33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg

N/ Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2017

Bij schrijven van 20 juni 2017 heeft u mij gevraagd naar de reactie op de afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO), dat eerder plaatsvond van 14 tot 16 juni 2017. Die reactie doe ik u hierbij toekomen.

Onderwijs

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft kennisgenomen van het voorstel om een Koninkrijksbrede conferentie te organiseren over het onderwijs in het Caribisch deel van het Koninkrijk en zal hierover bij gelegenheid met haar ambtgenoten het gesprek voeren.

Problematiek AOV/AWW-gat studenten

Studenten uit Aruba, Curaçao of Sint Maarten die buiten hun eigen land gaan studeren, lopen een gat op in hun opbouw voor de AOV en de AWW van die landen. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft aan dat Nederland dit al heeft gerepareerd voor Caribisch Nederland, maar de andere Koninkrijkslanden hebben nog geen vergelijkbare maatregel getroffen. Het is aan elk van de landen om hier in te voorzien, waarbij de door Nederland gekozen regeling desgewenst als model kan worden gebruikt.

Studiefinanciering Koninkrijkslanden

Voor wat betreft de aandacht die de Arubaanse Statendelegatie vraagt voor het belang dat ook studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid krijgen om via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) studiefinanciering te ontvangen voor studies buiten Nederland, verwijst zij naar de kabinetsreactie van 6 juli 2015 (Kamerstuk 33 845, nr. 12) op de IPKO-bijeenkomst van mei 2015, waar op pagina 3 en 4 het standpunt van de Nederlandse regering is opgenomen. Dat is niet gewijzigd. Met betrekking tot de aandacht die de delegatie van Curaçao vraagt voor de problemen die studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk ervaren bij het aflossen van hun studieschuld aan DUO wordt het volgende opgemerkt. Ook ex-studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk lossen hun studieschuld af onder sociale wettelijke voorwaarden. De rente is laag, en terugbetaling kan in vijftien jaar. De draagkrachtregeling zorgt ervoor dat de afloslast in verhouding staat tot het inkomen. Bij het terugbetalen heeft DUO in haar dienstverlening speciale aandacht voor dit deel van het Koninkrijk. Samen met de regeringen van de andere landen wordt bezien hoe het terugbetalen van de studieschuld aan DUO zo soepel mogelijk te laten verlopen tegen zo laag mogelijke kosten. Zo is dit voorjaar middels een pilot ook in Curaçao, Aruba en Sint Maarten de mogelijkheid geïntroduceerd voor oud-studenten om op lokale bankrekeningen in lokale valuta terug te betalen. Voor studenten in Caribisch Nederland bestond deze mogelijkheid al. Goede communicatie en informatievoorziening blijven van belang. Op Curaçao hebben veel studenten gebruik gemaakt van de mogelijkheid om ter plaatse een persoonlijk gesprek met DUO te voeren.

Economische kansen binnen het Koninkrijk

Voor wat betreft economische kansen op buitenlandse markten kunnen de Caribische delen van het Koninkrijk gebruik maken van ondersteuning vanuit ambassades en consulaten-generaal van het Koninkrijk der Nederlanden. Aan diverse economische missies in de regio, waaronder bezoeken aan Miami, Cuba en Panama, is door delegaties van de Landen deelgenomen. Informatie over economische missies wordt gedeeld met de Caribische delen van het Koninkrijk, zodat bedrijven uit Caribisch Nederland en uit de Landen zich kunnen aansluiten. De relaties met BZ/DGBEB worden verder geïntensiveerd door middel van regelmatige telefonische vergaderingen die plaatsvinden met autoriteiten in Curaçao en Aruba en waarvoor Sint Maarten ook is uitgenodigd.

Roamingskosten

De Minister van EZ streeft naar een efficiënt werkende telecommarkt met deugdelijke telecomvoorzieningen tegen betaalbare en marktconforme tarieven. Hierbij is aandacht voor maatwerk, afhankelijk van lokale omstandigheden en mogelijkheden. De mogelijkheden tot het verlagen van de roamingkosten en de bereidheid tot samenwerking hiertoe in het Koninkrijk zullen door het ministerie worden onderzocht.

Harmoniseren en verlagen van invoerrechten tussen de landen van het Koninkrijk

In Koninkrijksverband is diverse malen gesproken over het harmoniseren en het verlagen of, zo mogelijk, het afschaffen van invoerrechten op goederen die tussen de in het Caribisch deel van het Koninkrijk gelegen landen en Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderling worden verhandeld. Tijdens de Koninkrijksconferenties van april 2014 en juni 2015 zijn afspraken gemaakt om in dat kader een werkgroep in te stellen die de voor- en nadelen van en de randvoorwaarden voor de invoering van een vrijhandelszone tussen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba nader zal bestuderen. Deze werkgroep heeft nog geen eindrapport gepresenteerd.

Uitwerking Fiscale Verdragen

Wat betreft de vraag hoe fiscale verdragen uitwerken tussen de landen van het Koninkrijk merkt het kabinet op dat de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK), die van toepassing was op de fiscale relatie tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba, inmiddels deels is vervangen door nieuwe, bilaterale, afspraken. In dat verband wordt gewezen op de Belastingregeling Nederland Curaçao (Stb. 2015, nr. 348) en de Belastingregeling Nederland Sint Maarten (Stb. 2016, nr. 21) waarin afspraken zijn gemaakt over de fiscale relatie tussen Nederland, inclusief Bonaire, Sint Eustatius en Saba enerzijds en – onderscheidenlijk – Curaçao en Sint Maarten anderzijds. Tussen Nederland en Aruba is, vooruitlopend op een nieuwe Belastingregeling Nederland Aruba, de hiervoor genoemde BRK nog van toepassing. Binnen het land Nederland zijn via de Belastingregeling voor het land Nederland (Stb. 2011, nr. 107) afspraken gemaakt over de fiscale relatie tussen het Europese deel van het land Nederland en Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Discriminatie

Het kabinet hecht waarde aan periodiek kwalitatief onderzoek naar de verschijningsvormen van discriminatie in de maatschappij en aan de samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk op dit terrein. Nederland (Minister Bussemaker) en Aruba (Minister Hooyboer-Winklaar) hebben een samenwerkingsconvenant getekend over onder meer het samenwerken bij het verzamelen en delen van data over de positie van vrouwen en LHBTI. Begin 2017 zijn de regionale (Caribische) statistische bureaus bijeen geweest voor een Statistical Conference op Bonaire. Bij die gelegenheid hebben de statistische bureaus van de landen, waaronder het CBS, afgesproken meer te gaan samenwerken, kennis structureler met elkaar uit te wisselen en mogelijk gezamenlijk projecten op te pakken. Het kabinet zal voornoemde lopende initiatieven ondersteunen en de samenwerking tussen de landen op het terrein van emancipatie en discriminatie verder stimuleren.

Integriteit van bestuur

Op 7 juli 2017 werd uw Kamer per brief geïnformeerd over de gemaakte afspraken bij de Raad van State van het Koninkrijk inzake de in te stellen lntegriteitskamer in Sint Maarten.1 Bij de Raad van State van het Koninkrijk vond op 6 juli 2017 een zitting plaats, nadat Sint Maarten daar een geschil aanhangig gemaakt had op grond van het «Protocol van 24 mei 2015 strekkende tot instelling van een Integriteitkamer». Dit naar aanleiding van de instemming van de Rijksministerraad op 7 april 2017 met de voorlegging ter advies van een Algemene Maatregel van Rijksbestuur inzake de instelling van een Integriteitkamer in Sint Maarten. Op voorstel van de Raad is ter zitting tussen Sint Maarten en Nederland overeenstemming bereikt over een overleg dat er toe dient te leiden dat uiterlijk op 31 oktober 2017 een landsverordening is bekrachtigd door Sint Maarten waarmee een Integriteitkamer tot stand wordt gebracht. Dit met inachtneming van de uitspraak van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten van 7 juli 2016 omtrent de noodzaak van de totstandkoming van een dergelijke landsverordening en de contouren die daarin door het Constitutioneel Hof zijn geschetst.

Situatie in Venezuela

Het Kabinet deelt de zorgen over de alsmaar verder verslechterde situatie in Venezuela. De democratie staat zwaar onder druk, maar ook economisch en humanitair is er weinig zicht op verbetering op korte termijn. Begin september zal een Kamerbrief uitgaan over de actuele situatie in Venezuela en de gevolgen voor het Koninkrijk. Tijdens het Algemeen Overleg op 6 september as. zal hierover verder worden gedebatteerd.

Het ideale Koninkrijk in 2040

De Caribische regio is een regio met veel gemeenschappelijke uitdagingen die, door kleinschaligheid en het insulaire karakter, vaak de capaciteit en de grenzen van de eilandgemeenschappen overstijgen. Het kabinet herkent de sterke en zwakke kanten die door het IPKO worden geschetst en zo ook de kansen en bedreigingen. Het is onder meer hierom dat meer regionale samenwerking binnen én buiten het Koninkrijk een oplossing kan zijn om bijvoorbeeld uitdagingen op het gebied van klimaatverandering en duurzaamheid het hoofd te bieden. Ook het actiever en intensiever benutten van de mogelijkheden die internationale organisaties te bieden hebben, draagt bij aan de verdere capaciteitsontwikkeling van de (ei)landen zonder daarbij de sterke kanten of de verschillen tussen de Caribische (ei)landen in het Koninkrijk uit het oog te verliezen. Het sluit aan op wat het IPKO van groot belang acht: werken aan een goed functionerende rechtsstaat, de eenheid van het Koninkrijk in verscheidenheid, een meer gelijkwaardige relatie tussen de landen gebaseerd op meer onderling begrip, respect en autonomie gekoppeld aan verantwoordelijkheid. Dit biedt kansen voor de toekomst, zowel voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de (ei)landen als voor het waarmaken van de autonomie.

Armoedebestrijding

Het kabinet onderschrijft de conclusie van de delegatie dat de regeringen van de afzonderlijke landen elk voor zich verantwoordelijk zijn voor de armoedebestrijding binnen hun landsgrenzen. Waar dit dienstig is kunnen de landen elkaar ondersteunen, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan het desgevraagd uitwisselen van relevante informatie, zoals «best practices» of statistische informatie.

Bijeenkomst met de eilandsraden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Tijdens de bijeenkomst is er aandacht geweest voor de grondwetswijziging. Er zijn verschillende beelden bij wat de grondwetswijziging behelst. De grondwetsherziening is er niet op gericht de status van Bonaire, Saba en Sint Eustatius in de Grondwet te verankeren. Het kabinet beoogt slechts een constitutionele basis te creëren voor de territoriale openbare lichamen in het Caribische deel van Nederland. Tevens wordt de differentiatiebepaling uit het Statuut algemener geformuleerd en verplaatst naar de Grondwet en worden er kiescolleges ingesteld zodat Nederlanders op Bonaire, Saba en Sint Eustatius invloed kunnen uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer. Het kabinet heeft veelvuldig contact met de bestuurscolleges van Bonaire, Saba en Sint Eustatius over dit specifieke onderwerp, zowel in consultatie als informeel, en zal hierover in gesprek blijven om het proces goed te begeleiden en de uitvoering samen op effectieve wijze te realiseren.

De gesprekken tussen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Saba en Sint Eustatius geven blijk van een brede gedachtewisseling op diverse terreinen. In geval van Sint Eustatius is er zowel een bijdrage van de zijde van de coalitie als van de oppositie geleverd, waarin ook geraakt is aan het onderwerp van bestuurlijke en financiële stabiliteit. Volledigheidshalve memoreert het kabinet in dit kader aan de brieven van 24 mei 2017 aan het Bestuurscollege van Sint Eustatius en de Tweede Kamer over de instelling van de Commissie van Wijzen (Kamerstuk 31 568, nr. 187). In die brieven is aangekondigd dat er onderzoek gedaan wordt naar het functioneren van het openbaar lichaam Sint Eustatius. De commissie verwacht haar rapport in september op te leveren.

Risicovluchten

De Arubaanse delegatie vraagt aandacht voor het voorstel tot wijziging van de Luchtvaartwet «met het oog op de aanwijzing van luchtvaartterreinen waarvan gebruikt dient te worden gemaakt voor de landing van vluchten die een sterk verhoogd risico vormen om te worden gebruikt voor drugssmokkel» (Kamerstuk 34 684) en verzoekt dat de Staten van de landen in het Caribisch gebied betrokken kunnen worden bij de behandeling in de Tweede Kamer. Het kabinet wacht de eventuele inbreng vanuit de Staten van Aruba met belangstelling af. Hetzelfde geldt voor een eventuele inbreng van de Staten van de beide andere landen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 31 568, nr. 190

Naar boven