in de laaggelegen kuststroken. De prognose is dat op termijn een natuurlijke kustverdediging niet voldoende zal zijn om overstromingen tegen te gaan. Aansluitend werd de delegatie rondgeleid over het eiland rondom de thema’s water- en afvalhuishouding. Het werkbezoek voerde onder andere langs diverse uitstroompunten van regenwater en de natuurlijke wateropvang Dam di Mentor.

In de middag ontving de delegatie een presentatie van de heer B. Oleana, directeur van de Fundashon Cas Bonairiano (FCB), over woningbouwprojecten en de inzet voor nieuwe en betere sociale huisvesting op Bonaire. De heer Oleana schetste een beeld van de reorganisatie die bij de FCB heeft plaatsgevonden vanaf 2008. Dit resulteerde mede in een verbeterd incassobeleid, aanzienlijke investeringen in groot onderhoud en de bouw van 76 huur- en koopwoningen in Bario Nieuw Amsterdam. Momenteel bestaat het woningbestand FCB uit 562 woningen, 9 maatschappelijk vastgoed en 10 commerciële panden. Vervolgens ging Oleana in op nieuwbouwproject voor circa 500 sociale huurwoningen, waarbij FCB, het Openbaar Lichaam en het Rijk samenwerken. Dit betreft onder andere de projecten Hato (204 huurwoningen en 50 koopwoningen), Nikiboko (148 huurwoningen) en Rincon en Nort di Salina (32 woningen). Inmiddels zijn 126 woningen gereed en opgeleverd, en wordt gestreefd naar een versnelling van de bouw van de overige 390 woningen. Daarbij wordt in samenwerking met een private partij gebruikgemaakt van het zogenaamd «modulair smart bouwen». Deze private partij zal een fabriek vestigen op Bonaire wat bijdraagt aan duurzaam bouwen (90% minder beton en minder CO2-uitstoot) en bovendien opleidingen biedt en zorgt voor werkgelegenheid voor de lokale bevolking. De versnelling in de bouw levert tijdelijk soms knelpunten op in het nog niet beschikbaar zijn van infrastructuur. In de presentatie werd vervolgens aandacht besteed aan een aantal bijzondere huisvestingsprojecten, namelijk een project dat zich richt op kwetsbare doelgroepen, onder wie ex-gedetineerden, slachtoffers van huiselijk geweld en cliënten met een psychiatrische problematiek, en een project gericht op begeleid wonen voor jongeren tussen 16–24 jaar die niet meer thuis kunnen wonen. Tot slot werd de aandacht gevestigd op plannen voor het creëren van een gedifferentieerde wijk bij Lima en Belnem met 660 sociale huurwoningen, 200 vrije sector huurwoningen en 200 koopwoningen. Aansluitend bezocht de delegatie een woningbouwproject.

In de namiddag werd de delegatie rondgeleid door mariene bioloog, mevrouw S. Engel. Mevrouw Engel staat aan het hoofd van Mangrove Maniacs, een non-profitorganisatie die zich inzet voor het behoud van de mangrovebossen op Bonaire. Mangroven zijn van groot belang, omdat ze een grote biodiversiteit herbergen zowel boven als onder water, kraamkamers zijn en daarnaast zorgen voor natuurlijke kustbescherming. Mangroves zijn ook belangrijk in verband met het vastleggen van broeikasgassen, in de strijd tegen het opwarmen van de aarde. De rondrit voerde onder andere langs de dam Mona Passage. Dammen houden regenwater vast en beschermen woongebieden tegen wateroverlast. De dammen helpen ook bij het voorkomen van erosie. Ze vangen grond op die door afstromend regenwater wordt meegenomen. Zo komt de modder niet in de zee terecht, waar het de koralen aantast. Ook werden de verslechterde en dode mangroven bij Lac Baai bezocht en werd Punta Kalbas aangedaan. Hier kreeg de delegatie ook uitleg over de Sargassumproblematiek. Deze zeewiersoort bedreigt onder andere de kwetsbare mangrovebossen en zeegrasvelden van Bonaire.

In de avond vloog de delegatie van Bonaire naar Curaçao.

Dinsdag 28 februari 2023

In de ochtend ontving de delegatie een ontbijtbriefing, verzorgd door de waarnemend Vertegenwoordiger van Nederland in Curaçao, Aruba en Sint Maarten en de Directeur Landen KR. De rest van de dag nam de delegatie deel aan het IPKO.

Woensdag 1 maart 2023

De delegatie nam deel aan het IPKO. Aan het einde van de middag voerde zij een besloten, informeel overleg met de Minister-President van Curaçao, de heer G. Pisas, en leden van zijn regering.

Donderdag 2 maart 2023

De delegatie nam deel aan het IPKO. Aan het einde van de middag voerde zij een besloten, informeel gesprek met de waarnemend Gouverneur van Curaçao, mevrouw M. Russel-Capriles.

Vrijdag 3 maart 2023

De delegatie nam deel aan het IPKO. In de avond vloog de delegatie van Curaçao naar Nederland, waar zij op zaterdagochtend 4 maart 2023 arriveerde.

PROGRAMMA WERKBEZOEKEN

 

Programma reis rondom Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) te Curaçao

 

Zaterdag 25 februari 2023

13:20–20:35 uur (lokale tijd)

Vlucht Amsterdam-Kralendijk

   

Zondag 26 februari 2023

09:30–17:00 uur

Individuele en groepsgewijze werkbezoeken

18:30–20:30 uur

Informele ontvangst door de Gezaghebber van Bonaire samen met leden van het Bestuurscollege en leden van de Eilandsraad

   

Maandag 27 februari 2023

08:00–08:30 uur

Delegatieoverleg

08:30–09:30 uur

Presentatie Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland

09:45–11:45 uur

Rondrit rondom de thema waterbeheer

13:30–14:00 uur

Presentatie en gesprek Fundashon Cas Bonairiano

14:00–14:30 uur

Werkbezoek woningbouwprojecten

14:45–17:00 uur

Werkbezoek rondom thema’s klimaat, natuur en verduurzaming

19:40–20:05 uur

Vlucht Bonaire–Curaçao

   

Dinsdag 28 februari 2023

07:30–08:15 uur

Ontbijtbriefing verzorgd door de waarnemend Vertegenwoordiger van Nederland in Curaçao, Aruba en Sint Maarten en de Directeur Landen KR

09:30–16:30 uur

Interparlementair Koninkrijksoverleg

18:00–21:00 uur

Welkomstreceptie aangeboden door de Statenvoorzitter van Curaçao.

   

Woensdag 1 maart 2023

07:30–08:15 uur

Delegatieoverleg

08:55–17:00 uur

Interparlementair Koninkrijksoverleg

18:00–19:00 uur

Besloten, informeel overleg met de Minister-President van Curaçao en leden van zijn regering.

   

Donderdag 2 maart 2023

08:00–11:00 uur

Interparlementair Koninkrijksoverleg

11:00–17:00 uur

IPKO-werkbezoek in kader van het slavernijverleden

18:00–19:00 uur

Besloten, informeel gesprek met de waarnemend Gouverneur van Curaçao

   

Vrijdag 3 maart 2023

09:00–12:00 uur

Interparlementair Koninkrijksoverleg

20:55–11:00 uur (lokale tijd)

Vlucht Willemstad–Amsterdam

AFSPRAKENLIJST INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG FEBRUARI–MAART 2023

Willemstad, Curaçao 28 februari-3 maart 2023

In het Presidiumoverleg van 28 februari 2023 zijn de onderstaande afspraken herbevestigd, dan wel gemaakt:

  • dat het Presidium bestaat uit de voorzitters van de parlementen (behalve van Nederland), de voorzitters van de commissies en de griffiers;

  • dat de Statenvoorzitters van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de commissievoorzitters van Nederland delegatieleiders zijn en de afsprakenlijst ondertekenen;

  • dat de commissievoorzitters woordvoerders van de delegaties zijn, maar tijdens discussies meerdere leden van de delegaties het woord kunnen voeren;

  • dat de commissievoorzitters en de Statenvoorzitters deelnemen aan de persconferentie;

  • dat indien een delegatie een afwijkend standpunt heeft, dit vermeld wordt in de afsprakenlijst. Daarbij wordt verwezen naar de toelichting op dit standpunt, die wordt opgenomen in een bijlage die formeel geen onderdeel uitmaakt van de afsprakenlijst. Afwijkende standpunten worden voorafgaand aan de persconferentie schriftelijk gedeeld met de andere delegaties. Van een afwijkend standpunt van een deel van een delegatie wordt geen aantekening opgenomen;

  • dat alle delegaties kunnen deelnemen aan een werkgroep. Nederland is trekker van een werkgroep indien het een specifiek onderwerp met betrekking tot Caribisch Nederland (BES-eilanden) betreft;

  • dat de delegaties maximaal 15 minuten de tijd krijgen om intern beraad te plegen;

  • dat het Reglement van Orde van het gastland geldt, bijvoorbeeld met betrekking tot interruptie van sprekers en persoonlijke feiten;

  • dat de Voorzitter van het IPKO de tijd in de gaten houdt, opdat elke delegatie evenveel tijd krijgt om haar standpunten naar voren te brengen;

  • dat het organiserende land de werkbezoeken in het IPKO vaststelt en regelt, waarbij de gastdelegaties tijdig gevraagd wordt suggesties te doen;

  • dat schriftelijke standpunten van individuele leden en/of fracties niet formeel tijdens het IPKO zullen worden ingebracht;

  • dat de beraadslagingen van het IPKO in beginsel openbaar zijn en dat wordt gezorgd voor een uitzending via internet. De werkbezoeken en de Presidiumvergaderingen zijn in beginsel besloten;

  • dat het programma van het IPKO wordt vastgesteld door het Presidium. Wijzigingen in of aanvullingen op het programma dienen eerst te worden goedgekeurd door het Presidium;

  • dat de voertaal van het IPKO Nederlands is, waarbij iedere delegatie indien noodzakelijk zelf zorgdraagt voor de vertaling, zonder dat dit een levendige gedachtewisseling in de weg staat.

Openingsspeech en presentatie recente ontwikkelingen per land

De Voorzitter van de Staten van Curaçao, mw. America-Francisca, opent het IPKO in Willemstad, Curaçao en heet alle deelnemers van harte welkom, alsmede hen die via de livestream de bijeenkomst volgen.

De delegaties nemen met belangstelling kennis van de openingsspeeches van de leider van de Staten-Generaaldelegatie en voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer, mw. Paul, de voorzitter van de Staten van Sint Maarten, dhr. Bijlani, en de voorzitter van de Staten van Aruba, dhr. Vrolijk. De actuele ontwikkelingen in Europees en Caribisch Nederland worden toegelicht door dhr. Rosenmöller, voorzitter van de Eerste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties, die betreffende het land Sint Maarten door dhr. Brison, vicevoorzitter van de commissie voor Koninkrijksaangelegenheden en Interparlementaire Relaties van de Staten van Sint Maarten, die betreffende het land Aruba door mw. Tromp-Lee, voorzitter van de commissie Koninkrijksaangelegenheden en Buitenlandse Betrekkingen van de Staten van Aruba, en ten slotte die betreffende het land Curaçao door dhr. Thodé, voorzitter van de commissie Rijksaangelegenheden, Interparlementaire Relaties en Buitenlandse Betrekkingen van de Staten van Curaçao.

Terugkoppeling/evaluatie afspraken vorig IPKO

De delegaties koppelen ieder terug over de afsprakenlijst van het IPKO van september 2022 en informeren het IPKO op welke wijze zij hun regeringen hebben benaderd inzake de afsprakenlijst en wat de reacties hierop waren. Het is de bedoeling dat dit agendapunt bij ieder IPKO wordt behandeld om zodoende vast te kunnen stellen op welke manier de afsprakenlijst van het vorig IPKO ten uitvoer is gelegd door de parlementen, hun regeringen of de regering van het Koninkrijk en welk vervolg nog aan deze punten worden gegeven.

Opvang migrantenstromen binnen het Koninkrijk

De delegatieleden ontvangen presentaties door ambtenaren van het Ministerie van Justitie over de beheersing en opvang van migrantenstromen op Curaçao. Bij de presentaties staat de ketenaanpak centraal. In vier deelgroepen wordt in gemengde samenstelling door de delegatieleden van de vier parlementen verder van gedachten gewisseld over de oorzaken van migratiestromen binnen het Koninkrijk, zowel in het Europese als in het Caribische deel, de omvang van de problemen, de status en rechtsbescherming van vluchtelingen, asielzoekers en migranten, de kwetsbare groepen zoals kinderen, de opvangfaciliteiten, en de verdeling van verantwoordelijkheden op dit terrein.

Presentaties democratisch deficit

De vier delegaties ontvangen twee deskundigenpresentaties over het democratisch deficit in het Koninkrijk. De heer dr. R. Martha focust in zijn presentatie op de Statutaire bevoegdheidsverdeling binnen het Koninkrijk. Hij betoogt onder meer dat bij de onderlinge regelingen op basis van artikel 38 Statuut het niet zo zou mogen zijn dat bevoegdheden worden toegekend aan Rijksorganen, omdat dit op gespannen voet zou staan met het bepaalde in artikel 52 van het Statuut. Als voorbeeld noemt hij de Rijkswet financieel toezicht. De te ontwerpen geschillenregeling genoemd in artikel 12a Statuut is enkel van toepassing op geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (zoals de tekst van het artikel luidt) en kan niet bijdragen aan het oplossen van geschillen tussen landen onderling (zoals die bijvoorbeeld ontstaan bij samenwerking en onderlinge regelingen op basis van artikel 38 Statuut).

De heer dr. A. Bakhuis schetst de vier dimensies van het democratisch tekort binnen het Koninkrijk. Het tekort schuilt in (1) de wijze van democratische vertegenwoordiging, (2) de wijze van totstandkoming van rijkswetgeving, (3) de controle op en verantwoording door de Koninkrijksregering en (4) de verhoudingen binnen de RMR. Om het democratisch tekort te doen verminderen staan twee routes open. Een complexe en tijdrovende route van herziening van het onder meer het Statuut en de Nederlandse Grondwet enerzijds, en anderzijds een meer pragmatische en incrementele route waarbij kleine stappen worden gezet die het tekort moeten verminderen. Bij het laatste zou het kunnen gaan om bijvoorbeeld de geclusterde behandeling van rijkswetsvoorstellen in de Staten-Generaal, het uitnodigen van gevolmachtigd Ministers en bijzondere gedelegeerden voor debatten in de Staten-Generaal over onderwerpen die de Caribische landen raken, livestreaming van commissievergaderingen en plenaire vergaderingen in beide Kamers der Staten-Generaal, en een Liaison van de Caribische landen in het Koninkrijk bij de Staten-Generaal (iets wat gedeeltelijk al gebeurt). De heer Bakhuis stelt tot slot dat aan beide zijden van de oceaan werk kan en moet worden verricht om tot vermindering van het democratisch deficit te komen, waaronder de totstandkoming van een geschillenregeling op grond van artikel 12a Statuut.

Betere en duurzame relaties binnen het Koninkrijk

De delegaties van de drie Staten en de Staten-Generaal buigen zich over de verschillende dimensies en aspecten van het democratisch deficit binnen het Koninkrijk. Het democratisch tekort wordt onder andere bepaald door de bevoegdheidsverdeling en -structuur zoals die in Statuut is vastgelegd, maar bij tijd en wijle ook door een verschil in interpretatie daarvan en het handelen dat daarop gebaseerd is.

In de besluitenlijst van het IPKO op Sint Maarten van 4–6 mei 2022 zijn door de vier delegaties zes aandachtspunten geformuleerd met betrekking tot onderlinge regelingen en consensusrijkswetten op basis van artikel 38 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Deze aandachtspunten blijven voor de vier delegaties onverminderd van belang. In voorkomende gevallen vergen zij bovendien nadere uitwerking.

Aan de zes punten kan worden toegevoegd dat in die gevallen waarin sprake is van het tot stand brengen van onderlinge regelingen die de autonome landsbevoegdheden betreffen, de Staten van het (de) betrokken Caribische land(en) gedurende het gehele traject geïnformeerd moeten worden over de aard en reikwijdte van de te treffen regeling. Aldus zijn zij in de gelegenheid om hierover tijdens het hele proces desgewenst een standpunt in te nemen en hun landsregering(en) te bevragen. De Staten wensen in hun land een interne procedure te verwezenlijken waarbij recht wordt gedaan aan hun constitutionele rol en bevoegdheden jegens de landsregering bij de totstandkoming van bijvoorbeeld onderlinge regelingen, waaronder consensusrijkswetten, ter versterking van hun eigenaarschap. Dit beoogt het democratisch tekort te verminderen, zonder dat het daarmee volledig wordt weggenomen. Bij de totstandkoming van onderlinge regelingen kan namelijk de feitelijke ongelijkheid tussen de landen die de regeling aangaan de ervaring van een democratisch tekort doet versterken. Tijdige informatievoorziening alleen neemt die ongelijkheid niet zonder meer weg.

De delegaties van de parlementen van de vier landen in het Koninkrijk zijn van mening dat zij onderdeel moeten zijn van de in 2023 te organiseren Koninkrijksconferentie, en hierover tijdig geïnformeerd te moeten worden door hun regeringen.

Namens de Statendelegaties van Aruba, Curaçao en Sint Maarten presenteert een lid van de Arubaanse delegatie een conceptvoorstel voor een geschillenregeling op basis van artikel 12a Statuut. De delegatie van de Staten-Generaal neemt met belangstelling kennis van het conceptvoorstel en dankt de delegaties voor het werk dat is verzet. De initiatiefnemers van het conceptvoorstel zullen zich beraden over het vervolg, waarbij ze de gemaakte opmerkingen zullen overwegen.

Hervormingen waaronder landspakketten

Voor de bespreking van dit thema gaan de delegaties in deelgroepen uiteen. Zij koppelen daarover plenair terug.

Onderwijs, waaronder problematiek Caribische studenten in Nederland (deelgroep 1)

Vanuit deelgroep 1 wordt teruggekoppeld dat hervormingen in het onderwijs niet kunnen wachten. Het is belangrijk dat de gezamenlijke parlementen met de regeringen in overleg treden om de hoognodige verbeteringen te bewerkstelligen, in het belang van de nieuwe generatie. Dit past mede in het kader van de door de Minister-President van Nederland uitgesproken excuses voor het slavernijverleden, en dan met name de gevleugelde uitspraak inzake «de komma, geen punt». De zeer noodzakelijke herziening van de curricula in het hele Koninkrijk hoort hier onverbrekelijk bij. De landen kampen met onderling verschillende problemen in het onderwijs, waaronder de slechte staat waarin veel schoolgebouwen verkeren. Dit pleit er des te meer voor dat de regeringen van de landen onderwijs met urgentie als hoofdprioriteit in hun beleid gaan beschouwen. Hierbij kan goed gebruik worden gemaakt van de nulmeting die de landen onlangs hebben gedaan.

Al met al wordt ervoor gepleit dat in de komende tijd gezamenlijk wordt gewerkt aan het zo spoedig mogelijk voldoen aan minimumvoorwaarden voor goed onderwijs. Een praktische aanpak is belangrijk, gericht op de inhoud en niet via formele structuren. Vanuit de deelgroep wordt specifieke aandacht gevraagd voor de knelpunten die Caribische studenten in Nederland ervaren.

Armoedebestrijding en werkgelegenheid (deelgroep 2)

Vanuit deelgroep 2 wordt geconstateerd dat armoedebestrijding en werkgelegenheid geen zelfstandig thema in de hervormingsagenda is. Er is de afgelopen jaren sprake van een tendens van verarming van de bevolkingen. Er wordt wel gesproken van een triple crisis: de gevolgen van orkaan Irma, het sluiten van de grenzen met Venezuela en de COVID-pandemie. De bedragen waar veel mensen van moeten rondkomen, zijn onthutsend laag: men noemt bij voorbeeld een bijstandsniveau voor een alleenstaande van AWG 450,- per maand, zoals dat geldt voor Aruba.

De werkloosheidscijfers zijn niet helemaal up-to-date, maar een percentage tot 10% is zeker realistisch. De jeugdwerkeloosheid ligt op een nog hoger niveau. Een voorbeeld hiervan uit de hervormingsagenda wordt gevormd door de bezuinigingen in de gezondheidszorg, waardoor mensen met de laagste inkomens in voorkomende gevallen hun medicijnen niet meer kunnen betalen.

De oproep vanuit deelgroep 2 is dat het belang wordt onderkend van eigenaarschap en flexibiliteit van alle betrokkenen ten aanzien van de armoedebestrijding. Voorkomen moet worden dat na een paar jaar moet worden geconcludeerd dat de landen en hun bevolkingen armer zijn geworden in plaats van welvarender.

Klimaat en milieu (deelgroep 3)

Vanuit deelgroep 3 wordt opgemerkt dat klimaat en milieu geen prominente plaats innemen in de Landspakketten. Voor de Landen geldt verder dat de respectievelijke bevolkingen zich meer gaan realiseren dat door klimaatverandering de belangrijkste inkomstenbron (toerisme) serieus gevaar loopt. Ambtelijk zal nog worden nagezocht of de Landen vallen onder de klimaatakkoorden van Parijs.

Het is belangrijk dat de Landen in dit kader meer beleid op lange termijn gaan ontwikkelen, en dit beleid ook daadwerkelijk naleven.

Voor wat betreft klimaat ligt de inzet op winning van windenergie op zee minder voor de hand (onder andere vanwege de waterdiepte rondom de landen). Zonnepanelen daarentegen lijken zeer geschikt om op grote schaal te worden ingevoerd.

Voor wat betreft milieu staat de deelgroep stil bij het belang van een goed afvalbeheer. Er wordt geconcludeerd dat de afvalstoffenheffing in de Landen niet kostendekkend is. Recycling wordt slechts in beperkte mate toegepast. De deelgroep geeft in overweging om VNG international in te schakelen en om per Land te overwegen om voor wat betreft dit thema een geschikte partnergemeente in Nederland te zoeken.

Er ligt ook een duidelijke relatie tussen milieu en gezondheid. Ook op dat vlak is nog een wereld te winnen.

Databeveiliging (deelgroep 4)

Binnen deelgroep 4 is de vraag gerezen waarom dit punt in de Landspakketten is opgenomen. Is dit niet meer een verantwoordelijkheid voor de individuele Landen of had niet voor een eenvormige Landsverordening moeten worden gekozen in plaats van voor een Rijkswet? Ook is geopperd dat er hieraan wellicht technische redenen ten grondslag liggen. Het is van belang opheldering te vragen aan de desbetreffende regeringen waarom dit per rijkswet zou moeten worden geregeld. Vanuit deze deelgroep wordt geopperd om tijdens een volgende IPKO-bijeenkomst hierover een technische briefing te laten verzorgen. Daarin kan dan ook de vraag worden meegenomen hoever de ontwikkelingen op dit vlak inmiddels zijn gevorderd. Volledigheidshalve wordt erop gewezen dat dit thema tijdens het Justitieel vierlandenoverleg (JVO) aan de orde is geweest.

Slavernijverleden en kolonialisme

Slavernijleden en kolonialisme: kennis en bewustwording (deelgroep 1)

Vanuit deelgroep 1 wordt naar voren gebracht dat nog altijd sprake is van een gebrek aan kennis van het slavernij- en koloniale verleden. Er is een kennisachterstand in Nederland. Het heeft onvoldoende een plaats in de onderwijscurricula. De bevolkingen van de vier landen delen een gezamenlijk verleden; zij delen een geschiedenis. Maar die geschiedenis is in al zijn facetten nog onvoldoende bekend. Kennis en bewustwording van dit verleden zijn nodig om de doorwerking van dit verleden in het heden te begrijpen en om dat verleden samen te kunnen afsluiten. Afsluiten betekent het gezamenlijk verwerken van het trauma van dit verleden. Het trauma is door generaties heen doorgegeven en verwerking kost tijd. De doorwerking in het heden moeten we leren herkennen, zodat we deze kunnen helpen beëindigen.

Slavernijverleden en kolonialisme: erkenning en herdenking (deelgroep 2)

Vanuit deelgroep 2 wordt het belang benadrukt dat dit punt weer op de agenda van het IPKO staat. Het slavernijverleden betreft niet alleen historie, maar werkt door in het heden.

Dit onderwerp behoeft veel meer aandacht in het onderwijs in het hele Koninkrijk dan nu het geval is. In die zin is herdenking verbonden met onderwijs. Overigens geldt dat iedereen voor wat betreft dit onderwerp ook een eigen, individueel leertraject heeft te doorlopen.

De excuses namens de Nederlandse regering die inmiddels door de Minister-President van Nederland zijn gemaakt, zijn een goede eerste stap. Wel wordt er vanuit de werkgroep op gewezen dat voorafgaande aan deze excuses hierover onvoldoende dialoog met de betrokken landen heeft plaatsgevonden. Op dat vlak is er op meerdere momenten sprake geweest van gemiste kansen. Ook is nog steeds onduidelijk welke stappen in de toekomst gezet gaan worden. Een aantal deelnemers aan deelgroep 2 benadrukt dat de bevolkingen van de landen op dit vlak hulp nodig hebben. Reparatie is nodig. Een aantal punten uit het gesprek doet denken aan het CARICOM ten point plan for reparatory justice.

Slavernijverleden en kolonialisme: beter begrip van de doorwerking en de verwerking (deelgroep 3)

De geschiedenis van de slavernij is voor ieder van de landen van het Koninkrijk anders. Zo waren er bijvoorbeeld op Aruba minder slaven. Daardoor lijkt op Aruba het slavernijverleden een minder grote rol te spelen, maar dit is deels schijn. Sint Maarten heeft een eigen verleden, waarin onder andere slavernij een rol speelde. Onder andere werd gewezen op het verschijnsel Post Slavery Traumatic Syndrome (PSTS), welke vooral in Amerika is onderzocht en waar in kaart is gebracht hoe een slavernij verleden maatschappelijke, sociaaleconomische en culturele doorwerking heeft. Er is hier uitvoerige literatuur over. Curaçao was in het verleden een centrum van de slavenhandel. De bevolking draagt deze geschiedenis met zich mee en historische gebouwen zijn de lieux de memoire van dit verleden, zoals blijkt uit de tour die de delegaties gedurende het IPKO maken. Ook in Nederland werkt de slavernij door in de samenleving tot op de dag van vandaag, vaak op een dieper niveau dan velen zich realiseren. Het onderwerp staat steeds meer in de publieke aandacht

In de deelgroep wordt vastgesteld dat de historische bronnen betreffende dit – door de vier landen gedeelde – slavernijverleden over de wereld verspreid worden bewaard. Deze moeten toegankelijk worden gemaakt en ontsloten, zodat een integraal geschiedverhaal kan worden geschreven. In zo’n geschiedenis kunnen de verschillende facetten en dimensies van dit complexe verleden tot uitdrukking komen.

In de deelgroep wordt tot slot naar voren gebracht dat ondanks de bewoordingen van de preambule van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, het koloniale en slavernijverleden ook hun doorwerking hebben in de Koninkrijksstructuur.

Slavernijverleden en kolonialisme: beter begrip doorwerken koloniaal verleden (deelgroep 4)

Vanuit deelgroep 4 wordt geconstateerd dat de doorwerking per land verschilt. Er ligt wel altijd een relatie met het zelfbeschikkingsrecht. Nederland heeft een belangrijke eerste stap gezet met het aanbieden van excuses, maar er is meer nodig, met name op het vlak van onderwijs. Het is cruciaal dat er via goed onderwijs met hernieuwde kracht wordt ingezet op kansengelijkheid voor de komende generaties. De suggestie wordt gedaan om hiervoor adequate financiën ter beschikking te stellen. Ook moet gewerkt worden aan meer gelijkwaardigheid binnen het Koninkrijk.

Werkbezoeken

De delegaties brengen een werkbezoek aan diverse locaties in het kader van het slavernijverleden en kolonialisme onder begeleiding van de heer E. Pietersz. Eerst bezoeken de delegaties «Parke di Lucha i Libertat» en vervolgens Bandabou naar «Seru di Neger» via «Rooi Lugudu», «Kas di Palu di Maishi» en uiteindelijk bij Landhuis Knip. Gedurende de hele rit wordt de geschiedenis van het slavernijverleden in kaart gebracht onder bezichtiging van de feitelijke locaties van de belangrijkste gebeurtenissen en historische gebeuren.

Dankwoord

Het IPKO dankt alle inleiders, sprekers en gastgevers voor hun bereidwillige medewerking en informatieve bijdrage aan het programma.

Agendapunten volgend IPKO

Het IPKO stelt vast dat tijdens het komende IPKO in ieder geval de volgende onderwerpen zullen worden geagendeerd:

  • Verdieping behandeling thema slavernijverleden en koloniale verleden, mede in verband met de start van het herdenkingsjaar;

  • Voorbereiding op de Koninkrijksconferentie;

  • Presentatie inzake databeveiliging.

Mogelijk zal de Staten-Generaaldelegatie bij specifieke onderwerpen zoals onderwijs een beroep doen op de expertise in de vakcommissies.

Het Presidium beraadt zich op agendapunten voor het volgende IPKO. In een videoconferentie ter voorbereiding op het komende IPKO wordt definitief over de agenda besloten. Het volgende IPKO zal in beginsel plaatsvinden van 1 t/m 5 juni 2023 in Den Haag.

Willemstad, Curaçao 3 maart 2023

Edgard Vrolijk (Voorzitter Staten van Aruba)

Charetti America-Francisca (Voorzitter Staten van Curaçao)

Sidharth Bijlani (Voorzitter Staten van Sint Maarten)

Mariëlle Paul (Staten-Generaal Nederland)

Bijlage I

Leden van de delegaties

DELEGATIE STATEN VAN ARUBA

E.G.A. Vrolijk (delegatieleider)

S.M. Tromp-Lee

H.W.G. Tevreden

R.A. Hoek

L.J. Christiaans-Yarzagaray

R.M.J. Raymond

M.G. Wyatt-Ras

G.J. Croes

R.R. Santos do Nascimento

M.J. Lopez-Tromp

M.J. Mansur

H.Ch. J. Hek (griffier)

DELEGATIE STATEN VAN CURAÇAO

Ch.M. America-Francisca (delegatieleider)

A.C.M. Thodé

S.P. Osepa

Q.C.O. Girigorie

G.M. Mc William

R.F. Calmes

M.G. Martines

S.R. Cijntje (griffier)

G.S.A. Maduro (jurist)

DELEGATIE STATEN VAN SINT MAARTEN

S.M. Bijlani (delegatieleider)

R. Brison

G.C. Pantophlet

M.D. Gumbs

S.A. Wescott-Williams

C.E. Brownbill

C.T. Emmanuel

A.E. Arrindell

S.L. Duncan

L.N.L. de Weever

G.J. Richardson (griffier)

STATEN-GENERAAL DELEGATIE

Tweede Kamer

M.L.J. Paul (delegatieleider)

R.J. Kamminga

J. Wuite

H.E. de Hoop

K. Bouchallikh

N.L. de Haan

S.H. Simons

T.N.J. de Lange (wnd. griffier)

Eerste Kamer

P. Rosenmöller (vice-delegatieleider)

A. Jorritsma-Lebbink

M.G.H.C. Oomen-Ruijten

J. Recourt

P. Nicolaï

F.J. Bergman (griffier)

Bijlage II PROGRAMMA INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG 28 FEBRUARI-3 MAART 2023

DINSDAG 28 FEBRUARI 2023

09.15–09.45 uur

Presidium

09.30–10.00 uur

Inloop

10.00–10.05 uur

Opening door Voorzitter IPKO

10.05–10.20 uur

Openingsspeeches delegatieleiders

10.20–10.45 uur

Groepsfoto

10.45–12.05 uur

Presentaties per land Nederland, Sint Maarten, Aruba, Curaçao

12.05–12.35 uur

Terugkoppeling/evaluatie afspraken vorig IPKO

12.35–14.00 uur

Lunch

14.00–15.00 uur

Opvang migrantenstromen binnen het Koninkrijk: presentatie ambtenaren Ministerie van Justitie (inclusief Q&A)

15.00–15.15 uur

Koffiepauze

15.15–15.45 uur

Opvang migrantenstromen binnen het Koninkrijk: uitdagingen en mogelijke verlichtingen (vier deelgroepen)

15.45–16.25 uur

Plenaire terugkoppeling opvang migrantenstromen binnen het Koninkrijk: uitdagingen en mogelijke verlichting

18.00–21.00 uur

Welkomstreceptie aangeboden door de Voorzitter van de Staten van Curaçao

   

WOENSDAG 1 MAART 2023

08.55–09.00 uur

Inloop

09.00–10.30 uur

Presentaties democratisch deficit: dhr. dr. R. Martha en dhr. dr. A. Bakhuis, aansluitend Q&A

10.30–10.45 uur

Koffiepauze

10.45–12.30 uur

Plenaire gedachtewisseling betere en duurzame relaties binnen het Koninkrijk:

 

– democratisch deficit;

 

– onderlinge regelingen (art. 38, eerste lid Statuut) en samenwerking;

 

– voorstel van rijkswet «Geschillenregeling».

12.30–14.00 uur

Lunch

14.00–15.30 uur

Bespreking in deelgroepen hervormingen waaronder landspaketten i.h.b.:

 

– onderwijs (waaronder problematiek caribische studenten in Nederland);

 

– armoedebestrijding en werkgelegenheid;

 

– klimaat en milieu;

 

– databeveiliging.

15.30–15.45 uur

Koffiepauze

15.45–17.00 uur

Plenaire terugkoppeling bespreking hervormingen waaronder landspaketten i.h.b.:

 

– onderwijs;

 

– armoedebestrijding en werkgelegenheid;

 

– klimaat en milieu;

 

– databeveiliging.

   

DONDERDAG 2 MAART 2023

8.55–9.00 uur

Heropening door Voorzitter IPKO

9.00–9.30 uur

Slavernijverleden en kolonialisme:

 

– Kennis en bewustwording;

 

– Erkenning en herdenking;

 

– Beter begrip van de doorwerking van het slavernijverleden en de verwerking daarvan;

 

– Beter begrip doorwerking koloniale verleden.

9.30–10.50 uur

Terugkoppeling Slavernijverleden en kolonialisme

11.00–17.00 uur

Werkbezoek – Route lands diverse locaties i.h.k.v. slavernijverleden/kolonialisme

   

VRIJDAG 3 MAART 2023

09.00–09.30 uur

Delegatieoverleggen

09.30–10.00 uur

Presidium

10.00–11.00 uur

Vaststellen afsprakenlijst

11.00–12.00 uur

Ondertekening afsprakenlijst en persconferentie

Naar boven