33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg

Q/ Nr. 26 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2018

Bij schrijven van 16 januari 2018 heeft uw vaste commissie voor Koninkrijksrelaties mij gevraagd naar de reactie op de afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO), dat plaatsvond van 9 tot en met 11 januari 2018. Die reactie doe ik u hierbij toekomen.

Gevolgen van Orkaan Irma

Het kabinet onderschrijft het belang dat het IPKO hecht aan een spoedige en duurzame wederopbouw van Sint Maarten. Uitgangspunt is dat het merendeel van het bedrag van € 550 miljoen dat gereserveerd is voor de wederopbouw middels een Trustfund bij de Wereldbank zal worden besteed. De Nederlandse bijdrage aan het Trustfund bij de Wereldbank geschiedt in tranches en kan indien noodzakelijk geacht op elk moment gestopt of opgeschort worden. De Wereldbank heeft ruime internationale ervaring met wederopbouwtrajecten, onder meer in de regio en met small island states. Uitvoering vindt, wat Nederland betreft, niet alleen plaats door de overheid van Sint Maarten, maar ook door internationale organisaties en lokale non-gouvernementele organisaties.

Op 30 januari jl. heb ik tijdens het AO Wederopbouw Bovenwindse Eilanden toegezegd dat de Kamer het budgetrecht kan uitoefenen en dat voorafgaand aan uitkering van de eerste tranche aan de Wereldbank de Kamer zal worden geïnformeerd. Daarnaast wordt de Kamer blijvend geïnformeerd over de voortgang van de wederopbouw van Sint Maarten.

Situatie in Venezuela

Het kabinet deelt de zorgen die geuit zijn door de delegaties over de eenzijdige grenssluiting van Venezuela met Aruba, Bonaire en Curaçao. Gelet op de urgentie heeft het kabinet de vier Staten voorafgaand en na afloop van het overleg op Aruba, d.d. 12 januari 2018, direct geïnformeerd. Hiervoor verwijs ik u naar de Kamerbrieven van de Minister van Buitenlandse Zaken van 11 januari 2018 (Kamerstuk 29 653, nr. 36) en de brief van 20 januari 2018 (Kamerstuk 29 653, nr. 37).

Afgelopen weken is er op verschillende niveaus contact geweest met de Venezolaanse autoriteiten. Het Koninkrijk heeft hierin de boodschap herhaald zoals ook geformuleerd in de gezamenlijke Koninkrijksverklaring van 23 januari 2018. Het Koninkrijk is reeds begonnen met de implementatie van enkele maatregelen die smokkel moeten tegengaan en hoopt op een spoedige normalisering van de betrekkingen. De Venezolaanse autoriteiten zijn opgeroepen om formeel in te stemmen met de afspraken die op 12 januari jl. in Aruba werden gemaakt. De regeringen van het Koninkrijk zijn in nauw contact over de mogelijke gevolgen die de grenssluiting heeft voor Aruba, Bonaire en Curaçao.

U zult via de gebruikelijke kanalen geïnformeerd worden indien de situatie verandert.

Duurzame Penitentiaire inrichtingen

Voorop moet worden gesteld dat het gevangeniswezen een autonome aangelegenheid is van de landen van het Koninkrijk. De uitdagingen waar de verschillende penitentiaire inrichtingen in het Caribische deel van het Koninkrijk voor staan zijn bij het kabinet bekend. Net zoals het IPKO, onderschrijft het kabinet ook het belang van samenwerking tussen de landen op het terrein van het gevangeniswezen.

Tussen de landen van het Koninkrijk wordt er al in beperkte mate samengewerkt op verschillende onderwerpen aangaande het gevangeniswezen. Zo bestaan er sinds 2014 vier onderlinge regelingen detentiecapaciteit, waarin afspraken zijn neergelegd over de beschikbaarstelling detentiecapaciteit, en de overdracht en het transport van gedetineerden. Verder komen de vier gevangenisdirecteuren periodiek bij elkaar om best practices uit te wisselen.

In het halfjaarlijkse Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) tussen de vier Ministers van Justitie (en Veiligheid) van de landen van het Koninkrijk, is samenwerking ter versterking van het gevangeniswezen sinds enige tijd een vast onderwerp op de agenda geworden. Tijdens het JVO van 16 januari 2018 op Curaçao is op verzoek van Aruba het onderwerp duurzame penitentiaire inrichtingen besproken. Besloten is dat verdere samenwerking op dit terrein zal worden verkend, in eerste instantie in de vorm van een werkbezoek van Aruba en Sint Maarten aan een penitentiaire inrichting in Nederland.

Sustainable Development Goals, Small Island Developing States, en duurzame economische ontwikkeling

Kwalitatief hoogwaardige statistieken zijn essentieel voor «evidence based» beleidsvoering. Met goede statistieken wordt het mogelijk om maatschappelijke, inclusief duurzame economische, ontwikkelingen te monitoren. De statistische bureaus van Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao, en Sint Maarten hebben daarom de gezamenlijke ambitie uitgesproken om meer structureel samen te werken in de regio. Naar analogie van het Europees Statistisch Systeem (ESS) is besloten om een Dutch Caribbean Statistical System (DCSS) op te zetten. De uniformering van dit systeem, waarmee werkwijzen en definities onderling worden afgestemd, verhoogt de kwaliteit, vergelijkbaarheid en effectiviteit van alle bureaus.

CBS Nederland biedt ondersteuning aan de werkzaamheden voor het opzetten en de verwezenlijking van de inrichting van het DCSS. Er is overeenstemming over de samenwerkingsovereenkomst en het inhoudelijke werkprogramma van 2018. De beoogde ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst volgt op korte termijn. CBS (Caribisch) Nederland is in ieder geval bereid tot ondertekening.

Deze samenwerking faciliteert een vorm van kennis- en capaciteitsontwikkeling die van basisbelang is bij de implementatie en voortgangsmetingen van de door de Verenigde Naties vastgestelde Sustainable Development Goals (SDGs). Het Koninkrijk heeft hier als geheel voor getekend. Het DCSS leent zich voor wat betreft de SDGs als een geschikt vehikel waarmee Nederland aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten ondersteuning kan aanbieden.

Voor wat betreft het uitvoeren van pilots op het gebied van SDGs is het DCSS evenwel initiatiefnemer. De bureaus zijn gestart met een assessment van de SDG-indicatoren van CARICOM, UN-ECLAC Regionaal en UN GLOBAL. Doelstelling is om te bezien welke indicatoren op termijn haalbaar zijn voor productie en om op basis van die analyse een gemeenschappelijke DCSS lijst van SDG-indicatoren op te stellen. Dit laat wel de mogelijkheid open om additionele SDG-indicatoren te kiezen die relevant zijn voor het monitoren van het nationale beleid.

Tevens vraagt u of het kabinet ondersteuning kan bieden aan de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk bij de voorbereiding van SDG-gerelateerde wetgeving. Een dergelijk verzoek aan de Nederlandse regering vanuit de Caribische landen is bij mij niet bekend. Pas nadat een dergelijk verzoek komt kan dit kabinet nagaan of op een zinvolle wijze (wets)technische ondersteuning kan worden geleverd. Daarbij moet worden gesteld dat het beleidsmatige eigenaarschap bij de Caribische landen berust. Het gaat om onderwerpen waaraan zij zelf prioriteit geven en waarbij door de landen zelf is nagedacht over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

Horacio Oduber Hospitaal

De regering van Aruba is zelf verantwoordelijk voor de zorg en daarmee ook de financiering ervan. Wel zijn de vier landen in het Koninkrijk op het terrein van de volksgezondheid een protocol overeengekomen dat de samenwerking regelt op basis van transparantie, wederkerigheid en wederzijds respect. Dit is een onderlinge regeling op basis van artikel 38 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Zowel het ziekenhuis als de regering van Aruba hebben zich tot op heden niet bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gemeld over de problematiek rondom de levering van geneesmiddelen. Pas als de regering van Aruba de Minister van VWS met een concreet verzoek benadert kan beoordeeld worden of en zo ja hoe het Ministerie van VWS kan bijstaan met kennis en expertise bij het oplossen van deze problematiek.

Het probleem met de geldigheid van de Caribische diploma’s in Nederland is nog niet in de bewoordingen zoals die is opgenomen in de IPKO afsprakenlijst aan het Ministerie van VWS voorgelegd. De regering van Aruba kan deze kwestie uiteraard wel voorleggen aan het Ministerie van VWS.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven