33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2016

Bij brief van 13 juni 2016 heeft u mij gevraagd naar de kabinetsreactie op de afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO), dat eerder plaatsvond van 31 mei tot 3 juni (Kamerstuk 33 845, J/ nr. 17). Die reactie doe ik u bij dezen toekomen.

Klimaatverandering en energie

Coördinerend bewindspersoon

De Minister van Infrastructuur en Milieu is voor Europees Nederland en voor Caribisch Nederland (op grond van de Wet Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu BES) de coördinerend bewindspersoon die zal toezien op de naleving van de afspraken uit het Klimaatakkoord van Parijs. De Minister van Infrastructuur en Milieu kan, in onderlinge afstemming met de overige bewindspersonen, het IPKO informeren over de uitvoering van de afspraken uit het Parijs-akkoord.

Klimaatverandering- en energiebeleid

In de Nationale Adaptatie Strategie 2016 die dit jaar wordt uitgebracht, staat beschreven hoe Europees Nederland met klimaatrisico’s omgaat. Voor wat betreft het vaststellen van een klimaatbeleid voor Caribisch Nederland (CN) is in de kabinetsreactie op het rapport Spies aangegeven dat de Minister van Infrastructuur en Milieu ondersteuning levert voor een milieuvisie (waaronder klimaat) en uitvoeringsprogramma voor Bonaire. Dit gebeurt middels een werkconferentie met het openbaar lichaam Bonaire en de Ministeries van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het najaar van 2016. Voor Sint Eustatius en Saba geldt dat er geen afspraken zijn, maar de Minister van Infrastructuur en Milieu kan er bij de openbare lichamen op aandringen dat een lokaal beleid wordt vastgesteld.

Onderwijs

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft kennisgenomen van de afsprakenlijst met betrekking tot het onderwerp onderwijs.

Studiefinanciering studies buiten Nederland

Voor wat betreft de aandacht die de drie Statendelegaties vragen voor het belang dat ook studenten uit deze drie landen de mogelijkheid krijgen om via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) studiefinanciering te ontvangen voor studies buiten Nederland, verwijst zij naar de kabinetsreactie van 6 juli 2015 op de IPKO-bijeenkomst van mei 2015, waar op pagina 3 en 4 het standpunt van de Nederlandse regering is opgenomen (Kamerstuk 33 845, nr. 12). Dat is niet gewijzigd.

Economische kansen binnen het Koninkrijk

Fast-ferry verbindingen

Het haalbaarheidsonderzoek naar een fast-ferry verbinding tussen de benedenwindse eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao zit in een afrondende fase. Het zal daarna aan de eilanden zijn om te beslissen of er voldoende aanknopingspunten zijn om het proces om te komen tot een veerverbinding door te zetten. Daarvoor zal vooral van belang zijn dat de publieke randvoorwaarden worden gecreëerd om een snelle veerverbinding mogelijk te maken, zoals gegevensuitwisseling van betrokken diensten.

De bovenwindse eilanden Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten hebben allemaal aangegeven ook een haalbaarheidsstudie te willen laten uitvoeren. Hiervoor zal op korte termijn een overeenkomst tussen de drie betrokken eilanden moeten worden gesloten, teneinde een opdrachtverwerving mogelijk te maken.

Interneteconomie

Het is op de Caribische eilanden van het Koninkrijk soms niet mogelijk goederen via internet te bestellen. Dit probleem speelt zowel in Caribisch Nederland als voor de landen Curaçao en Sint Maarten, op Aruba speelt dit probleem niet. De nieuwe staatkundige situatie (sinds 10-10-2010) is door veel internationale e-commerce bedrijven vaak nog niet opgenomen in de juiste registers of landenlijsten. Het Curaçao Innovation and Technology Institute (CITI) heeft de taak op zich genomen om in samenwerking met het Curaçaose Ministerie van Economische Ontwikkeling dit probleem te onderzoeken en daarmee inzichtelijk te maken en te werken aan een oplossing op lange termijn. Ook heeft het CITI een website geopend waar burgers en bedrijven hun klachten kunnen melden. Aangezien veel eilanden dezelfde problemen hebben is samenwerking daarom goed mogelijk en wenselijk in verband met het bundelen van krachten. Het CITI staat open voor deze samenwerking, die nog verder besproken en vastgelegd moet worden.

Gemeenschappelijke rechtspraak

Het belang van gemeenschappelijke rechtspraak wordt onderstreept. Voor Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint Maarten bestaat thans één gezamenlijk Gemeenschappelijk Hof van Justitie, krachtens de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De Gerechten in eerste aanleg en het Hof vormen ondanks hun onderscheiden taken één organisatie, behorend tot dezelfde rechtspersoon. De landen streven waar mogelijk naar concordantie in de wetgeving.

Gezondheidszorg

Door uw Kamer bij dezen te informeren over samenwerking in de gezondheids-zorg in de regio, voldoe ik tevens aan toezegging 202404. Samenwerking op het terrein van de zorg is van belang voor de bevolking van de landen en van Caribisch Nederland. Een stap tot samenwerken is gezet op 1 juni 2015, tijdens de Health Conference op Aruba waar politici en zorgprofessionals van gedachten gewisseld hebben over de vraag hoe afstemming en samenwerking het best vorm kunnen krijgen. De vier landen hebben aangegeven te willen samenwerken binnen het Koninkrijk op basis van respect, wederkerigheid en transparantie. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nam deel aan deze bijeenkomst en heeft uw Kamer in een separate antwoordbrief (Kamerstuk 33 845, nr. 18) geïnformeerd over de stand van zaken van de daar besproken samenwerkingsovereenkomst.

Het onderwerp samenwerking in de gezondheidszorg is eveneens besproken op de Koninkrijksconferentie van 16 juni 2015. Na een inleiding op het onderwerp door een afgevaardigde van de Pan-American Health Organization (onderdeel van de World Health Organization), besprak ik met de aanwezige Ministers de voordelen en mogelijkheden van samenwerking in de regio. Hierbij is afgesproken dat de Ministers van gezondheidszorg verdere besprekingen met betrekking tot modaliteiten voor samenwerking op het gebied van de gezondheidszorg voeren.

Discriminatie

Kwalitatief onderzoek naar discriminatie

Het kabinet heeft met instemming kennisgenomen van het feit dat de delegaties het onderwerp discriminatie hebben besproken en dat zij hebben besloten dit onderwerp opnieuw te agenderen voor hun volgende overleg.

Naar aanleiding van het verzoek van de delegaties aan de regeringen van de landen van het Koninkrijk om in gezamenlijkheid een meer kwalitatief onderzoek te (doen) starten naar discriminatie, zegt het kabinet graag toe in overleg te zullen treden met de regeringen van de andere landen van het Koninkrijk om de mogelijkheden voor een dergelijk onderzoek te bespreken en bij dat onderzoek in het bijzonder aandacht te besteden aan de in dit verband door de delegaties genoemde onderwerpen.

VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft onderzoeksbureau IdeeVersa in samenwerking met DSP-groep in december 2015 de opdracht gegeven voor het onderzoek «CN-regelgeving in het kader van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap».

Het doel van het VN-Verdrag is het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid te bevorderen, beschermen en waarborgen, en ook de eerbiediging van hun inherente waardigheid te bevorderen. Personen met een handicap omvat personen met langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving.

Het onderzoek heeft als opdracht te komen tot een inventarisatie van de bestaande wet- en regelgeving en het beleid in het licht van de verdragsverplichtingen. Wat Caribisch Nederland betreft zal er met het oog op de implementatie van het Verdrag naar verwachting uitvoeringswetgeving nodig zijn. Het rapport ligt momenteel ter consultatie voor bij Bonaire, Saba en Sint Eustatius. In juli 2016 dient het rapport gereed te zijn. Uit het rapport zullen aanbevelingen volgen, zodat kan worden bepaald wat nog geregeld moet worden voordat het verdrag kan gelden voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Venezuela

Het kabinet heeft kennisgenomen van de afsprakenlijst met betrekking tot het onderwerp Venezuela. De Minister van Buitenlandse Zaken stuurt, vanuit zijn machtiging door de Rijksministerraad en in afstemming met Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de betrokken Nederlandse bewindspersonen, een separate brief over de situatie in Venezuela en de mogelijke consequenties voor het Koninkrijk. In antwoord op het verzoek om dit onderwerp te bespreken op de eerstvolgende Koninkrijksconferentie, laat ik u weten dat deze niet zal plaatsvinden op 9 augustus 2016, zoals voorgenomen. Er wordt gezocht naar een nieuwe datum.

Geschillenregeling

De delegaties spreken de wens uit dat de geschillenregeling in de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk wordt behandeld en afgerond, met betrachting van de vereiste zorgvuldigheid. Tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer op 9 juni van het initiatiefvoorstel- Van Laar tot wijziging van het Statuut heb ik al gewezen op het voorstel van rijkswet ter uitvoering van artikel 12a dat in openbare internetconsultatie is gegeven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, S.A. Blok

Naar boven